RMU’er blijft principieel tegen staken
De meeste leden van de RMU vinden nog altijd dat staken alleen geoorloofd is als doorwerken zonde is, of bij extreem onrecht. Dat blijkt uit een peiling van de reformatorische vakorganisatie.
Het is ook de officiële opvatting van de RMU. De organisatie, die zowel werkgevers als werknemers als lid heeft, kiest principieel voor het zogeheten harmoniemodel. Dat houdt in dat beide partijen moeten proberen door overleg in één schip te komen.
Staken voor een cao of sociaal-economische thema’s zoals salarisverbetering of verhoging van de AOW-leeftijd is voor de meeste RMU’ers niet aan de orde. Protesteren mag wel, mits de werknemers op een beschaafde wijze hun mening kunnen laten horen, bijvoorbeeld in de vorm van een handtekeningactie of ledenraadpleging.
Aan het onderzoek, dat in maart werd uitgevoerd, deden 600 van de ruim 17.000 leden mee. Bijna een op de vijf respondenten wijst staken per definitie altijd af. Een kleine minderheid (7,5 procent) heeft een ruimere opvatting: deze leden zijn tot staken bereid als ze persoonlijk vinden dat daar een goede reden voor is.
Zondag
Als de werkgever de werknemer verplicht om op zondag te werken of werk te doen waartegen hij gewetensbezwaren heeft, vindt ongeveer drie kwart van de respondenten dat staken, werk weigeren of meedoen aan een protestactie geoorloofd.
Als het salaris niet wordt uitbetaald, de werknemer gevaarlijk werk moet doen, moet meewerken aan bewuste milieuvervuiling of aan fraude ligt dat aandeel wat lager, ongeveer op twee derde. In deze gevallen zou een derde van de ondervraagde RMU-leden tóch de opgedragen taken uitvoeren.
Uit het onderzoek bleek verder dat de afwijzing van staken door de generaties stand houdt: jongere leden (tot 35 jaar) denken er hetzelfde over als leden boven de 55 jaar. Wel komen jongeren wat vaker voor zichzelf op via alternatieve vormen van protest, bijvoorbeeld via sociale media. Ook zijn ze eerder bereid om nee te zeggen tegen overwerk.
Jan Schreuders is coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid bij de RMU. Hij zegt dat de RMU voor het eerst in haar bestaan zo specifiek naar de mening van de leden over staken en werkweigering heeft gevraagd.
Waarom dit onderzoek?
„Onze leden worden steeds vaker met stakingen en protestacties geconfronteerd, bijvoorbeeld in het onderwijs. Tegelijk zie je dat in onze achterban opvattingen verschuiven. Als het gaat over je stem laten horen op je werk of in de maatschappij is er een grijs gebied. Mensen lopen bijvoorbeeld mee in de mars voor het leven om te protesteren tegen de vele abortussen in Nederland. Wij wilden graag weten of de RMU als het om staken gaat nog steeds de mening van de leden vertolkt.”
Wat vindt u van de uitkomsten?
„We zijn blij dat de meerderheid net zo over staken denkt als wij. Een steun in de rug is ook dat een cao of thema’s als salarisverhoging of aanpassing van de AOW-leeftijd voor bijna niemand reden zijn om de straat op te gaan. Het valt mij op dat RMU-leden protesteren vooral geoorloofd vinden wanneer ze op een beschaafde manier hun mening duidelijk kunnen maken. Acties die zich kenmerken door ongehoorzaamheid of geweld of die anderen kwaad doen, wijzen ze af.”
Een derde van de respondenten weigert kennelijk niet als ze moeten meewerken aan zaken als fraude of bewuste milieuvervuiling. Wat vindt u daarvan?
„Er kunnen verschillende redenen zijn waarom iemand dan toch zijn werk blijft doen. Dat ze niet weigeren wil volgens mij niet zeggen dat deze leden het met zulke praktijken eens zijn. Ze kunnen altijd bezwaar maken. En wie in gewetensnood komt, kan misstanden gelukkig altijd melden. Daarvoor hebben we in Nederland klokkenluidersregelingen.”