Preken voor vijf schippers
Met schippers, ongeacht hun levensovertuiging, duikt hij graag de diepte in over het christelijk geloof. Al twintig jaar. Hij heeft redenen om somber te zijn: „De secularisatie maakt onze samenleving immoreel, hard en eenzaam.” Maar binnenvaartpastor Louis Krüger koestert hoop.
Als ds. Louis Krüger (63) wat zegt, is de lach nooit ver weg. Maar het gaat bij hem moeiteloos met diepe ernst samen. Zijn naam doet al een Zuid-Afrikaanse afkomst vermoeden, zijn zwaar accent maakt aan elke twijfel een einde. Krüger: „Ik wil nog altijd uitzoeken of ik ook familie ben van Paul Kruger, ooit president van de Zuid-Afrikaansche Republiek. Zo’n geweldige man.”
Vanuit de Koningskerk in Rotterdam richt de pastor zich sinds 1998 op Nederlandstalige binnenvaartschippers. Volgens contract houdt hij zich zo’n 80 procent van de tijd met binnenvaartpastoraat bezig. De overige 20 procent besteedt hij aan het werk in de gereformeerde Koningskerk, een groeiende protestantse gemeente met zo’n 450 leden in de Rotterdamse wijk Feijenoord.
Van „zijn gemeente” wil hij overigens niet horen. „Als een predikant het over „zijn gemeente” heeft, zeg ik: als het jouw gemeente is, dan is het niet zo best. Er is maar één ware kerk, en dat is de kerk van Jezus Christus; al de andere kerken zijn valse kerken. Als de gemeente van de Koningskerk míjn gemeente is, komt het niet goed.”
Dat ds. Krüger voor het Binnenvaart Pastoraat aan de slag zou gaan, lag niet voor de hand. „Voor ik hier begon had ik niets met de binnenvaart”, glimlacht hij. „Ik heb er ook niet voor gekozen, het kwam op mijn weg. Mijn grote Baas bepaalde dit voor mij.”
Moeilijke tijden
Dit gebeurde toen de Koningskerk hem als predikant vroeg voor zowel haar eigen leden als voor de binnenvaartschippers. Met de binnenvaart heeft de kerk een lange historie. Sterker, schippers zijn een belangrijke reden voor het feit dat de gemeente nog bestaat. Krüger: „Ten eerste bestond een derde van de leden uit schippers. Verder lagen de Maashaven en de Rijnhaven ’s zondags vol binnenvaartschepen. Veel schippers bezochten dan onze kerkdiensten. In moeilijke tijden bestond de kerk uit slechts 120 leden, van wie er zo’n dertig de diensten bezochten. Maar als er dan een paar schippersgezinnen komen, zitten er opeens twintig mensen meer. Hiermee gaven schippers de gemeente de steun om door te gaan.”
Voor hij kwam, moest de Koningskerk het veertien jaar zonder vaste voorganger stellen. „Zowat tien collega’s vóór mij zeiden nee tegen de beroepsbrief die de gemeente stuurde. Destijds nog maar een kleine gemeente met weinig jeugd, en dan die combinatie met binnenvaartpastoraat… Maar ik voelde dat ik het moest doen.” Nu werkt de pastor er al 20 jaar.
Boordbezoek
Het Binnenvaart Pastoraat staat open voor alle varenden, stelt Krüger. „Ons belangrijkste kenmerk is: daar zijn waar de schipper is. Wij, mijn collega Dirk Meijvogel en ik, zijn bekend en vertrouwd met de schipperswereld. Dirk werkt vanuit Duisburg, ik vanuit Rotterdam. Naast de zondagse dienst in deze plaatsen houden we ’s zondags met nog zo’n tien predikanten om beurten in Mannheim een dienst voor schippers. Bedoeld voor Nederlandse schippers die daar met hun schip de weekwisseling doorbrengen, in afwachting van een reis terug naar Nederland.”
