Economie

Hoofdgasnet moet vaker wijken voor bebouwing

Het komt steeds vaker voor dat de Gasunie leidingen van het hoofdgasnet moet verplaatsen. De oprukkende bebouwing eist meer en meer ruimte, maar mag tegelijkertijd niet in de buurt komen van het 11.000 kilometer tellende hoofdgasnet.

ANP
2 August 2004 16:25Gewijzigd op 14 November 2020 01:29

„Wij weten van elke meter waar die ligt", zegt woordvoerder A. Warner van de Gasunie. Het leidingstelsel waardoor het gas tussen de Nederlandse steden stroomt, is tot in detail in kaart gebracht. De Gasunie begon in 1963 met de bouw van het hoofdgasnet. Het merendeel van de leidingen dateert van voor 1980 en loopt anderhalve meter onder onbebouwde landbouwgrond tot aan de stadsgrenzen.

In de buurt van het hoofdgasnet mag absoluut niet worden gebouwd, benadrukt de Gasunie. Vuistdikke bepalingen geven aan waar gemeenten wel en niet mogen bouwen. „Gemeenten controleren dit voordat ze een bouwvergunning afgeven." Bovendien komen de inspecteurs van de Gasunie altijd ter plaatse en verstrekken zij de aannemer de juiste tekeningen. Soms gaan echter nieuwe woningen of kantoren voor. „Ook al was het gasnet er het eerst, wij moeten het steeds vaker verleggen", aldus de woordvoerder.

De slagader van de gasvoorziening heeft niet alleen last van de oprukkende woningbouw. Ook voor bijvoorbeeld de Betuwelijn moesten de 1 meter dikke leidingen van het hoofdgasnet op meerdere punten worden verlegd of verdiept.

Naast de strikte bouwregels en de controle door de gemeenten controleert de Gasunie ook zelf het uitgestrekte leidingnet. „Niet alles wordt namelijk gemeld." Met een vliegtuig speurt de Gasunie de omgeving van het enorme hoofdgasnetwerk af op sporen van bouwactiviteit.

De gasbuis die langs het getroffen Belgische Ghislenghien liep, was een uitzonderlijk zware leiding die werd gebruikt voor de gasexport van Zeebrugge naar Frankrijk. De situatie in België is echter niet wezenlijk anders dan die in Nederland. „Ook daar verloopt het toezicht via de gemeente", zegt Warner. Door de bank genomen, hanteren alle West–Europese landen dezelfde procedures voor hun hoofdgasnetten. Regelmatig wordt overlegd en informatie uitgewisseld. „Het Nederlandse gasnet behoort qua veiligheid tot de internationale topvijf."

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer