Bespioneerd ASML daalt op lager Damrak
Het aandeel ASML stond donderdag onder druk op de Amsterdamse beurs, na een bericht over spionage door China bij het bedrijf. De Europese beurzen lieten een gemengd beeld zien. Beleggers deden het rustig aan in afwachting van de kwartaalcijfers van de bedrijven en hielden de ontwikkelingen rond de handelsgesprekken tussen de VS en China in de gaten.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde in de ochtendhandel 0,2 procent in de min op 560,60 punten. De MidKap klom 0,1 procent tot 803,33 punten. De hoofdindex in Parijs steeg 0,3 procent en Frankfurt daalde 0,1 procent. De Londense FTSE zakte 0,2 procent. De Britse premier Theresa May krijgt tot 1 november de tijd om haar brexitdeal door het Britse parlement te loodsen.
ASML (min 1,7 procent) was de grootste daler bij de hoofdfondsen. Chinese spionnen hebben op grote schaal bedrijfsgeheimen gestolen van de Veldhovense chipmachinemaker. De daders zijn hooggeplaatste R&D-medewerkers van het bedrijf, die indirecte banden hebben met het Chinese ministerie van Wetenschap en Technologie, blijkt uit onderzoek van Het Financieele Dagblad. Speciaalchemiebedrijf DSM voerde de stijgers aan met een winst van 0,7 procent.
Op de lokale markt steeg Neways Electronics 1,8 procent. De producent van elektrotechnische componenten sleepte in het eerste kwartaal flink meer orders in de wacht. Curetis zakte 2,3 procent. Het in Amsterdam genoteerde Duitse biotechnologiebedrijf leed vorig jaar meer verlies.
In Parijs klom LVMH (Louis Vuitton Moët Hennessy) 3,3 procent tot de hoogste koers ooit. De Franse producent van luxegoederen heeft het eerste kwartaal fors meer omzet gedraaid. Vooral met de luxemerken Louis Vuitton en Christian Dior deed het bedrijf goede zaken. Concurrent Kering, eigenaar van Gucci, won 1,6 procent.
Sodexo dikte 4,1 procent aan. het Franse schoonmaak- en cateringbedrijf boekte meer omzet in de eerste helft van het boekjaar en handhaafde zijn financiële doelen.
De euro was 1,1280 dollar waard, tegen 1,1269 dollar een dag eerder. De prijs van een vat Amerikaanse olie daalde 0,7 procent tot 64,12 dollar. Brentolie kostte 0,6 procent minder op 71,33 dollar per vat.