Krüger reist daar zelf eens per vijf weken heen. Een rit van zeker vijf uur. „De ene keer komen er vijftig mensen, de andere keer vijf. Nee, dat ik soms voor vijf varenden helemaal naar Mannheim moet gaan, vind ik geen zonde van mijn tijd. Met vijf mensen kun je veel directer en intenser spreken.”
Een enkele keer per jaar zit er zelfs niemand in de kerkbanken. Als er bij een thuisgemeente niemand zou opdagen, zou er bij de predikant alarmbellen moeten gaan rinkelen, maar in Mannheim kan dit gewoon gebeuren, glimlacht Krüger. „Ook dat geeft niet. We vinden continuïteit enorm belangrijk. Mensen moeten er zeker van zijn dat we er elke zondagmorgen een dienst houden.”
Bovendien gaat hij er nooit voor niets heen: „Op zaterdagavond ben ik er al. Dan stap ik bij schippers aan boord. Bij iedereen loop ik even aan, en vaak nodigen ze me uit voor een kopje koffie. Dan maken we een praatje over het weer en het werk, en over het geloof, als ze hiervoor openstaan.”
Kerkmuren
Hierbij werkt het Binnenvaart Pastoraat over kerkmuren heen. „Ook mensen van zogezegd zwaardere kerken en pinksterkerken bezoeken onze diensten. Dat vind ik heel goed, de kerkelijke verdeeldheid vind ik verschrikkelijk.”
Maar hij komt ook afwijzende reacties tegen. „Zulke mensen zeggen dan kortaf: „We komen niet, wij luisteren een preek via internet of mp3.” Dan zeg ik: „Ik heb u verteld dat wij ons serieus met Gods Woord bezighouden. U bent vrij om wel of niet te komen, maar als u niet komt, veracht u een eredienst met de levende woordverkondiging.””
Uit zijn hoofd citeert hij Psalm 27, in de Statenvertaling. „Een van de mooiste teksten uit de Bijbel, vind ik: „Eén ding heb ik van de Heere begeerd, dat zal ik zoeken: dat ik al de dagen mijns levens mocht wonen in het huis des Heeren, om de liefelijkheden des Heeren te aanschouwen, en te onderzoeken in Zijn tempel.” Dat wil ik graag doen, en delen met anderen.”
Schipperskerst
Ook in Rotterdam brengt hij boordbezoeken. „Sowieso brengen we met Kerst en Pasen schippers in de Maashaven een bezoek. Met de Elisabethbode –een christelijk tijdschrift–, chocolaatjes en een uitnodiging voor de Kerst- en Paasdiensten in de Koningskerk.”
Op Tweede Kerstdag viert het Binnenvaart Pastoraat jaarlijks de Schipperskerst in de Pelgrimskerk in IJsselmonde, met veel koren, gospelmuziek en koffie na de dienst. Krüger: „Schippers uit heel het land komen op deze dienst af.”
Verder krijgt de pastor heel het jaar door verzoeken om aan boord te stappen. „Van schippers die dan ergens in Rotterdam liggen. Dan ga ik er altijd heen, ook al liggen ze op de Tweede Maasvlakte. Ongeacht iemands levensovertuiging.”
Islam
Dit laatste wil niet zeggen dat hij alle religies als gelijk beschouwt. „Die opvatting is grote onzin; religies verschillen radicaal van elkaar. Mensen hebben het Evangelie nodig. Het christendom is de enige godsdienst waarin God niet vraagt om offers, maar waarin God zichzelf een Lam ten brandoffer heeft voorzien. Als dat geen evangelie is!”
De ontkerstening van Nederland –ook onder schippers– ziet hij dan ook met lede ogen aan. „Dit land is bezig een heidenland te worden. We verkwanselen ons christelijk eerstgeboorterecht voor een bord linzensoep. Anti-islampolitici storten tranen om de islamisering van Nederland – maar zien ze ooit een kerk vanbinnen? Als Nederland een moslimland wordt, hebben we er toch zelf voor gekozen, door het christendom vaarwel te zeggen?”
