Economie

„Alleen ’s zomers heb ik bretels nodig”

De zomerklant stapt gemiddeld drie keer per dag binnen bij Supermarkt Feijen in het Friese Terherne. „Omdat ze in de tent en op de boot vaak geen koelkast hebben, scoren onze gekoelde producten hoog.” In de weken van de bouwvakvakantie draait de enige supermarkt van het dorp enorme omzetten. „Ons motto luidt: Hoe heter, hoe beter.”

Niek Sterk
17 August 2004 09:28Gewijzigd op 14 November 2020 01:31
TERHERNE – Is het volop zomer, dan werken er elke dag twintig mensen in diverse ploegen in de supermarkt van Karel Feijen (l.) en zijn vrouw Hellen in Kameleondorp Terherne. In de winter drijft de zaak op hen samen, aangevuld met één vaste kracht. Zon
TERHERNE – Is het volop zomer, dan werken er elke dag twintig mensen in diverse ploegen in de supermarkt van Karel Feijen (l.) en zijn vrouw Hellen in Kameleondorp Terherne. In de winter drijft de zaak op hen samen, aangevuld met één vaste kracht. Zon

Dat de winkel wel érg ruim bemeten is voor een dorpje als Terherne, heeft een geschiedenis. „Hij werd gebouwd in 1970, als speeltje van Spar-directeur Ykema. Die kwam hier als toerist en vond de toenmalige winkel te klein.” Nadien had de super diverse uitbaters. Huidig eigenaar Karel Feijen (36) nam de winkel vijf jaar geleden over van supermarktconcern Schuitema. „We draaien nu helemaal zelfstandig.”

Op het moment dat Feijen startte, bestond het Kameleondorp -pal tegenover de winkel- vijf jaar. Dit jaar viert het dorp van Sietse en Hielke Klinkhamer het tienjarig bestaan. Na het uitkomen van de verfilming van de boekenreeks, vorig jaar, steeg het aantal bezoekers van 40.000 naar 125.000 per jaar. Schoolreisjes komen er van april tot oktober.

Terherne is wat je noemt een lieflijk gat. Op papier heeft het 600 inwoners, van wie een deel illegaal. Dat wil zeggen: permanent verblijvend in vakantieoptrekjes. In de doopsgezinde kerk is één keer per twee weken dienst, de hervormde kreeg een andere bestemming. Dat de school -in 1996 nog twintig leerlingen- voor het dorp behouden bleef, is te danken aan de bungalowwijk die nadien verrees en 250 huizen telt. De jonge gezinnen daar leveren bijna alle tachtig kinderen die de school op dit moment heeft.

Van de eigen bevolking -vooral boeren, één visser op Snekermeer-paling, veel mensen die hun brood verdienen in de toeristenindustrie- moet Feijen het echter niet hebben. „In de winter komen vooral de oudere mensen bij me langs die geen vervoer hebben naar de stad. De anderen gebruiken ons alleen voor een vergeten boodschap.”

Zonder zomerdrukte zou het dus snel gedaan zijn met z’n winkel. In de winter doen Feijen en z’n vrouw Hellen (34) het werk meestal samen, aangevuld met één vaste kracht. ’s Zomers zijn er in totaal twintig mensen aan het werk, verdeeld over diverse vul- en kassaploegen. De winkel is dan open van 8.00 tot 20.00 uur.

Elf jachthavens zijn er in de buurt, plus drie campings en drie bungalowparken. Dat betekent een dagelijkse run op brood, ijs, verse en gekoelde producten. „’s Morgens om halfzeven brood en gevulde koeken afbakken, versafdelingen vullen. ’s Middags een nieuwe piek: stokbroden bakken, want die zijn vooral voor bij de barbecue. Ook is ons wijnassortiment wel erg groot voor een dorpssupermarkt.”

Omzetcijfers wil Feijen liever niet noemen, maar het harde werken in de zomer levert hem voor het hele jaar een leuke boterham. Bijkomend voordeel is dat hij in het toeristenseizoen vele kilo’s lichaamsgewicht kwijtraakt. Wijzend op zijn slobberende broek die met bretels wordt opgehouden: „Sinds april liep ik er alweer een kilootje of tien af. Aan het eind van de zomer ben ik gewoon mager. In de winter groei ik dan weer zo veel, dat m’n broek ook zonder bretels wel blijft hangen.”

Hellen opende dit seizoen voor het eerst een kledingzaakje pal naast de supermarkt. „Trendy kleding, laaggeprijsd, ook goed gesorteerd in grote maten.” Het eerste seizoen loopt de toko als een tierelier. „Kennelijk voorzien we in een behoefte”, zegt ze.

De warme zomerweken leggen de Feijens geen windeieren. „Ons motto is: Hoe heter hoe beter. Als het weer koel en buiig is, trekken de vakantiegasten gemakkelijker naar Joure of Sneek, daar pikken ze dan meteen de Albert Heijn mee. Dit jaar duurde het even voor bij ons de echte topdrukte begon. Maar inmiddels hebben we op geen enkele manier meer reden tot klagen.”

Brood, bier en wijn zijn nauwelijks aan te slepen, net als panklaar vlees en barbecuepakketten. „Rosé is dit jaar de topper. Duizenden bolletjes en honderden stokbroden vliegen de winkel uit. Blikbier verkopen we veel meer dan flessenbier. Heineken voor Nederlanders, Grolsch voor Duitsers.” Een nieuwe, zeer gewilde variant is de biertender van Heineken: vaatjes van 4 liter. „Die worden tussen 6 en 8 ’s avonds gehaald. Dan hebben ze een groot deel van de avond lekker koel bier.”

Met een sterk schommelend klantenbestand en een grote weersafhankelijkheid is het soms moeilijk inkopen, ervaart Feijen. „Zuivel is het lastigst, karnemelk in het bijzonder. Is het heet, dan kun je niet genoeg laten komen. Daalt de temperatuur echter een paar graden, dan zakt de vraag meteen in en blijf je met veel te veel zitten.”

Ook voor producten als zonnebrandolie is lastig in te schatten hoeveel er over de toonbank zal gaan. „Zonnebrandcrème was in de eerste warme week een grote hit, m’n twee kasten verkocht ik totaal leeg. Bestel ik dan meteen dezelfde hoeveelheid bij en slaat het weer om, dan heb ik al die dozen de hele winter voor m’n voeten staan en kan ik volgend jaar met verouderde verpakkingen zitten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer