Column: Momenten van rust
Elk jaar valt het me weer op hoe druk de maanden oktober en november zijn. Het dagelijks werk gaat door en het verenigingsseizoen van de kerk kent volop activiteiten en bijeenkomsten. Straks in december wordt er toegewerkt naar Kerst en de jaarwisseling. Bepaalde werkzaamheden moeten voor die tijd zijn afgerond.
Wat is het fijn om tot aan de kerstvakantie regelmatig momenten van rust te hebben. Niet alleen op zondag, maar ook op andere momenten.
Voor steeds meer mensen is het een trend geworden om een paar dagen rust en stilte te zoeken in een klooster of zich te laten inspireren door het (benedictijner) kloosterleven. Ik heb me er laatst ook een dag toe laten verleiden. Dat is me erg goed bevallen en het verdient herhaling.
Benedictus werd rond 480 na Chr. te Nursia in het Italiaanse Umbrië geboren. Hij was van adellijke afkomst. Na zijn studies in Rome leidde hij drie jaar lang het leven van een woestijnmonnik in de eenzaamheid van een grot in de buurt van Rome. Vervolgens kwam hij aan het hoofd te staan van een naburig klooster. Hij legde de basis voor een aantal kloostergemeenschappen en schreef een leefregel voor het kloosterleven. Die leefregel biedt elke dag tijd en ruimte voor studie, gebed en arbeid. In de studie en het gebed staat de relatie tot God centraal. In het werk staat de relatie tot de ander centraal. Deze neemt vele vormen aan, zoals gastvrijheid, ziekenzorg, het opdienen aan tafel, de keukendienst of het werken in ateliers en op het land.
De leefregel van Benedictus is door Wil Derkse vertaald als ”tijdmanagement”, in het boekje ”Een levensregel voor beginners”. Benedictus besteedt veel aandacht aan de moeilijke kunst van het beginnen, de nog moeilijker kunst van het ophouden, en de moeilijkste kunst van het vinden van de juiste houding tussen beginnen en ophouden, waardoor je het nooit meer ”druk” hebt. Hij laat zien dat een vast dagritme kan helpen om het beginnen en ophouden (inspanning en ontspanning) structuur te geven. Alles wat je doet, kun je met onverdeelde aandacht doen. Daarbij betekent aandacht het van harte respons geven op datgene wat er langskomt.
In veel managementboeken zijn deze principes terug te vinden. Ook de Duitse monnik Anselm Grün is geïnspireerd door de leefregel van Benedictus. Hij heeft veel boeken geschreven waarin hij aantoont dat het niet simpelweg gaat om het trainen van managementvaardigheden, maar om de mentaliteit en het karakter van degene die leidinggeeft. Doel van een bedrijf of organisatie is niet maximale winst, maar een eerbiedige omgang met mens en schepping.
Het is bijzonder hoe de leefregel van Benedictus van betekenis is voor dienend leiderschap in de hele wereld. „Een benedictijns leider leidt mensen, en draagt zorg voor hun bezieling. Daarbij heeft hij de taak verschillende karakters te dienen, zodat ze elk tot hun recht komen en ertoe doen. Zo kan de hele organisatie groeien en bloeien. Hierover legt hij rekenschap af” (naar ”Benedictijns leiderschap”, Yvonne Nieuwenhuis).
Het bijna 1500 jaar oude benedictijnse leiderschapsmodel is zeer actueel en geeft antwoord op belangrijke vragen van onze tijd. Stimuleren tot groei, luisteren met aandacht, passende zorg en ruimte voor jezelf, het juiste ritme en maatgevoel zijn belangrijke principes. Niet alleen voor leiderschap in het groot is dit van belang, maar ook in het klein, in het leidinggeven aan je eigen leven en de zorg voor je gezin. Het is geen ‘kunstje’ dat je zo onder de knie hebt. Je moet je er steeds weer van bewust zijn en de principes steeds weer toepassen.
Ik ben deze week met een volle agenda én goede benedictijnse voornemens begonnen. Ik hoop dat mensen in mijn werkomgeving me alert zullen houden als het gaat om de kunst van het stoppen. Ondertussen is het goed dat mijn huis en gezin een plek van gastvrijheid zijn, waar we mensen kunnen ontvangen „alsof ze Christus Zelf zijn.” Balans in de verdeling van arbeid en rust, werk en gezin. Bid en werk!
Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink. Reageren? rubriekforum@refdag.nl