De Bijbel, ontsloten voor de religieus geïnteresseerde mens
De Bijbel ontsluiten voor de hedendaagse religieus geïnteresseerde mens. Dat is, zegt dr. J. J. C. Maas, het doel van ”De Bijbel spiritueel”. De vuistdikke pil kan volgens hem goed gebruikt worden voor „de spirituele zoektocht van de individuele lezer.” Het boek vormt de afsluiting van een megaproject van drie dikke delen. Eerder verschenen de standaardwerken ”Symbolen in de Bijbel” en ”De Bijbel literair”.
De redactie van ”De Bijbel spiritueel” (uitg. Meinema, Zoetermeer; 796 blz.; 55 euro) staat onder leiding van dr. F. A. Maas (bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Utrecht op het vlak van christendom en hedendaagse cultuur), dr. J. J. C. Maas (universitair hoofddocent voor catechetiek aan de Katholieke Theologische Universiteit Utrecht) en dr. K. Spronk (onderzoeker Oude Testament aan de Theologische Universiteit Kampen).
In de tuin van zijn boerderij -een idyllische plek, gelegen aan de dijk in Dussen- vertelt dr. J. J. C. Maas over de thematiek van het boek. „Spiritualiteit is nog steeds in, omdat het een grondhouding betreft: hoe staan mensen in het leven? Het gaat hier om zinvragen die voor alle tijden gelden en die alles te maken hebben met het bestaan. Meestal cirkelen ze rond de dood, de tijd en het kwaad; zeg maar de typische kenmerken van religieuze vragen.”
De 98 auteurs kregen elk een woord of werkwoord mee voordat zij gingen schrijven. Rond dit woord of thema, dat als een focus functioneert, hebben zij een bijbelboek, soms een hoofdstuk of pericoop, soms enkele verzen, gelezen.
Het boek wil de spirituele -zeg: bevindelijke- laag van de Bijbel ontsluiten. Dr. Maas: „Dat gebeurt eerst door de bijbelse context toe te lichten. Wat wil de tekst zeggen in haar historische context? Daarna worden de scribenten uitgedaagd om te beschrijven wat het betreffende bijbelboek voor henzelf betekent. Het gaat er vooral om dat de Bijbel in contact gebracht wordt met de hedendaagse mens.”
Heeft deze benadering niet iets subjectiefs?
„In elke geloofservaring zit iets subjectiefs. Maar we beginnen niet voor niets met de beschrijving van de historische context van een hoofdstuk of pericoop. Het boek is een werkboek; geen leerboek of dogmatiek. Het is onder meer bedoeld voor godsdienstdocenten, voor pastores bij hun preekvoorbereiding en voor lezers om in groepsverband te bespreken. Het verkondigt ook niet het laatste woord over dé bijbelse spiritualiteit. Een eensluidend antwoord bestaat niet. In de spirituele zoektocht van de mens wordt niet alleen de tekst, maar ook de mens zelf opengebroken. Hij is zelf verplicht de spirituele dieptelaag van de Bijbel te ontdekken, ook in zijn eigen bestaan. En die mens laat zich niet gezeggen door traditionele paden, maar door wat hij zelf gaat zoeken en vinden.”
De Bijbel is een literair, cultuurhistorisch document, aldus de redactie. Maar de Bijbel is toch veel meer: het Woord van God Zelf, Die tot mensen spreekt?
„De Bijbel is een literair en cultureel product, daar willen we mee beginnen. Maar de Bijbel is ook een ontmoetingsplaats waar de werkelijkheid van God kan oplichten, mits goed gelezen. Dat goddelijke is er dus zeker ook. Maar ik zie tussen al deze aspecten geen tegenstelling. Als je spreekt van de Bijbel als norm voor het leven, moet er wel aandacht zijn voor de vraag hoe deze norm in de context van het leven van alledag zijn plaats krijgt. Het Woord van God moet iedere keer klinken, opdat mensen van vandaag er voortdurend door aangesproken worden. En dan kan de Bijbel de mens ook regelmatig tegenspreken. Ook dat is een ervaring. Zo heb ik een bijdrage geschreven over Elia, die soms een tegendraads profeet was, en die overvallen werd door moedeloosheid.”
De Bijbel wordt meer gelezen dan vroeger - daarvan is dr. Maas, zelf rooms-katholiek, overtuigd. „Toen ik in de jaren zeventig in het lager beroepsonderwijs werkzaam was, moest je in katholieke kring niet met de Bijbel aankomen. In het godsdienstonderwijs had men er zelfs grote moeite mee om de Bijbel te gebruiken. In de kerk was de Bijbel wel aanwezig, maar meer verpakt in de riten van de liturgie. Protestanten hebben een veel directere relatie met de Schrift. Maar nu merk ik via mijn studenten die als leraar in opleiding stage lopen voor het vak godsdienst op scholen voor voortgezet onderwijs, dat hun leerlingen wel degelijk geïnteresseerd zijn in (delen van) de Schrift. De laatste jaren is er veel meer aandacht gekomen voor bijbelcatechese en bijbelvertaling. Ook in bijbelgroepen merk ik dat mensen het fantastisch vinden actief met schriftteksten om te gaan en de woorden Gods mee te ervaren.”
Samen met zijn mederedacteuren schreef dr. Maas de bijna honderd auteurs aan om een bijdrage te leveren. „Criterium was in ieder geval dat de persoon een theoloog was. Naar richtingen is niet gekeken.” Daarom is het waarschijnlijk toevallig, zegt hij, dat niemand van hen de orthodoxe richting in de Nederlandse theologiebeoefening vertegenwoordigt. „Maar we hebben niemand op voorhand uitgesloten”, benadrukt hij. „De auteurs zijn mensen die wij drieën in elk geval goed kennen. We hebben niet gescreend op het feit of iemand orthodox of vrijzinnig was; beide houdingen sluiten wij niet uit.”