Kerk & religie

Strijd tegen overschatten van de theologie

Theologen hebben het te veel voor het zeggen in de kerken, vindt de filosoof prof. dr. A. Troost. „Ze lijden aan overschatting van hun discipline, met alle gevolgen van dien: Vrijzinnigheid ter linkerzijde en scheuringen om theologische onderscheidingen in de rechterflank.”

K. van der Zwaag
16 August 2004 11:02Gewijzigd op 14 November 2020 01:31
MEERKERK – Het christelijke wetenschapsideaal is een droom, zegt de 88 jarige emeritus hoogleraar wijsbegeerte prof. dr. A. Troost. Drie jaar geleden verliet hij de drukke hoofdstad en nu bewoont hij bij zijn zoon in Meerkerk een gedeelte van een boerde
MEERKERK – Het christelijke wetenschapsideaal is een droom, zegt de 88 jarige emeritus hoogleraar wijsbegeerte prof. dr. A. Troost. Drie jaar geleden verliet hij de drukke hoofdstad en nu bewoont hij bij zijn zoon in Meerkerk een gedeelte van een boerde

In zijn onlangs verschenen boek over de theologie als geloofswetenschap wil de bijna 88-jarige emeritus hoogleraar wijsgerige ethiek aan de Vrije Universiteit zijn droom over christelijke wetenschap gestalte geven. „Maar illusies maak ik me niet meer. De tijd is vermoedelijk niet rijp voor een fundamenteel-reformatorische wijsgerige doordenking.”

Van 1964 tot 1984 doceerde prof. Troost wijsgerige ethiek aan de faculteit wijsbegeerte van de VU. Die faculteit heette toen de ”centrale interfaculteit”. Prof. Troost was mét de calvinistische (later geheten: reformatorische) wijsbegeerte ervan overtuigd dat de wijsbegeerte een christelijke totaalvisie op de werkelijkheid (lees: schepping) en op de wetenschap diende te geven. De filosofie moest een verbindende rol in deze bezinning op de wetenschap spelen. Prof. Troost gaf aan verschillende faculteiten van de VU het (destijds verplichte) vak wijsgerige vorming.

Het christelijke wetenschapsideaal is een droom, zegt de emeritus hoogleraar, die drie jaar geleden de drukke hoofdstad verliet en nu bij zijn zoon een gedeelte van een boerderij in Meerkerk bewoont. Hij kijkt uit op een prachtige boomgaard en op het groene landschap van de Alblasserwaard.

„Vanuit het ideaal van de christelijke wetenschap richtte Kuyper de VU op, maar nu is de universiteit vrijwel geheel geseculariseerd. Daarmee bedoel ik niet de mensen persoonlijk, want dan zou ik over het hart oordelen, maar bij studenten en docenten leeft deze gedachte van intrinsiek-christelijke wetenschap niet meer. Wetenschap is een strikt neutrale aangelegenheid geworden, waar alleen de rede telt.”

Prof. Troost wil met zijn nieuwe boek, ”Vakfilosofie van de geloofswetenschap. Prolegomena van de theologie” (uitg. Damon, Budel; 484 blz.; 24,90 euro), een „grondige vernieuwing van de theologie” bevorderen. „De gangbare gereformeerde theologie is verstrikt geraakt in theoretische uitgangspunten die vanuit christelijk oogpunt niet te verdedigen zijn. Ze worden beïnvloed door filosofische denkschema’s, die wel populair en algemeen aanvaard zijn, maar die uiteindelijk een heidense en Griekse achtergrond hebben. Dat is met name het schema van natuur en genade en dat van ziel en lichaam. De reformatoren hebben helaas te veel van de scholastische begrippen van de middeleeuwse Rooms-Katholieke Kerk overgenomen, waardoor een vernieuwing van de wetenschap uitbleef. Ook Kuyper en Bavinck zijn er niet in geslaagd dit ideaal, dat zij geloofsmatig wel hadden, ook wetenschappelijk-theoretisch uit te werken.”

Wat is het alternatief? Volgens prof. Troost legt de reformatorische wijsbegeerte het uitgangspunt in het hart, dat alle functies van de mens overstijgt. „Het hart is het centrum van het bestaan en kenmerkt zich door een schepselmatige gerichtheid op God, óf door een beweging van God af. Deze fundamentele gerichtheid van de mens functioneert niet in een theologie waarin op verschillende manieren de mens verhorizontaliseerd is.”

