Onderwijs & opvoeding

Tom (16) geeft geld uit als water

Onze zoon Tom van 16 heeft sinds een jaar een bijbaantje om wat geld te verdienen. Hij geeft zijn geld echter uit als water. Achteraf kan hij vaak niet meer vertellen waaraan hij het heeft uitgegeven. Hoe moeten wij als ouders hiermee omgaan?

Nely van Dam
12 March 2019 12:36Gewijzigd op 30 January 2023 15:18
Tom kan niet goed met geld omgaan. beeld Anjo Mutsaars
Tom kan niet goed met geld omgaan. beeld Anjo Mutsaars

Het kan voor ouders lastig zijn als ze zien dat hun kind moeilijk met geld kan omgaan. Jongeren verschillen sterk in de manier waarop ze dit doen. Zelfs kinderen uit hetzelfde gezin kunnen in het uitgeven of sparen van geld fors verschillen, terwijl ze toch dezelfde opvoeding hebben genoten. Zo komt het voor dat een kind niet goed met geld omgaat, terwijl het wel spaarzame ouders heeft.

Ouders kunnen verschillend reageren op verkwistend gedrag van hun nageslacht. Ze kunnen er conflicten over aangaan, of juist de verwachting hebben dat de verkwisting zal verminderen als het kind volwassen wordt.

Bij de dag

Ouders beïnvloeden de manier waarop hun kinderen met geld omgaan. Een kind kopieert al dan niet bewust veel van het gedrag van z’n ouders. Hechten zij aan sparen, dan zal hun kind dat later vaak als normaal beschouwen. Leven opvoeders echter bij de dag, dan is hun kroost sneller geneigd dát gedrag te kopiëren.

Behalve opvoeding kunnen ook andere factoren de geldbesteding van jongeren beïnvloeden. Neem het karakter van een kind. Wanneer het impulsief van aard is, zal het minder snel nadenken voordat het zijn geld uitgeeft.

Consumptiemaatschappij

Daarnaast draagt de toenemende economische welvaart eraan bij dat jongeren tegenwoordig veel meer te besteden hebben dan hun ouders. De westerse mens leeft momenteel in een consumptiemaatschappij waarin elke behoefte direct kan worden bevredigd, terwijl voor dezelfde uitgaven vroeger moest worden gespaard.

Ook het uitgavenpatroon van vrienden heeft vaak veel effect op jongeren. Vaak hebben ze de gedachte dat als het voor hun vrienden mogelijk is iets aan te schaffen, dat voor hen ook geen probleem is. Erbij willen horen is voor veel jongeren een motief om toch spullen te kopen, ook als die niet nodig zijn.

Veel jongeren laten zich in hun keuzes beïnvloeden door de reclame en de mode. Ook spiegelen ze zich aan de mening van anderen.

De invloed van reclame is sterker naarmate de jongere impulsief van aard is. Het geeft hem vaak een prettig gevoel om spullen te kopen. De adolescent denkt dan vaak niet na over de noodzaak van de aankoop.

Jongeren met ADHD lopen hierbij een verhoogd risico. Bij hen komt dat impulsieve koopgedrag vaker voor. Ze hebben vaak meer dan leeftijdsgenoten zonder deze aandoening moeite om het verband te leggen tussen de oorzaak en het gevolg van hun handelen. Bij aanwezigheid van deze problematiek moeten opvoeders extra alert zijn op het uitgavenpatroon van het kind.

Gedrag ombuigen

Om impulsief koopgedrag te begrenzen, is het noodzakelijk dat ouders het nut van sparen met hun kind bespreken. Het werkt vaak motiverend om samen met hem een bepaald spaardoel vast te stellen.

Neem Tom. Hij moet zijn doel binnen een zekere termijn bij elkaar sprokkelen, wil hij zijn motivatie om te sparen niet verliezen. Het is verstandig om aan het niet nakomen van de spaarafspraak negatieve consequenties te verbinden.

Tom is al 16, dus hij begrijpt dat sparen niet alleen goed is om zijn wensen in vervulling te laten gaan. Hij snapt ook dat het wijs is een buffer voor de toekomst te hebben. Over enkele jaren wordt Tom 18 jaar. Dan is hij in principe verantwoordelijk voor zijn eigen inkomsten en uitgaven. Te denken valt aan studiekosten en uitgaven voor kleding. Bovendien vervalt op 18-jarige leeftijd de kinderbijslag. Tom moet dan voor zijn eigen inkomsten zorgen.

