Letterknechterij
Prediker 7:16
„Wees niet al te rechtvaardig, en houd uzelven niet al te wijs; waarom zoudt gij verwoesting over u brengen?”
Harde rechters zijn zeer slechte kopieerders, die ook melkachtige wetten met bloed uitschrijven. Het zijn rechte scherprechters der wetten die niet zozeer zien op de mening van de uitgever, als op de kleinigheden van de wet, en het heilzame recht, dat de regent van het leven is, en de moeder van de vrede, onrechtvaardig veranderen in een dienares van de dood. Daartoe behoren zij, zou ik zeggen, die de straffen zo plegen te gebruiken dat zij de misstappen van anderen te wreed straffen, tenzij algemeen bekend zou zijn dat deze tijden met geen zwaarder ziekte bevangen zijn dan met al te grote zachtheid.
Ook is het zo gesteld met de algemene zweer van boosheid en brutaliteit dat zij niet zo zeer verzachtende kruiden, die de huid zoetjes weer doen groeien nodig hebben, dan wel branden en afsnijden. De deugd vertraagt door te veel toe te geven, terwijl zij door een gematigd bedwang haar krachten altijd blijft houden, ja ook verdubbelt. Het allermoedigste paard zal, als u het de ruime toom geeft, halverwege bezwijken, en zal zich noch naar de roede, noch naar de sporen schikken.
Joseph Hall, deken van Worcester
(”Preek op de Synode van Dordrecht”,1618)