TaalOceaan nieuwe methode voor aanvankelijk lezen
Groen Educatief rondt binnenkort een nieuwe methode voor het reformatorisch onderwijs af: ”TaalOceaan”. „Eigen lesmateriaal maken kan nog steeds.”
De methode voor aanvankelijk lezen en taal in groep 3 komt er op voorstel van de Stichting Initiatiefgroep Taalmethode (SIT), opgericht in 1986. Inmiddels zijn er oriëntatiebijeenkomsten voor de scholen georganiseerd –woensdag in Bruinisse de laatste– en rollen de bestellingen binnen. De lesontwerpers zijn klaar, de illustratoren maken de laatste illustraties en ook de digibordsoftware is al voor een behoorlijk deel ontwikkeld.
Derde methode
TaalOceaan is de derde lees- en taalmethode die het reformatorisch onderwijs voor groep 3 ontwikkelt. ”Van Woord tot woord” was in 1986 de eerste. Die is in de jaren 2004-2005 vervangen door ”Taalfontein groep 3”.
Voor de groepen 4-8 was er eerst ”Tong en teken” (1997-1998). Die methode werd in de jaren 2006-2009 vervangen door ”Taalfontein groep 4-8”. Deze methode was voor een groot deel gebaseerd op ”Taalleesland”, een uitgave van ThiemeMeulenhoff.
Taalfontein groep 4-8 is in 2015 vervangen toen Groen Educatief een aangepaste versie van ”Taal actief” van uitgeverij Malmberg op de markt bracht. Het overgrote deel van de reformatorische basisscholen werkt met deze versie of gaat dat binnenkort doen.
Alternatief
De vervanging van Taalfontein groep 3 liet langer op zich wachten. „Onderwijsmethoden hebben een levensduur van ongeveer acht jaar”, zegt Tom Bakker, uitgever bij Groen Educatief in Heerenveen. „Taalfontein groep 3 is inmiddels dubbel zo oud. Dat kun je hier en daar natuurlijk merken. Ergens gaat het over een strippenkaart. Die hebben we niet meer. Ook onderwijskundig maken we tegenwoordig andere keuzes.”
Enkele jaren geleden zijn veel reformatorische scholen overgestapt op ”LIJN3”, een reguliere methode van Malmberg. „Zij vonden dat Taalfontein groep 3 aan vervanging toe was en meenden in LIJN3 een geschikt alternatief te hebben gevonden. Andere scholen hadden daar moeite mee. Op hun herhaalde en dringende oproep komt Groen Educatief nu alsnog met een eigen methode voor aanvankelijk lezen en taal in groep 3: TaalOceaan. Met die naam laten we zien wat een wereld er voor kinderen opengaat als ze leren lezen.”
Andere sfeer
De keuze voor eigen methoden wordt volgens Bakker ingegeven door het besef dat het vooral bij jonge kinderen belangrijk is dat ze opgroeien in een omgeving die tot op zekere hoogte beschermd is. „Als plantjes nog klein zijn, hebben ze de kas nodig. Naarmate ze opgroeien, kun je ze steeds meer blootstellen aan het klimaat buiten de kas.”
In een notitie zette de uitgever op een rij waarin de nieuwe methode zich onderscheidt: „TaalOceaan ademt een sfeer die past bij de reformatorische scholen van nu. De sfeer die LIJN3 ademt, is anders. De een zal die sfeer overigens anders beleven dan de ander.” Hij noemde surrealistische illustraties; foto’s in tekeningen; verhalen over vermenselijkte dieren, over een fantastische reis naar de maan, over een prins, een prinses, een circus en piraten.
Groep 3 is ongeveer de helft van de lestijd bezig met lezen en taal, dus de methode voor dat vak is van grote invloed, zegt Bakker. „Met een enkel verhaaltje over een reis naar de maan zullen weinig mensen moeite hebben, maar als dat drie weken lang het thema is, ligt het even anders.”
Context
TaalOceaan is een volledig nieuwe methode. „Maar we bouwen wel voort op Taalfontein groep 3. De verhalen gaan nog steeds over Daan en Roos, al laat Joke Verweerd hen nu andere avonturen beleven. Verschillende elementen van Taalfontein groep 3 die de leerkrachten erg waardeerden, komen terug. Het is een moderne methode geworden, gebaseerd op de nieuwste wetenschappelijke inzichten.”
In de lessen ligt sterk de nadruk op technisch lezen. „Een kind dat in groep 3 goed leert lezen, heeft veel meer kans op een succesvolle schoolloopbaan dan een kind dat eind groep 3 nog moeite heeft met het leesproces.”
De methode bevat een dagelijks dictee en biedt stof voor een leeskwartiertje. Er worden 150 woordenschatwoorden aangeboden.
Spetterboekjes
De nieuwe methode, die aansluit op de christelijke versie van Taal actief in groep 4, is ontworpen door een team van leerkrachten met veel ervaring in groep 3, onder hoofdredactie van Jobien van den Broek-van Nieuw Amerongen. Tien christelijke kinderenboekenauteurs verzorgden elk een thematisch prentenboek.
Een oceaan bevat veel water, maar een leerling wordt van een spetter ook al nat. Daarom komen er spetterboekjes, met voor elke week twee bladzijden woordrijtjes en voor elke dag twee bladzijden verhaaltjes.
Adviseurs van Driestar en KOC helpen de scholen met achtergrondinformatie bij de methode en geven eventueel ook praktische begeleiding in de klas.
