Heeft oorlog invloed op belijdenisgeschriften?
Is er een verband tussen oorlogen, godsdienstconflicten en protestantse belijdenisgeschriften? Volgens Gerald Russelman wel.
Russelman (1935) was docent statistiek aan de faculteit psychologie van de Vrije Universiteit Amsterdam. In dit boek beweegt hij zich buiten zijn vakgebied en doet hij een poging om de algemene mechanismen die een rol spelen bij oorlogen, toe te passen op de godsdienstige conflicten in de zestiende eeuw. Hij gaat na in hoeverre deze mechanismen hebben doorgewerkt in de protestantse belijdenisgeschriften.
Bij de oorlogsmechanismen kan bijvoorbeeld gedacht worden aan ”geweld roept geweld op”, escalatie, ”demonisering van de tegenstander” en vergeldingsdrang. Centraal staat de reformator Maarten Luther. In hoeverre zijn zijn opvattingen afkomstig van ”vrij nadenken” en in hoeverre zijn de geschriften die hij gepubliceerd heeft, gedicteerd door de oorlogsmechanismen?
Het klinkt pretentieus om te proberen Luthers opvattingen te ontdoen van de ruis die ontstaan is door de polemische setting waarin hij leefde en theologiseerde „en daarmee dichter bij de echte waarheid te komen.”
Teleurstellend
De uitwerking van de onderzoeksvraag is ronduit teleurstellend, omdat de prominent aanwezige eigen opvattingen van de auteur een eerlijk luisteren naar de zestiende-eeuwse stemmen in de weg staan. Nog voordat Luther zelf aan het woord is gekomen, lezen we al over de tragiek dat hij zelf nauwelijks heeft kunnen profiteren van zijn nieuwe visie op Gods gerechtigheid: „Hij kwam tot een deprimerend en theologisch overladen geloofsbegrip en door zijn allergie voor ”goede werken” kwam hij niet tot het ontwerpen van een psychologisch verantwoorde christelijke motivatietheorie.”
Wat Luther betreft, heeft de auteur zich vooral gebaseerd op het driedelige overzichtswerk van Martin Brecht, dat in de jaren tachtig van de vorige eeuw is uitgekomen. Van studies die sindsdien verschenen zijn, is nauwelijks of geen gebruikgemaakt.
Oorlogsmechanismen
Uiteindelijk is het Russelman erom te doen te laten zien hoe de oorlogsmechanismen doorwerken in de Nederlandse belijdenisgeschriften. Helaas heeft hij niet de moeite genomen om een basale inleiding op de Heidelbergse Catechismus ter hand te nemen. Had hij dat gedaan, dan had hij niet geschreven: „Hoewel deze catechismus vooral is opgesteld om duidelijkheid te krijgen over het Heilig Avondmaal (of de Mis)…”
Even verder merkt hij terloops op: „Vraag 1 (over de enige troost, WM) is trouwens ook pas later toegevoegd, op aandringen van de keurvorst Frederik III van de Palts.” De enige vraag die ongeveer een maand na het verschijnen van de eerste druk is toegevoegd, betreft vraag en antwoord 80 over de ”paapse mis”. In de Heidelbergse Catechismus ziet de auteur het beeld van „een god wiens vergeldingshonger nauwelijks valt te stillen.”
Om kort te gaan, een mislukt uitstapje buiten het eigen vakgebied.
Luther en de oorlog. Over de doorwerking van de godsdienststrijd in de protestantse belijdenisgeschriften. Een polemologische studie, Gerald H. E. Russelman; uitg. Gopher; 150 blz.; € 17,50.