Advies: bindend referendum helpt democratie
Een zogenoemd correctief referendum is nodig om de democratie te versterken. Het gaat dan om een volksraadpleging waarvan de uitslag bindend is voor de regering.
Het is ook hoog tijd voor andere aanpassingen van onze democratie en rechtsstaat, stelt een commissie die sinds begin vorig jaar het politieke systeem in Nederland onder de loep heeft genomen. Deze staatscommissie onder leiding van oud-vicepremier Johan Remkes deed dit in opdracht van de regering. Ze presenteerde donderdag haar bevindingen. Eerder dit jaar was al een tussenrapport verschenen.
Volgens Remkes is het noodzakelijk het politieke systeem toekomstbestendig te maken, gezien de grote maatschappelijke en technologische veranderingen. „De democratie werkt niet voor iedereen even goed. De stem van niet álle burgers wordt voldoende gehoord. De bestaande politieke onvrede bij een deel van de bevolking kan leiden tot afhaken en afkeer van de democratie.”
De commissie ziet een correctief referendum op initiatief van de bevolking wel zitten. Het kan functioneren als „ventiel” of „veiligheidsklep”, mocht het parlement iets besluiten wat toch op grote weerstand stuit bij de bevolking. Eerder dit jaar werd het raadgevend referendum nog afgeschaft. Daar voelt de commissie overigens ook niets voor.
Remkes en zijn ploeg vinden verder dat het bij Tweede Kamerverkiezingen minder om partijen moeten draaien, maar meer om personen. Op de kieslijsten moet meer aandacht zijn voor de kandidaten om de kloof met de kiezer te verkleinen.
De commissie heeft ook suggesties om, behalve de democratie, de rechtsstaat te versterken. Het één kan niet zonder het ander, stelde Remkes al. De huidige Bevrijdingsdag 5 mei zou Vrijheidsdag moeten gaan heten om de democratische rechtsstaat te vieren. En een zogenoemd constitutioneel hof zou kunnen gaan toetsen of wetten wel stroken met de grondwet, zoals dat in andere landen gebruikelijk is. Rechters mogen dat nu niet.
Het kabinet wil in het voorjaar reageren op de ruim tachtig aanbevelingen. Minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken), die het rapport in ontvangst nam, zei te hopen op een maatschappelijke discussie: „Dit is niet iets alleen van Den Haag.”
De bewindsvrouw wilde niet ingaan op de suggesties afzonderlijk, zoals het correctief referendum. „Dat zou geen recht doen aan het werk van de commissie”, meende ze. Volgens haar „barst” de analyse van de mogelijke oplossingen. „Dat is natuurlijk goed nieuws en maakt het tot een rapport om rekening mee te houden.”