Israël steekt geld in Arabische wijken van Oost-Jeruzalem
Meer voetpaden, een betere vuilnisdienst, en meer blauw op straat. Bewoners van de Arabische wijken in Oost-Jeruzalem gaan merken dat Israël geld steekt in de ontwikkeling van hun woonomgeving.
De tour begint bij het gemeentehuis van Jeruzalem. Een groepje journalisten loopt langs een aantal loketten, daalt de trappen af en komt in een vergaderzaaltje waar locoburgemeester voor buitenlandse relaties Fleur Hassan-Nahoum, al zit te wachten, met naast haar Ben Avrahami, vice-adviseur van burgermeester Moshe Lion van Oost-Jeruzalem.
De twee houden een lang verhaal, dat hierop neer komt: in de afgelopen decennia hebben Israëlische regeringen –zowel rechtse als linkse– gedacht dat er een politieke oplossing zou komen tussen Israël en de Palestijnen, en waarbij Israël de Arabisch-Palestijnse wijken in Oost-Jeruzalem zou opgeven. Hun conclusie was: Geen geld steken in die wijken, want waarom zouden ze investeren in delen van de stad die straks toch niet meer bij Israël horen?
De laatste jaren echter maakt de regering ernst met het ontwikkelen van die Arabische wijken, en ze doet dat in samenwerking met de plaatselijke leiders en met wijkcentra. „De regering heeft besloten twee miljard sjekel (een half miljard euro) te investeren in Oost-Jeruzalem”, zegt Hassan-Nahoum.
Met dat geld worden voetpaden aangelegd, wordt de stadsreiniging verbeterd, en ook het onderwijs. Nu werken de meeste scholen nog met het Palestijnse lesprogramma, maar de gemeente zou graag zien dat meer scholen het Israëlische gaan volgen. Scholieren zullen dan een betere aansluitingen hebben op vervolgonderwijs aan Israëlische hogescholen en universiteiten. En betere opleidingen moeten weer leiden tot goede banen en een verhoging van de levensstandaard in Oost-Jeruzalem.
De gemeente probeert ook meer Arabische vrouwen aan het werk te helpen. Zo kunnen ze rentevrije leningen krijgen om bijvoorbeeld een cateringbedrijf op te zetten.
Ben Avrahami verwacht dat Palestijnen in de toekomst sneller een bouwvergunning krijgen. Nu is dat nog heel moeilijk. Jeruzalem geeft volgens ‘insiders’ slechts vijftien procent van de bouwvergunningen aan Arabieren in Jeruzalem, terwijl zij meer dan een derde van de bevolking uitmaken.
Jeruzalem is nu bezig landbezit in de Arabische wijken officieel te registreren. Tot nu toe moesten Arabieren die op hun land wilden bouwen, handtekeningen verzamelen van de leiders van Arabische gemeenschappen. Dat leidde volgens critici tot corruptie.
Door een gebrek aan huizen wonen ongeveer 100.000 Palestijnse Jeruzalemmers aan de andere kant van de muur. Die muur, door Israël aangelegd om de kans op aanslagen te verkleinen, loopt op drie plaatsen dwars door de stad. Achter de muur konden aannemers naar hartenlust bouwen want inspecteurs durfden er niet te komen.
Ook andersoortige dienstverlening liet in deze wijken sterk te wensen over. Er heerste anarchie, compleet met drugshandel en illegaal wapenbezit.
Maar ook dat gaat veranderen. Zo vertellen politieagenten dat er vijf nieuwe politiebureaus zijn geopend in de Arabische wijken. De agenten die spreken er Arabisch en een deel van hen is moslim. „We helpen er de Arabische gemeenschap”, zegt een van de agenten. „Bewoners moeten voelen dat de politie er voor hen is.”