Genezing en bevrijding: opdracht of optie?
Een kloek, diepgaand boek waar je niet omheen kunt bij de bezinning op genezings- en bevrijdingspastoraat. En een vlot, oppervlakkig boekje over genezingswonderen in de vraag-en-antwoordvorm. Het ene houdt je bezig, het andere leg je teleurgesteld weg.
In ”Genees de zieken” legt voorganger Martin Koornstra in samenspraak met een arts verantwoording af: waar staat de organisatie Royal Mission voor en waar gaat het hen om? Ze hebben „een enorme passie voor het prachtige herstelplan van God” en daar vloeien hun activiteiten uit voort: het houden van ”Wonderlijke Zondagen” en het leiden van andere genezingsdiensten, zoals op de conferentie Opwekking.
Het boek is een samenspraak en opgezet volgens het Q&A-model (vraag-en-antwoordmodel). Dat leest prettig. Leuk om te lezen dat de schrijvers hopen dat dit boekje soms zal irriteren en schuren. Nou, dat lijkt aardig gelukt. Maar om dan meteen daarop te laten volgen: „Jezus’ woorden schuurden vaak ook”, is wel een erg hoge claim. Wij zijn Jezus niet.
Dat is een gedachte ontleend aan de grondige studie van Jan Minderhoud, in zijn lijvige boek ”Genezing en bevrijding”, die zich al lezend meer dan eens aan je opdringt. Opvallend is dat de arts op een aantal punten terughoudender formuleert dan de prediker.
Wat is er aan de hand in dit boekje, waardoor het allemaal heel aannemelijk klinkt en het niet is? Ik meen dat in ieder geval de eschatologische hoogspanning tussen ”nu al” en ”nog niet” ontbreekt en dan is een ”koninklijke kerk” te veel triomferende kerk. Het kruis en de kruisvormigheid van deze bedeling staan God zij dank in het licht van Pasen, maar daarmee zijn we nog niet van ons kruisdragen ontheven. Het ontbreekt aan een ”priesterlijke kerk”: een plek waar ontferming is over zonden en wonden. Het is bepaald niet pastoraal om te schrijven: „Dus denk je dat ziekte bij God vandaan zou kunnen komen, of dat het bij Zijn plan voor jouw leven hoort, dan móet je in de knoop komen met hoe Jezus op aarde leefde en wat Hij deed.”
Zeker, ik heb gelezen dat de auteur zichzelf te ongeduldig vindt om een herder te zijn, maar dat ontslaat ons niet van een bepaalde verantwoordelijkheid. Mooi is dat de prediker oog heeft voor Gods soevereiniteit, maar is dat hetzelfde als amper iets begrijpen van Zijn wezen? En hoe is dat te rijmen met een stellig uitspraak als: „God heeft dus besloten ons in te zetten om mensen te genezen. Anders zou Hij nu op een knop duwen en is iedereen genezen”? Het boek roept meer vragen op dan beantwoord worden.
Pastoraat
De lezer komt een heel andere wereld binnen als de theoloog en counselor Jan Minderhoud ons meeneemt in zijn theologische verantwoording over het pastoraat voor bevrijding en genezing. Na de wat meer populaire boeken van prof. dr. Mart-Jan Paul en de dissertatie van Harmen U. de Vries lijkt me dit boek een nieuw markeringspunt in de discussie over het goed recht, de noodzaak van of de plicht tot bevrijdingspastoraat en/of genezingspastoraat.
In een woord vooraf wijst Minderhoud erop dat hij niet graag zou zien dat dit boek bijdraagt aan het risico dat we meer met genezing en bevrijding bezig zijn „dan met de Heer Zelf”, met een verwijzing naar Johannes 20:31. Het gaat niet om de tekenen, maar om het geloof in Jezus Christus. De schrijver zoekt een weg tussen een zogenoemde streeptheologie –de gedachte dat de bijzondere gaven van de Geest zijn opgehouden met de apostolische tijd– en een claimtheologie waarbij genezing of bevrijding bijna opgeëist worden. Dan wordt er meer bevolen dan gebeden – vaak het gevolg van een overspannen eschatologie.
