Nieuwe club streeft naar Nedersaksische leerboeken
Taaldocenten hebben begin deze maand de vereniging Levende Talen Nedersaksisch opgericht. Het verband wil zich sterk gaan maken voor Nedersaksische leermiddelen in het onderwijs, meldde de Gelderlander onlangs.
De club hoopt daarmee binnen het onderwijs de aandacht voor en kennis van het Nedersaksisch te vergroten. Initiatiefnemer is Willemijn Zwart (29), projectleider streektaal van de IJsselacademie in Zwolle. De neerlandica vindt dat het Nedersaksisch een eigen vereniging verdient, zeker na de officiële erkenning als taal vorig jaar.
Missie is de ontwikkeling van de Nedersaksische taal. De vereniging wil een leerlijn Nedersaksisch voor het basisonderwijs ontwikkelen.
Zwart, in de Gelderlander: „Kinderen profiteren veel meer van de voordelen van een tweetalige opvoeding wanneer hun streektaal als gelijkwaardig wordt gezien aan de voertaal die op school wordt gebruikt. Doordat kinderen twee talen spreken, ontwikkelen ze over het algemeen ook een groter taalgevoel. Ze leren later makkelijker een nieuwe taal en leren er zelfs beter Nederlands door.”
Gelderland of Urk
Er hebben zich al 22 leden aangemeld en zijn er nog 21 toezeggingen. Behalve Zwart zijn Marieke Dannenberg, medewerker streektaalonderwijs van de Twentse culturele instelling Twentehoes, en Anne Schepers, docent meertaligheid aan de Stenden-pabo in Emmen, bestuurslid. Het bestuur zoekt nog bestuursleden uit de Stellingwerven, Groningen, Gelderland of Urk.
De Nedersaksische streektaal bestaat uit een groep dialecten die worden gesproken in noordelijk en oostelijk Nederland en in het noorden van Duitsland, tot aan Polen toe.