Vrede
Het is zeker dat de Joden onwetend waren over hun zonden. Zo ook over de plagen. Welke plagen zij te wachten hadden, blijkt duidelijk uit de gelijkenis van de wijngaardenier. De wijngaard zou van hen worden weggenomen.Dit dreigement verstonden de Joden niet. Ja, wat meer is, zij riepen om het bloed van Christus. Kajafas zei toen een los woord over de komst van de Romeinen (Johannes 11). Hij sprak onwetend de waarheid. De Joden wisten niet waarin hun vrede bestond. Het was niet de vrede met de keizer of met de Romeinen, maar inzonderheid de Messias, die Vredevorst, zoals Hij genoemd was in Jesaja 9:5. Ja, dat is een vrede die alle verstand te boven gaat. Zij is een beginsel van het Koninkrijk Gods.
Zij kenden de middelen niet om tot die ware vrede te geraken. Zij kenden de Messias niet. Dat Evangelie was voor hen verborgen, evenals de inwendige werking van de Heilige Geest en het ware geloof. Zij meenden dat men gerechtvaardigd werd door de werken van de wet. De rechte, goede werken waren hun nog onbekend. Voorwaar, dit diende zeer tot verzwaring van hun zonden, want zij waren moedwillig onwetend, zelfs van de vrede met God. Zij waren onwetend van hun eeuwige vrede en veronachtzaamden zo’n grote zaligheid.
Casparus Carpentier, predikant te Amsterdam (Tranen vloed Jesu Christi over Jerusalems zonden, 1661)