Weer tegenvaller voor bouwers nieuwe zeesluis
Bouwbedrijf VolkerWessels heeft net als partner BAM weer extra geld opzij moeten zetten voor het sluisproject OpenIJ. De twee beursgenoteerde bouwers zitten elk voor 50 procent in het project. Vandaar zijn de extra kosten voor de bedrijven even hoog.
Het gaat om de bouw van een nieuwe zeesluis in IJmuiden. Over het eerste halfjaar bedraagt de voorziening voor VolkerWessels 7,5 miljoen euro. Bij de publicatie van de cijfers over het eerste kwartaal ging VolkerWessels er nog vanuit dat het sluisproject bijna 4 miljoen euro duurder zou uitvallen. Eerder zadelde OpenIJ de twee bouwers al met vele miljoenen euro’s extra kosten op.
BAM meldde donderdagochtend als eerste dat er in verband met het sluisproject weer sprake was van een tegenvaller. VolkerWessels komt pas volgende week met resultaten. Omdat het bedrag van de voorziening niet heel hoog is heeft VolkerWessels donderdag geen eigen persverklaring naar buiten gebracht, stelt een woordvoerder van de bouwer na vragen van het ANP.
De extra euro’s waren nodig voor het nemen van voorzorgsmaatregelen voor het afzinken van het tweede caisson. BAM benadrukte al dat de werkzaamheden wel volgens schema lopen. De planning is nu dat de eerste schepen begin 2022 door de sluis kunnen, meer dan twee jaar later dan aanvankelijk gepland.
Dat dit project in de voorbije jaren een hoofdpijndossier is geworden voor BAM en VolkerWessels komt voornamelijk door een constructiefout. De deurkas van het binnenhoofd, waar de sluisdeur aan de zijde van het kanaal en de reservedeur in komen, bleek niet stijf genoeg. Dit probleem werd getackeld door het aanbrengen van extra wapening in de wanden van het caisson en het plaatsten van tijdelijke tussenwanden.