Prof. Troost pleit voor een integrale visie op de werkelijkheid waarbij het schepsel genormeerd wordt door Gods wet als regel voor het geschapene. Daarmee probeert Troost het dilemma tussen subjectief en objectief te boven te komen.

Stelt hij niet de filosofie hoger dan de theologie? „Nee, maar ik wil wel laten zien dat de theologie een vákwetenschap is, zoals zo veel andere wetenschappen. Elke wetenschap is gefundeerd in een eigen vakfilosofie. De filosofie staat in de wetenschap niet hóger dan de theologie, maar er is een andere vólgorde, namelijk van (on)geloof, filosofie, vakfilosofie en vakwetenschap. De theologie is gericht op het geloofsaspect. Zij houdt zich niet direct bezig met God, maar met het geloofsmatig spreken over God.”

In zijn boek relativeert prof. Troost ook de betekenis van de belijdenis. „Er zijn allerlei elementen waar ik van harte vanuit het geloof amen op zeg, maar ik zou bepaalde zaken anders willen formuleren.” Als voorbeelden noemt hij onder meer artikel 2 van de NGB, waar gezegd wordt dat God gekend wordt door Schrift en natuur. „Ik zie daarin het schema van natuur en genade. Ik mis de centrale notie dat we God alleen kennen door Christus. Christus spreekt niet slechts waarheid, maar ís de Waarheid, Hij is het centrum in en door Wie de wereld is geschapen.”

Ook de erfzonde noemt hij „een zeer omstreden term.” „Natuurlijk weet ik wat ermee bedoeld is en ik zeg daar ook amen op. Maar nu lijkt het alsof de zonde in de genen zit, zoals ik iemand onlangs hoorde zeggen. De zonde is echter niet iets fysisch of biotisch, maar is gevolg van de afwijking in onze relatie met God.”

In zijn studie maakt dr. Troost onderscheid tussen geloof en theologie. „Er zijn veel ongelukken gebeurd in de kerkgeschiedenis doordat geloof en theologie niet meer principieel werden onderscheiden. Dan worden geloofsverschillen ervaren als theologische verschillen, die weer tot geloofsverschillen verheven worden. Dat verschijnsel zie je in de reformatorische kerken in de laatste honderd jaar, zoals gebleken is bij allerlei meningsverschillen over geloof, kerk, wedergeboorte, verkiezing en verbond. De meningsverschillen werden verabsoluteerd en tot geloofszaak gemaakt, waardoor mensen elkaar in het geloof niet meer konden aanvaarden. Typerend verschijnsel is dat bij meningsverschillen over het geloof commissies worden benoemd die onder meer uit deskundige theologen bestaan om het verlossende antwoord te geven.”

Prof. Troost betreurt het dat de huidige theologie op gevoel en ervaring gericht is. „Men wil af van dogmatisch geredeneer. Je kunt natuurlijk kritiek hebben hebben op een eenzijdig rationele, dogmatologische gerichtheid, maar de weg van ervaring en gevoel biedt ook geen oplossing, evenmin als het traditionele streven naar het evenwicht in het midden. Er zijn er die de vroegere gereformeerde degelijkheid weer prefereren, maar die ook nu de neiging hebben de theologie opnieuw te verabsoluteren. Dat laatste zie je ook bij iemand als Kuitert. Hij heeft kritiek op bepaalde dogmatische tradities en heeft daarin volgens mij niet in alles ongelijk. Maar wat hij daartegenover stelt, is nog veel erger.”

In zijn vroegere woonplaats was prof. Troost lid van de Nederlands gereformeerde kerk. Nu hij in Meerkerk woont, is hij gastlid van de plaatselijke gereformeerde kerk. De afstand tot een Nederlands gereformeerde kerk is te groot. Daar komt bij dat zijn zoon met diens gezin ook naar deze gereformeerde kerk gaat.

„We horen hier nog een orthodoxe prediking”, zegt hij geruststellend. „We hoeven niet bang te zijn voor vrijzinnigheid.”

Zijn vrouw, lachend: „We zitten hier toch in de Alblasserwaard!”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer