Dr. De Reuver: Humaniteit heeft gewonnen bij kinderpardon
Het kerkasiel in de Haagse Bethelkerk is woensdagmiddag na 2306 uur beëindigd. „Er gloort weer hoop voor de familie Tamrazyan”, zegt scriba dr. René de Reuver van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN).
Om kwart voor drie woensdagmiddag kwam er een einde aan de marathondienst die op 26 oktober begon om uitzetting van het Armeense gezin Tamrazyan, dat in de kerk verbleef, te voorkomen. Bijna duizend predikanten uit het hele land verleenden hun medewerking.
Een Belgische voorganger kon woensdag nog net op tijd worden afgebeld. Hij hoefde niet meer naar Den Haag te komen om ’s avonds in buurt- en kerkhuis Bethel voor te gaan. Kort na de middag maakte de protestantse gemeente Den Haag bekend dat de dienst zou worden beëindigd. Uitzetting van het gezin Tamrazyan lijkt na het akkoord dat de coalitiepartijen in de Tweede Kamer sloten over het kinderpardon van de baan. Eind van de middag hangt er een vel papier op de kerkdeur: ”Hoera! De kerk is gesloten”.
Dr. De Reuver was vanaf het begin nauw betrokken bij het kerkasiel. Hij werd daartoe mede geïnspireerd door de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan, vertelt hij tijdens een persconferentie na afloop van de marathondienst. Ook memoreert hij dat PKN de overheid al lange tijd voorhoudt dat het kinderpardon anders moet. „Het kan toch niet zo zijn zoals het nu gaat, dat mensen die hier al heel lang zijn, terug moeten naar hun land.”
Na vijf jaar verliest de overheid het recht om mensen uit te zetten, aldus dr. De Reuver. Hij toont zich blij dat in de politieke besluitvorming uiteindelijk „de humaniteit” heeft gewonnen. „Er gloort weer hoop voor de familie Tamrazyan en alle mensen waar zij exemplarisch voor zijn.”
Naar verwachting valt 90 procent van de circa 700 gewortelde kinderen onder het pardon. Wat vindt u ervan dat 10 procent dan alsnog wordt afgewezen?
„Ik ben blij met het akkoord dat gesloten is. Bij die 700 kinderen gaat het om een verzameling van heel diverse dossiers. In sommige situaties is er veel aan de hand. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van mensen die iets op hun geweten hebben waardoor je moet zeggen: Dit gezin kan hier niet blijven. Dat is een heel ander verhaal dan dat van de familie Tamrazyan die zich altijd voorbeeldig heeft gedragen.”
Hebt u ooit gedacht: Dit kerkasiel houden we op den duur niet vol?
„We hebben altijd gezegd: Als er politiek gezien geen beweging meer is, houden we ermee op. Maar de steun voor deze kerkdienst was nog steeds groot. Veel predikanten zijn hier twee, drie of vier keer voorgegaan. Er lag een plan klaar voor kerken die de komende tijd een dag wilden adopteren, zodat de dienst door kon gaan. Maar dat hoeft nu niet meer.”
U bent hier meer dan eens geweest. Welk moment bleef u het meest bij?
„Het mooiste moment vond ik de afsluiting van de dienst. Je proefde de enorme betrokkenheid op elkaar en de diepe motivatie vanuit het geloof waardoor mensen dit hebben gedaan. Bijzonder vond ik het ook om hier op oudejaarsavond even te zijn, als kerkganger. Je voelde hoe het gezin leefde tussen hoop en vrees, maar de hoop was het sterkst. Steeds als ik bij het gezin kwam heb ik ook afgesloten met gebed.”
Vorige week is er nog een gezin uitgezet naar Armenië. Hoe beoordeelt u dat?
„Ik had zelf geen contact met dit gezin, maar anderen vanuit onze kerk wel. Er is volop geprobeerd deze uitzetting te voorkomen, maar de staatssecretaris was onverbiddelijk. Hij sprak van staand beleid en wilde dat uitvoeren. Ik had veel liever gehad dat hij dit niet had gedaan, maar dat is zijn verantwoordelijkheid. Voor dit gezin is dat wel enorm bitter.
Duidelijk is dat je ook met akkoord dat er nu ligt niet elk probleem oplost. Hoe gaat het bijvoorbeeld met gezinnen die hier vier jaar en elf maanden zijn? Maar we hopen dat dit soort pijnlijke situaties in de toekomst zo veel mogelijk wordt voorkomen.”