Probleem van IS-kinderen verwoest gezinnen in Irak
Door de crisis in Irak kan Islamitische Staat (IS) gemakkelijk mensen werven in Irak. Terreurexperts waarschuwen dat jihadisten in Irak vooral ondergronds een netwerk hebben.
Vooral in de provincies waar Islamitische Staat jarenlang heeft huisgehouden, lijkt de situatie uitzichtloos. Het betreft hier de regio’s die in meerderheid door soennitische moslims werden bewoond. Miljoenen van hen sloegen op de vlucht om later te ontdekken dat ze waarschijnlijk nooit meer naar hun huizen konden terugkeren. Ze werden vreemden in eigen land en voelen zich door de staat in de steek gelaten.
In het langs sektarische lijnen verdeelde Irak worden soennieten tegenwoordig gewantrouwd als een groep die heimelijk sympathiseert met IS. De soennitische geestelijke Abdul Wahab al-Samara’i vatte het gemoed van zijn communiteit samen in de woorden „wij worden als soennieten voortdurend aangevallen. We kregen klap na klap te incasseren.”
Soennitische steden als Tikrit en Falluja liggen volledig in puin en de soennitische kroonjuweel Mosul is nog slechts een schaduw van zichzelf. De verdrijving van de IS uit Mosul heeft minstens 10.000 inwoners van deze stad het leven gekost. Sommigen vermoeden dat het werkelijke dodental 40.000 is. Toch beweerde de Irakese ex-premier al-Abadi onlangs tijdens een forum dat „er bij de bevrijding van Mosul slechts acht vrouwen en kinderen werden gedood. Ik was er zelf bij.” Een onbegrijpelijke uitspraak, die de Irakese soennieten gelaten over zich heen lieten komen.
De lijst van gezochte IS-leden is in Irak gegroeid tot 100.000. Familieleden werden in speciale kampen opgesloten. Er doen verhalen de ronde over de terreur en willekeur die hier zouden heersen. Er zou sprake zijn van talloze verkrachtingen. Honderden kinderen die daaruit worden geboren, worden voor dood in vuilnisbakken achtergelaten omdat niemand ze wil hebben. In een tribale samenleving waar de eerbaarheid van vrouwen het aanzien van de stam bepaalt, zijn dit immers kinderen van schande.
De (tien)duizenden kinderen die door IS-strijders werden verwekt, vormen een groep slachtoffers die tot nu toe veelal buiten beeld bleven. Ze zijn onschuldig, maar zijn voor het leven getekend, terwijl hun moeders en familie getraumatiseerd zijn. De moeders werden vaak uit hun stam verstoten. Of ze moesten afstand doen van hun kinderen.
De kinderen krijgen mee dat iedereen wenste dat ze nooit waren geboren. Ze kwamen in de wereld omdat hun moeders (soms uit vrije wil) een relatie aangingen met IS-militanten. Soms werden ze ook verwekt omdat hun moeders gedwongen werden mee te werken aan de vorming van een nieuwe IS-generatie om de toekomst van deze organisatie veilig te stelen. Of omdat hun moeders als slavinnen verkracht werden.
Vooral in de jezidi-gemeenschap sloeg dit diepe wonden. Jezidi-leiders vaardigden onlangs een religieus decreet uit waarin werd verklaard dat ook de kinderen die jezidi-vrouwen mee terugbrachten uit hun slavenbestaan, welkom waren. Veel jezidi’s beschouwen deze kinderen echter als een erfenis van hun doodsvijand.
De schuld van de vaderen wordt hier gedragen door hun kinderen, die echter nog te jong zijn om dit te beseffen. Dit zijn tragedies die in Irak talloze families aan het verwoesten zijn.