Het beste zoeken
Psalm 122:7
„Vrede zij in uw vesting, welvaren in uw paleizen.”
Wel zal het hen gaan, die met alle vlijt en plicht het behoud van de waarachtige leer bevorderen. God zal ook hun zaak behartigen. Voor hen zal God ook waken. Hij zal hun gebeden verhoren. Wanneer zij in benauwdheid zijn, zal Hij hen vertroosten en verlichten, en zal maken dat voor hen alles wel gelukken zal. Hij zal hen in dit leven versieren met de hemelse genade en in het toekomende leven met de hemelse glorie.
We hebben gehoord van de grootste blijdschap van een christenmens. Die is eveneens zijn hoogste wens. Nu willen we nog verklaren wat de grootste ijver van een christen moet zijn in dit leven. Dat verzwijgt de psalmist niet, maar hij zegt: „Ik zal voor u het beste zoeken.” Deze heilige man zal een dapper krijgsoverste, die een sterkte wilde innemen, afslachten. Nadat hij de zijnen tot dapperheid vermaand heeft, beklimt hij eerst zelf de ladder en wekt door zijn voorbeeld anderen op om dat ook te doen.
„Ik”, zegt hij, „zal uw goed verschaffen, o kerk!” Daarmee geeft hij te kennen dat men niet alleen verblijd moet zijn over de bloei van de kerk. We moeten niet alleen aan God de gestadige voorspoed der kerk opdragen, maar iedereen moet ook daarvoor arbeiden. Hij zegt en doet enige dingen die voor God aangenaam en voor de kerk heilzaam zijn.
Abraham Scultetus, hoogleraar in Heidelberg (”Preek op de Synode te Dordrecht”, 1618)