Wat de hedendaagse kerk van Bonhoeffer kan leren
„Ik viel van mijn stoel toen ik acht jaar geleden het werk van Bonhoeffer over het wezen van de kerk herlas”, vertelt prof. dr. Edward van ’t Slot, die toch al heel wat werken van de Duitse theoloog had gelezen. „Toen besloot ik dat ik met dat thema aan de slag wilde gaan.” Het resultaat ligt er, na veel vertalen, annoteren, lezen en herlezen.
De Groningse hoogleraar systematische theologie en kerk in de 21e eeuw werd geïntrigeerd door de uitspraken die Bonhoeffer in 1932 deed over de kerk. „Hij was toen net jongerenpredikant in een wijk van Berlijn. Daar was het in die tijd al niet vanzelfsprekend dat mensen naar de kerk gingen, laat staan dat ze bereid waren een actieve rol te spelen in de kerkelijke gemeenschap. Jongeren werden vaak op hun veertiende geconfirmeerd. Dan werden zij als belijdend lid opgenomen in de kerk. Maar dat was het dan wel.”
De jonge predikant –Bonhoeffer was destijds 26 jaar oud– gaf ook privécolleges aan de universiteit. Het ging in de zomerserie van het collegejaar 1932 over de kerk, het onderwerp waarop Bonhoeffer vijf jaar eerder aan de Berlijnse theologische faculteit was gepromoveerd. „Daarin stond, kort gezegd de vraag centraal waar het in de kerk nu eigenlijk om gaat”, licht prof. Van ’t Slot toe.
De inhoud van de werken van Bonhoeffer is nog altijd uiterst actueel. „Dat krijg ik ook te horen als ik die teksten lees met studenten of predikanten”, zegt de hoogleraar. „Begin jaren dertig kwam het nazisme op, met Hitler als de Führer. Maar ook de invloed van het communisme was zeer groot. De politieke context van onze samenleving is weliswaar anders, maar toch zijn er belangrijke overeenkomsten. Denk bijvoorbeeld aan de opkomst van machines. In de tijd van Bonhoeffer namen die de productieprocessen van mensen over. Nu gebeurt dat nog steeds, met de voortgaande ontwikkeling van computers en robots. De zorgen van toen zijn er nu ook nog.”
Een ander aspect dat prof. Van ’t Slot noemt, is de crisissfeer. „Die heerste toen, maar ook nu. De brexit en de verkiezing van Donald Trump hebben mensen onzeker en zoekende gemaakt. Oude systemen blijken niet meer te werken en het is niet eenvoudig om een nieuw systeem werkend te krijgen. Dat zorgt voor gevoelens van ontheemdheid, die er in de jaren dertig ook waren.”
Vertrouwen
Te midden daarvan bracht Bonhoeffer voor de kerk vooral een boodschap van vertrouwen, aldus prof. Van ’t Slot. „De kerken maakten zich zorgen om verkeerde dingen, zo stelde Bonhoeffer. Hun eigen lijfsbehoud bijvoorbeeld. Maar Bonhoeffer wees juist op het ontstaan van de kerk, die begonnen is met een Heere Die geen plek had om Zijn hoofd neer te leggen. Denk ook aan het Oude Testament, waar het volk Israël zegt: „Mijn vader was een zwervende Arameeër.” De kerk kon wat Bonhoeffer betreft, als dat nodig zou zijn, ook wel verder zonder dak.”
Dat betekende overigens niet dat de Duitse theoloog zich geen zorgen maakte over de kerk, haast prof. Van ’t Slot zich erbij te zeggen. „Het was voor hem overduidelijk dat de kerk minder gevestigd zou moeten worden. Het kon simpelweg niet op dezelfde manier doorgaan. De vraag bleef alleen: hoe ga je dan wel als kerk met je dak om?”
Gestalte
Na de plaats van de kerk –„daar begint Bonhoeffer principieel mee”– krijgt ook haar gestalte aandacht in het nieuw verschenen boek. „Bonhoeffer tekent dat niet uit. Er worden grote woorden gebruikt, die veel open laten. Hij bedoelt zeker niet te zeggen dat de kerk maar met haar tijd moet meegaan en lekker modern moet worden. Nee, hij begint bij Christus. De gemeente, die is een gestalte van Christus Zelf. Dat is een prikkelende theologie die dicht staat bij wat de apostel Paulus zegt.”
Prof. Van ’t Slot karakteriseert Bonhoeffer als een echte Schrifttheoloog. „Hij helpt mij om anders naar de Bijbel te kijken. Ik ben het heus niet altijd met hem eens, maar hij helpt me wel.”
