Geestelijke groei
2 Petrus 3:18a
„Maar wast op in de genade en de kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus.”
Deze kennis is geen andere kennis dan dat wij weten wat men van Christus en van de Vader geloven moet. Daarover vermaant de heilige Petrus in 2 Petrus 3:18. Alsof hij wilde zeggen: Denk hierover en laat dit alleen onderwerp van onderzoek van uw gedachten en van uw zorg zijn, dat u slechts die Mens goed leert kennen, en laat niemand iets anders of beters zoeken. Want dat is alleen onze wijsheid en kunst, die een christelijke kunst of leer heet.
Wat men overigens buiten of naast haar leren kan, moet men niet voor een christelijke kunst houden, en als iemand zou vragen wat de christenen toch kennen of leren, dan moet men niets anders antwoorden dan dat men Christus kent, Die gezonden is door de Vader.
Wie dat niet kent en niet leert of houdt, die moet zich op geen christelijke kennis beroemen. Want ofschoon iemand alles zou weten wat onder de zon is, hoe God de hemel en aarde geschapen heeft en alle werken en wonderen, die Hij ooit gedaan heeft. Ja, ook al kende hij de Tien Geboden en hield die.
Kortom, al wist en kende hij zo veel als de engelen, toch maakt dat alles niemand tot een christen.
Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg
(”Het Hogepriesterlijk gebed”, 1530)