Kerk als schuilplaats in de wildernis
*
Seksueel misbruik in pastorale relaties komt té vaak voor, zegt interim predikant ds. S. H. Bloemert. „En dat terwijl de kerk een schuilplaats in de wildernis moet zijn.”
Twintig jaar na het verschijnen van het rapport ”Schuilplaats in de wildernis?” is het tijd om het beleid van de kerk te evalueren, vindt ze. Ds. Bloemert verwijst naar het misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk en naar de #MeToo-beweging.
„Negeren van seksueel misbruik is geen optie”, aldus de predikant. „Het is een zonde, een kwaad in Gods ogen, een zonde tegen de medemens. De kerk moet onomwonden kiezen voor slachtoffers van seksueel misbruik. Wie macht heeft, draagt verantwoordelijkheid. De kerk moet voor iedereen een veilige plek zijn. De centrale vraag is: hoe krijgen we dat?”
De kerk heeft protocollen voor het omgaan met mogelijk seksueel misbruik. „Maar lang niet alles is daarin te vatten, zoals gevoelens van slachtoffers. Goede bedoelingen kunnen anders uitpakken dan gedacht.”
Vergeving is volgens haar „prachtig”, maar niemand kan daartoe gedwongen worden. „Vergeving gaat nooit zonder excuus. Bij genade hoort ook gerechtigheid. Vergeving kan alleen vrijwillig geschonken worden, en dat kost tijd.”
Preventie is belangrijk, onderstreept ds. Bloemert. „Die moet hoge prioriteit hebben bij iedereen die in de kerk werkt. Het uiteindelijke doel is het voorkomen van machtsmisbruik.” Ook is nodig dat alle werkers in de kerk een verklaring omtrent gedrag hebben.