Betrokkenheid
Een kwalitatief goede methode maken is geen kleinigheid, zegt Bakker. „Maar het kan wel. Er is in het reformatorisch onderwijs voldoende kennis. En wat je niet weet, kun je vragen. Bij de ontwikkeling van TaalOceaan zijn we geholpen door dr. Kees Vernooy, verbonden aan Expertis in Enschede. Hij is praktisch ingesteld en goed op de hoogte van de wetenschappelijke stand van zaken.”
Een methode ontwikkelen kost veel. „Maar als alle reformatorische scholen eensgezind dezelfde keuze maken, is er heel wat mogelijk. Bij de ontwikkeling van TaalOceaan hebben we grote betrokkenheid bemerkt. Prachtig om te zien hoe een tiental leerkrachten avond aan avond bezig was voor een methode waarmee ze passend onderwijs kunnen geven, en daarmee bedoel ik onderwijs dat aansluit bij de gezinnen en de kerken. Daarin zie je iets van de gedrevenheid van de mannen en vrouwen van het eerste uur. En zolang die er nog is, kan er meer dan we soms denken.”
Eigen methoden
„We maken ons grote zorgen over het feit dat er steeds minder draagvlak is voor het ontwikkelen van methoden voor het reformatorisch onderwijs. Te gemakkelijk worden seculiere methoden ingevoerd op onze scholen”, schreef bestuurder drs. R. A. van der Garde van het Ds. G. H. Kerstencentrum (KOC) eind 2016 in onderwijsblad Criterium.
Het reformatorisch onderwijs heeft tal van methoden ontwikkeld, zoals ”Er is geschied” (vaderlandse geschiedenis, 1976, later herzien), ”Van Woord tot woord”, ”Tong en teken” en ”Taalfontein” (lees- en taalmethoden), ”Met de hand geschreven” en ”Schrijffontein” (schrijfmethoden van M. M. Natzijl). Meermalen werd er onder kerken en scholen een giftenactie gehouden omdat het plan anders niet gerealiseerd kon worden.
Op initiatief van de reformatorische scholen in Staphorst verschenen er vanaf 1995 prentenboeken over Bas om de taalontwikkeling van jonge kinderen te stimuleren. In 2007 kwamen ze met een aangepaste versie van het woordenboek van Van Dale.
Voor rekenen pasten Driestar educatief en KOC samen met uitgeverij Malmberg de methode ”De wereld in getallen” aan voor het christelijk onderwijs. Een aantal opgaven werd van een andere context voorzien, terwijl ook illustraties werden vervangen.
Engels
Voor het vak Engels zijn er de methoden ”My name is Tom” (2008) en ”Stepping up” (2013). De Erdee Media Groep (EMG) publiceerde de Engelstalige bladen ”Scope” (2008) voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en ”Schoolyard” (2009) voor de bovenbouw van het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Er kwam in 2012 een digitale opvolger, ”Scovr”, maar in 2015 werd het initiatief stopgezet.
Driestar educatief publiceerde in samenwerking met Jongbloed de methoden ”Vensters op Nederland” (geschiedenis) en ”Wonderlijk gemaakt” (seksuele opvoeding). Voor mediawijsheid ontwikkelde Driestar onderwijsadvies in 2018 de leerlijn ”Stapp”.
Het Ds. G. H. Kerstencentrum geeft voor de geschiedenislessen ”Vertel het door!” uit, een doorontwikkeling van ”Er is geschied”. Voor mediawijsheid introduceerde het KOC in 2015 de methode ”Achter de schermen”.
Het Sliedrechtse bureau Edu-Sign kwam voor het basisonderwijs met ”Wondering the World” (natuur en techniek, 2015) en ”News2Learn” (begrijpend lezen en mediawijsheid, 2016).
Seculiere methoden
De vanzelfsprekendheid dat reformatorische scholen voor eigen methoden kiezen, is sterk afgenomen en daardoor wordt het financieel moeilijker om initiatieven te ontplooien, zegt KOC-onderwijsadviseur K. Karels. „Een groot deel van de reformatorische basisscholen werkt in groep 3 inmiddels met een seculiere methode voor aanvankelijk lezen, ”LIJN3”. De animatiefilmpjes die erbij geleverd worden, worden soms dagelijks vertoond. Dat was op onze scholen eerder ondenkbaar. Van de sfeer van de methode naar het uiteindelijke doel, het lezen van de Bijbel, is dan een grote stap.”
Aardrijkskunde is een ander voorbeeld. „Edu-Sign wilde een methode ontwikkelen, maar er was onvoldoende draagvlak voor. Met als gevolg dat reformatorische scholen een seculiere methode voor dit vak gebruiken. Bij de Stichting Bijbel en Onderwijs en bijvoorbeeld in kringen van thuisonderwijzers leeft veel meer het besef dat alle vakken van de eigen identiteit doortrokken moeten zijn en dat een verantwoorde methode daarbij onmisbaar is.”
Werkgroep
Positief is volgens Karels dat inmiddels vanuit verschillende reformatorische onderwijsorganisaties een werkgroep is gestart die zich bezighoudt met methodeontwikkeling. Projectleider is L. A. G. Ruijgrok van Driestar onderwijsadvies.
Door betere coördinatie worden dubbele initiatieven voorkomen, zegt Karels. Verder wil de werkgroep het samenstellen of aanpassen van verantwoorde methoden een nieuwe impuls geven en de betrokkenheid van de scholen daarbij vergroten.