Verharding
Toch ziet hij lichtpunten: „De jeugd is veel meer toegewijd aan de kerk dan ouderen. In die toewijding ligt de hoop voor de toekomst: als de christenen dicht bij de Bijbel leven, gaat er wat van ze uit. Door dit niet te doen, ondergraven ze de toekomst van de kerk in Nederland. Dat doet de vrijzinnige stroming binnen de Protestantse Kerk in Nederland. Het enige goede aan vrijzinnigheid is dat ze zichzelf opheft: ze preekt de kerken leeg. Maar het resultaat is een immorele samenleving, vol hardheid en vereenzaming. De keuze die onze maatschappij heeft is: terugkeren tot God, of anders een hoge prijs betalen. Dat wil ik de varenden voorhouden. Veel mensen die de kerk nooit vanbinnen zien, hebben niet in de gaten hoeveel moois het christendom Nederland heeft gebracht. Christenen leren lief te hebben, te delen, elkaars tekortkomingen te accepteren.”
Slavernij
Zulke boordgesprekken voert hij graag. „Schippers zijn fijne mensen. Ze hebben tijdens het varen wat meer tijd om over het leven na te denken, om te ontsnappen aan de waan van de dag. Ze leven ook dichter bij de natuur: vanuit een stuurhuis zie je de wereld op haar mooist. Hierdoor hebben ze vaak meer besef van het bestaan van God.”
Het grote gevaar voor een schipper is dat een schip zijn baas wordt, waarschuwt Krüger. „Schippers werken soms met een schip van een paar miljoen. Je voelt dan continu de druk van bevrachters en van de bank om meer vrachten binnen te halen, om zeven dagen per week te varen.”
Dat is slavernij, vindt de binnenvaartpastor. „Hét kenmerk van slaven is dat ze geen vrije tijd hebben. En de hele samenleving gaat die kant uit.”
Het christelijk geloof kan je juist bevrijden van dat materialisme, stelt Krüger. „Ik heb zelfs de indruk dat mensen die niet op zondag varen minder door de kredietcrisis zijn meegesleurd. Hun schip hoefde niet steeds groter en mooier te zijn. Het geloof biedt een ander perspectief op het leven.”
Kampweekeinden
Naast kerkdiensten en boordbezoek –én de jaarlijkse Binnenvaartontmoetingsdag, georganiseerd samen met de Christelijke Bond voor Ondernemers in de Binnenvaart (CBOB)– maakt het Binnenvaart Pastoraat zich onder meer geliefd met zijn kampweekeinden voor verschillende doelgroepen. Krüger: „Rond Hemelvaartsdag gaan we altijd met zo’n vijftig tot zestig jongelui zeilen in Sneek. Aanmeldingen komen overal vandaan: de jeugd spoort elkaar onderling aan om te komen.”
Verder scoort de werkgroep jaarlijks met een gezinsweekeinde, en een najaarsweekeinde voor oudere schippersechtparen in Hattem. Sinds kort houdt het jaarlijks ook een jongegezinnenweekend, dit jaar in Schokland. Krüger: „Dit doen we voor jonge mensen die geen jeugd meer zijn, maar zich te jong voelen voor de gezinsweekeinden.”
De doelgroepweekeinden zijn gevuld met onder meer Bijbelstudie, zingen, ontspanning en barbecue. Krüger: „Dankzij die jeugdweekeinden heb ik leren zeilen. Maar ik laat het toch liever aan de jongelui over.”
Toekomst
Al zolang Krüger dit werk doet, krijgt hij van „zwartkijkers” te horen dat zijn werk steeds overbodiger wordt, doordat steeds meer schippers een huis op de wal kopen en daar de zondag doorbrengen. „Maar het werk van mijn collega Dirk Meijvogel en mij breidt zich uit. Ik heb enorm veel respect en waardering voor Dirk; wij werken ook heel goed samen. Ik geloof dat hier zegen op rust. Op jongegezinnenweekenden geven jongeren aan: „Wij willen God beter leren kennen, dichter bij de Heere gaan leven.” Dat is toch geweldig? De laatste vijf jaren ervaar ik als bloei.”