Wat biedt het boek? De lezer wordt meegenomen door Oude en Nieuwe Testament. Opvallende zaken passeren de revue. Zo is er aan afzonderlijk hoofdstuk over Jesaja 53 en de doorwerking ervan en wordt de vinger gelegd bij een aantal opvallende passages. Als voorbeeld hiervan noem ik de grondige, voorzichtige luisterhouding bij de uitleg van „de grotere werken” uit Johannes 14:12-13 en het bekende gedeelte rond de ziekenzalving uit Jakobus 5.
Verder wordt aandacht besteed aan de vraag of genezing altijd naar Gods wil is. In tegenstelling tot het hierboven genoemde boek klinkt hier een genuanceerd antwoord. Ook het verschil tussen bidden, bevelen en proclameren en de vraag wat in onze tijd de aangewezen weg is, wordt eerlijk onder ogen gezien. Heel leerzaam zijn de hoofdstukken over „de soevereiniteit van God en onze gebeden” en „de verborgenheid van God.”
Valkuilen
Het boek eindigt met enkele samenvattende hoofdstukken. In het een na laatste komen de diverse valkuilen aan bod in de dienst van genezing en bevrijding: meer met genezing bezig zijn dan met de Geneesheer; te klein over God denken en te weinig van Hem verwachten; uit teleurstelling stoppen met bidden en je hoop begraven; het miskennen van het gegeven dat de Heilige Geest allereerst in het gewone leven werkt; de dienst van genezing en bevrijding isoleren van het grotere verhaal van Jezus en Gods Koninkrijk; het specifieke karakter van Gods ingrijpen miskennen; een beperkte visie op lijden hanteren; een on-Bijbelse visie op het Koninkrijk van God aanhangen; het risico lopen dat we onze benadering en theologie verabsoluteren. En dan nog een aantal blinde vlekken in de praktijk van wie actief zijn in de dienst van genezing en bevrijding.
Het laatste hoofdstuk wijst „de smalle weg van genezing en bevrijding”: het stimuleren van een klimaat van geloof, ernst maken met onze wandel met Christus, de praktijk van gebed en vasten serieus nemen om ruimte te creëren voor de gaven van de Geest, met twee woorden leren spreken: we geloven in een God Die reageert op onze gebeden en onze geloofsverwachting én tegelijk in een God Die soeverein is in Zijn beslissen en handelen. Verder voert de schrijver een voortdurend pleidooi om te onderscheiden tussen genezing en bevrijding.
Een opdracht of een optie? Minderhoud kiest voor het eerste en probeert daarbij duidelijk de continuïteit en de discontinuïteit met de dienst van Jezus, de apostelen en de christelijke gemeente te laten zien. Zelfs voor wie deze keuze niet mee kan maken, is er veel te leren uit dit boek. Veel meer dan uit bovenstaande blijkt. Voor wie werkzaam is in het pastoraat of de geestelijke (gezondheids)zorg, doet er goed aan grondig kennis te nemen van deze studie.
Therapie
Deze studie roept om een blijvende en nadere bezinning op het onderscheid en de mogelijke samenhang tussen het bieden van geestelijke gezondheidszorg (ggz) in de vorm van therapieën en medicijnen die gericht zijn op herstel (in de brede zin van het woord) én bijvoorbeeld het gebedspastoraat van genezing en bevrijding als dienst van de kerk.
Terecht wordt een pleidooi gevoerd voor professionele hulp bij bijvoorbeeld trauma’s. Toch blijkt volgens Minderhoud het huidige bevrijdingspastoraat sterk procesmatig te zijn: het is een pastoraal proces, vragenlijsten zijn daarvan een onderdeel en er wordt gerekend met inzichten uit de psychologie en de psychiatrie. Er is geen sprake van dualisme, maar kan een christen dan eigenlijk wel te rade gaan bij een seculiere ggz-organisatie? En omgekeerd: dient een christelijke ggz het pastoraat te integreren in een behandelplan, en zo ja, waar ligt dan het eigen terrein van de specialist en van de pastor? In ieder geval biedt deze studie stof tot nadenken te over, ook waar het ongemakkelijk voelt.
Boekgegevens
Genees de zieken. Q&A over genezing met de arts en de prediker, Gor Khatchikyan en Martin Koornstra; uitg. Royal Mission Productions; 116 blz.; € 12,95;
Genezing en bevrijding „nu al” en „nog niet”, Jan Minderhoud; uitg. Buijten & Schipperheijn Motief; 477 blz.; € 29,95