Twee minuten stil voor 17 miljoen doden
Maandag 11 november 1918 om exact 11.00 uur gaat een tijdelijke wapenstilstand in die later het definitieve einde blijkt te zijn van de gevechten in de Eerste Wereldoorlog. Er zijn ongeveer 17 miljoen doden en talloze verscheurde levens. De wapenstilstand is slechts de kiem voor de Tweede Wereldoorlog. Die eist meer dan drie keer zo veel levens. De mensheid blijkt niets te hebben geleerd. Wat na de Eerste Wereldoorlog rest zijn omgewoelde landschappen, kraters, bunkers, overblijfselen van loopgraven en eindeloze rijen grafstenen. En ook klaprozen. Heel veel klaprozen. Bloemen die goed groeien op een omgewoelde grond.
Overblijfselen in Nederland
Nederland deed niet mee aan de Eerste Wereldoorlog. Toch waren de gevolgen wel merkbaar. Nederland ving bijvoorbeeld 1 miljoen vluchtelingen op, hoofdzakelijk Belgen. Bovendien staken militairen van strijdende partijen soms bedoeld of onbedoeld de Nederlandse grens over. Talrijken werden geïnterneerd. Ze mochten gedurende de oorlog Nederland niet meer uit. Onder de Nederlanders vielen doden, bijvoorbeeld door vergissingsbombardementen of doordat vissers op zee omkwamen. Op tal van plekken zijn monumenten of plaquettes te zien. Een selectie.
De afgezette keizer Wilhelm II woonde anderhalf jaar in Kasteel Amerongen en daarna van 1920 tot zijn overlijden in 1941 in Huis Doorn. Huis Doorn is de centrale Nederlandse herinneringsplaats voor de Eerste Wereldoorlog. In een klein mausoleum op het terrein is de kist van de keizer zichtbaar.
In Amersfoort staat het Belgenmonument. Geïnterneerde Belgische militairen bouwden het tijdens de oorlog terwijl ze in Nederland verbleven.
Op diverse plaatsen wordt herinnerd aan vluchtelingenkampen. Op de Edese Heide bij Ede staat een zwerfsteen met een plaquette. Aan de Graaf Florisweg in Gouda staat een herinneringsbord.
Op meerdere plaatsen zijn slachtoffers van of vluchtelingen uit de Eerste Wereldoorlog begraven. Ook staan er op begraafplaatsen herinneringstekens. Dat is onder meer het geval in Nunspeet, waar een vluchtelingenkamp was. In Garderen worden Serviërs herdacht die in Nederland waren geïnterneerd en die aan de Spaanse griep overleden. In het Limburgse Ysselsteyn is op de Duitse begraafplaats van de Tweede Wereldoorlog een plek voor Duitsers die tijdens de Eerste Wereldoorlog omkwamen. Het gaat onder anderen om militairen die via de Maas Nederland indreven.
In Scheveningen staat een monument dat herinnert aan de vissers die tijdens de oorlog omkwamen. In Den Helder is onder meer een monument voor de Nederlandse marinemensen die omkwamen.
- Op meerdere plaatsen langs de Nederlands-Belgische grens zijn stukjes van de dodendraad nagemaakt. De dodendraad was een elektrische grensversperring van de Duitsers die militair verkeer, smokkel en spionage moest tegengaan.
Statische linies
Het einde van de Eerste Wereldoorlog wordt wereldwijd op zondag 11 november om 11.00 uur herdacht met twee minuten stilte. Het is gebruikelijk om de herdenking te vieren op de zondag die het dichtst bij 11 november ligt. Juist bij de honderdjarige herdenking valt 11 november op een zondag.
Het bekendste symbool van de Eerste Wereldoorlog is de poppy, de klaproos. Klaprozen groeien goed op omgewoelde grond. Het symbool is afkomstig van het gedicht ”In Flanders Fields” van de Canadese militaire arts John McCrae. Hij diende vooral bij Ieper en overleed in 1918 aan een ziekte.
Sinds 1928 wordt er elke avond in de Menenpoort in Ieper een herdenking gehouden. Dat is inmiddels meer dan 30.000 keer gedaan. Klaroenblazers spelen om 20.00 uur de Last Post. Ook wordt er twee minuten stilte gehouden. Elke avond komen hier honderden mensen uit binnen- en buitenland op af. Alleen tijdens de Tweede Wereldoorlog werden er geen herdenkingen gehouden.
Onder meer het NIOD en Museum Huis Doorn houden op zaterdag 10 november in het Vredespaleis in Den Haag een symposium over het einde van de Eerste Wereldoorlog. Hier spreekt onder anderen historicus Beatrice de Graaf.
Herdenkingen
Na de Eerste Wereldoorlog leefde deels de gedachte dat een volgende oorlog opnieuw zou worden uitgevochten in de loopgraven. Er werden statische linies aangelegd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bewezen die veel minder hun nut dan gedacht. Op veel punten vermeden de strijdende partijen zelfs deze linies. Met de snelle opmars van de tank en het vliegtuig, wapens die in de Eerste Wereldoorlog ook al werden ingezet, konden kilometerslange rijen bunkers de strijders niet tegenhouden. Enkele bekende linies zijn de Maginotlinie en de Westwall.
Maginotlinie. Tussen 1930 en 1938 ontstond in Frankrijk een verdedigingslinie die bijna haar weerga niet kende: de Maginotlinie, vernoemd naar de Franse minister van Defensie André Maginot. De 800 kilometer lange verdedigingslijn liep van België naar de Zwitserse grens en langs de grens met Italië. Tijdens de Schemeroorlog, vanaf september 1939, waren er wat lichte beschietingen met de Duitsers. Bij de Duitse inval in 1940 werd slechts een van de forten onder vuur genomen. De Maginotlinie bleek een vrijwel nutteloos en geldslurpend project te zijn geweest. Delen ervan zijn regelmatig voor het publiek te bezichtigen.
Westwall of Siegfriedlinie. Vanaf 1936 bouwden de Duitsers langs hun westgrens de tegenhanger van de Maginotlinie. Ongeveer tussen Nijmegen en de Zwitserse grens bij Basel kwamen bunkers. Pas in 1944 en 1945 konden deze stellingen de geallieerden hinderen. Op diverse plaatsen zijn nog restanten van deze linie te zien. Bunkers, maar ook drakentanden, betonnen paaltjes die tanks moesten tegenhouden.