Om met hem over sparen te kunnen praten, is het nodig dat hij weet welke lasten er maandelijks aankomen. Het is van belang om dat na te gaan of hem ervan op de hoogte te brengen, bijvoorbeeld door hem te wijzen op de rekenmodellen van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud).

Kostgeld

Er zijn gezinnen waar een kind kostgeld moet betalen zodra het zelf verdient. Het is raadzaam hiervoor een vast moment in de maand te kiezen, en af te spreken dat het kind dit bedrag eerst voldoet voordat het andere uitgaven gaat doen. Zo voorkomen ouders dat hun kind onverwachts geen geld meer heeft. Ook biedt zo’n afspraak duidelijkheid aan de jongere.

Veel kinderen hebben al op jonge leeftijd een betaalrekening. Doordat ze bij de kassa vaak pinnen, verliezen velen het overzicht én het inzicht in hun geldzaken. Om dit aan te pakken, is het nodig dat ouders en kind afspraken maken over het pingedrag. Ook kunnen ouders bij de bank opgeven hoeveel geld hun kind (tot diens 18e) maximaal in een week of een maand mag opnemen.

Het is verstandig dat een kind eens per week een bedrag pint en het de rest van de week daarmee moet doen. Bij grotere bedragen kan het raadzaam zijn af te spreken dat de jongere zijn uitgaven op een vast moment in de maand moet verantwoorden. Zo wordt hij min of meer gedwongen een administratie bij te houden en krijgt hij wellicht zelf ook meer inzicht in de uitschieters van zijn uitgavenpatroon. Bovendien stellen ouders een limiet en voorkomen ze het ontstaan van schulden.

Nieuw mobiel

Opvoeders kunnen impulsief koopgedrag tegengaan door vooraf met hun kind te bespreken of een aankoop nodig is. Een jongere hoeft niet al zijn wensen in één keer in vervulling te zien gaan. Wanneer Tom langer op de aanschaf van zijn nieuwe mobiel moet wachten, is zijn gevoel van voldoening groter als hij dat heeft gekocht.

Ouders doen er verstandig aan samen met hun kind een lijstje te maken van de noodzakelijke inkopen. Het is voor Tom van belang er een gewoonte van te maken uitsluitend dingen te kopen die op dat lijstje staan. Ook is het slim als hij zich bij het shoppen beperkt tot een aantal winkels. Het is wijs dat hij, samen met zijn ouders, vooraf bepaalt bij welke winkels hij moet zijn.

Het is vervolgens ook goed om op een rustig moment te winkelen. Hierdoor kan Tom zich beter concentreren op zijn noodzakelijke aankopen, zodat hij prikkels van andere consumenten vermijdt.

Als er bij de aanschaf sprake is van keuzestress, is het van belang dat Tom zich laat helpen door iemand die hij vertrouwt. Die persoon kan hem helpen een verstandige afweging te maken. Het positieve effect hiervan is dat Tom zich gesteund weet in zijn leerproces ten aanzien van geld-besteding. Indirect is dat gunstig voor zijn gehele ontwikkeling.

>>rd.nl/eigenwijzer voor meer afleveringen.

Tips

Spreek samen een spaardoel af.

Beperk het aantal pinmomenten.

Beperk het pinbedrag.

Maak een lijstje voordat het kind gaat winkelen en laat het uitsluitend kopen wat er op het lijstje staat.

Bepaal vooraf in welke winkels het kind moet zijn, om impulsief koopgedrag te voorkomen.

Laat het kind winkelen op een rustig moment, zodat het zich beter kan concentreren.

Probeer het kind te helpen bij het maken van een keuze.

Gun het kind tijd om na te denken voordat het tot aankoop van noodzakelijke spullen overgaat.

Wilt u reageren of hebt u vragen over opvoeding? Leg ze (anoniem) voor aan de medewerksters van Eigenwijzer. Dat kan door de situatie en de (gezins)omstandigheden, liefst uitvoerig, te mailen naar: wijs@rd.nl of te sturen naar: RD, t.a.v. redactie Wijs, Postbus 670, 7300 AR Apeldoorn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer