Openheid over kanker is belangrijk voor patiënten
Het blijft een woord dat alleen met huiver geschreven of uitgesproken wordt: kanker. Vroeger was het niet ongebruikelijk dat het woord werd gemeden en dat gesproken werd over ”de gevreesde ziekte”.
In een tijd van volstrekte openheid wordt nu alles in het werk gesteld om ook meer openheid te creëren over deze ziekte. Kijkend naar de cijfers over kanker is dit goed te verdedigen. In 2018 kregen 116.000 Nederlanders de diagnose kanker te horen en in dertig jaar tijd is het aantal mensen dat kanker krijgt verdubbeld. Ongeveer 800.000 Nederlanders leven met kanker of hebben deze ziekte gehad.
Dat er een aparte Wereldkankerdag is, is niet overbodig. Kanker blijft doodsoorzaak nummer 1 in Nederland, stellen deskundigen. Mensen met deze ziekte lijden niet zelden in stilte aan angsten die moeilijk te bespreken zijn.
Gelukkig is kanker steeds vaker te genezen. Inmiddels leeft 64 procent van de patiënten vijf jaar na de diagnose nog.
Hoewel openheid over kanker goed is, wil dat niet zeggen dat de huiver voor deze ziekte overschreeuwd moet worden. Dat geldt overigens voor iedere ziekte of aandoening. Om over het gebruik van het woord kanker als scheldwoord nog maar niet te spreken.
Op sociale media is het steeds gebruikelijker dat kankerpatiënten gedurende hun ziekte hun gevoelens delen. Ook dat heeft twee kanten.
Het kan andere patiënten helpen. Ze kunnen lezen dat hun evaringen niet uitzonderlijk zijn. Aan de andere kant kan het iets exhibitionistisch krijgen als allerlei intieme gevoelens gedeeld worden.
Het is wijs dat er als het om kanker gaat preventief aandacht wordt besteed aan allerlei factoren in de levensstijl van mensen, die het risico op kanker kunnen verhogen. Dat geldt onder andere voor roken, het drinken van veel alcohol, overgewicht door overmatig eten, weinig lichaamsbeweging of veel stress.
Voor mensen met kanker is het belangrijk dat er aandacht is voor het verloop van de ziekte, de mogelijke behandelingen, de –medisch gezien– kansen op genezing en de manieren waarop bijvoorbeeld pijn bestreden kan worden. Dat laatste geldt zeker wanneer de ziekte in een terminaal stadium komt.
Voorlichting en openheid over kanker zijn dus positief. Het spreken over het strijden tegen deze ziekte –een strijd die patiënten winnen of verliezen kunnen– niet. Alsof een patiënt die overlijdt aan kanker, gefaald heeft in die strijd. Kanker is een afschuwelijke ziekte. Iedere patiënt zal deze ziekte anders beleven. Ook wat dat betreft moet niemand een extra juk worden opgelegd.
Christenen belijden dat God het leven leidt. Die belijdenis mag nooit gebruikt worden om deze ziekte te ‘verklaren’. Maar dat geloof kan patiënten wel de moed geven deze ziekte te dragen.