Kerk & religie

Maria-overdenkingen

Lukas 1:37

27 December 2018 08:29Gewijzigd op 16 November 2020 14:57

„Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn.”

Maria’s zegt met zoveel woorden: „Ik onderwerp mij met verloochening aan de liefde van Jozef. Ik onderwerp mij met verloochening van mijn eigen naam, wat zij ook van mij zeggen: „Je bent zwanger en je hebt geen man bekend, je bent je reputatie kwijt, je bent de liefde van je man kwijt.” Iedereen mag me aanzien voor zo iemand. Ik onderwerp mij aan de verloochening van andere mensen, van hun liefde en achting. Moet mijn naam daarom gelasterd worden, ik wentel mijn weg op de Heere. Ik wil alles aan U vertrouwen, aan die God bij Wie alle dingen mogelijk zijn. Gij hebt Jozefs hart ook in Uw hand, als het U maar lust, kunt Gij de naam van Uw dienstmaagd ophouden boven mensenhulp. Bovenal: „Mij geschiede naar Uw Woord.” Ik wil zelfs niet over mijzelf beschikken.” In Handelingen 21 stonden ze allemaal te huilen bij Saulus, toen hij naar Jeruzalem wilde gaan. Hij zei: „Ik zal gaan.” De omstanders zeiden: „De wil van de Heere geschiede.” Mogen wij dan nu niet zeggen: „Vrouw, wat zijt ge schoon.” Die zielsogen hebben, moeten het zeggen: „Overal waar het Woord zal besproken worden tot aan het einde van de wereld, zal tot haar gedachtenis gesproken worden en tot haar lof.”

Bernardus Smijtegelt, predikant te Middelburg.

(”Zestal leerredenen”, 1730)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer