Scriba dr. R. de Reuver spreekt de aanwezige synodeleden in zijn inleiding aan als „zussen en broers”. Dat doet hij bewust, gezien de gevoeligheid van het onderwerp dat wordt besproken. Het gaat om het onderscheid dat in de ordinanties 5.3 en 5.4 wordt gemaakt tussen het huwelijk tussen man en vrouw (dat kan worden ingezegend) en andere levensverbintenissen (die kunnen worden gezegend).

De verschillende leden van de synode zullen over huwelijk en levensverbintenis op heel verschillende manieren denken, aldus de scriba.

De scriba verwijst naar twee uiteenlopende ervaringen die hij opdeed binnen de PKN. Allereerst de zegening van de relatie van twee Russische vrouwen tijdens de ”pridedienst” op 5 augustus in de Amsterdamse Keizersgrachtkerk, waarna kerkgangers ook persoonlijk een zegen konden ontvangen. De tweede ervaring was het gesprek met het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond binnen de PKN. „Juist onze accentverschillen verdiepten het gesprek”, aldus dr. De Reuver.

Dr. De Reuver merkt ten slotte op dat aan de nota is gewerkt vanuit de inzet om een „positief statement” te maken, om uit de „patstelling” te komen, tussen „Het moet anders” en „Het kan niet anders”.