Ook de huidige kerken kunnen daar volgens de Groningse hoogleraar lessen uit trekken. „Als we niet uitkijken, zien we de kerk als een verzameling van religieuze mensen. Bonhoeffer laat ons zien dat we dan bij de verkeerde kant beginnen. Als de kerk niet meer is dan een club van vrome mensen die hun ding doen, dan is dat de dood in de pot. Dan is de kerk een gesloten bolwerk dat geen relevantie heeft voor de samenleving.”
De kerk is Bonhoeffer overigens in later tijd wel tegengevallen. „Zijn geloof in de kerk liep tijdens de Duitse kerkstrijd in de jaren dertig een flinke deuk op. Mensen waren, om het zo te zeggen, vaak druk met hun eigen kerkelijke dak. Ze hadden volgens Bonhoeffer niet genoeg oog voor de ontwikkelingen die zich in Duitsland en de rest van Europa afspeelden.”
Bonhoeffer uitte ook felle kritiek op de Bekennende Kirche, de Belijdende Kerk, die zich verzette tegen de gelijkschakeling tussen de kerk en de nationaalsocialistische staat. „Hij vond het standpunt van de Bekennende Kirche veel te tam. Zo durfde ook die beweging in zijn ogen uiteindelijk niet voldoende voor de Joden op te komen. Veel leden van de Bekennende Kirche vonden de regering van Hitler prima of waren er zelfs enthousiast over, zolang ze met rust werden gelaten.”
Mond-tot-mondreclame
Deze colleges werden vermoedelijk door een klein gezelschap bezocht. „Bij de volgende collegereeks van Bonhoeffer, over de schepping en de val van de mens, zat de collegezaal mudvol. Mogelijk werd er veel mond-tot-mondreclame gemaakt”, aldus prof. Van ’t Slot. „Hij schijnt niet zo’n inspirerende voordrachtskunstenaar geweest te zijn. Het was vooral de inhoud die het deed.”
Toch komt er ook in de geschreven woorden die Bonhoeffer heeft nagelaten, iets naar voren „wat meer met je doet dan je in eerste instantie denkt”, zo stelt de Groningse hoogleraar. „Ik las eens met een groepje mensen hardop de twee preken die in het boek zijn opgenomen. Ze gaan beide over Kolossenzen 3:1-4. Dan merk je dat je zo’n tekst met elkaar en hardop heel anders leest dan in je eentje op de studeerkamer.”
Prof. Van ’t Slot heeft de preken een plaats in het boek gegeven omdat ze de „viva vox”, de levende stem, van Bonhoeffer laten klinken. „Bovendien heeft Bonhoeffer de preken gehouden in de periode waarin hij ook de colleges gaf. In die zin geven ze ook kleur aan de inhoud van de collegereeks. Ze laten iets zien van de manier waarop hij in de kerk met de thematiek bezig was. Veel gemeenteleden die deze preken gehoord hebben, waren vermoedelijk hoogopgeleid. Hij spreekt kritisch tot hen en tot zichzelf.”
De radiotoespraak die Bonhoeffer hield over het ”Führerbegrip” is ook opgenomen in het boek. „Dat geeft net iets meer context. De rede laat iets zien van Bonhoeffer als spaak in het wiel. Het was ook niet voor niets dat de uitzending van de rede halverwege uit de lucht werd gehaald.”
Prof. Van ’t Slot heeft de teksten van de vroege Bonhoeffer voorzien van toelichtingen en voetnoten. „De tekst is erg dicht en hij vraagt om veel geduld”, vindt de hoogleraar. „Ik denk ook niet meteen bij de eerste keer: ik snap het. Maar toch gebeurt er veel in de tekst. Daardoor wil je toch meer horen. En ga je nog een keer lezen. Herlezen. Aantekeningen maken.”
Prof. Van ’t Slot pakt er een boek bij, waarop strepen, kruisen, vraagtekens, gedachtegangen zijn genoteerd. „Kijk, dat doet de tekst met je”, zegt hij. „Soms denk je: Nou, nou, nou, kan dat niet wat anders? Of: Ben je nu, als jonge theoloog, niet wat té optimistisch en zelfverzekerd?”
Ondanks dat hij de tekst heeft willen „bezorgen” bij de lezer, hoopt de Groningse hoogleraar dat de teksten voor zichzelf gaan spreken. „Laat het maar gebeuren. Ik ben benieuwd hoe mensen hierop reageren.”
Dietrich Bonhoeffer (1906-1945)
De Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer werd op 4 februari 1906 geboren in de stad Breslau (het tegenwoordige Wrocław in Polen). Hij studeerde van 1924 tot 1927 in Berlijn en later nog in New York (1930). Na zijn studie gaf hij privécolleges aan de universiteit van Berlijn. Van 1933 tot 1935 was hij predikant in Londen. Bonhoeffer maakte tijdens de nationaalsocialistische regering van Adolf Hitler deel uit van de Bekennende Kirche, ofwel de Belijdende Kerk. Hij was als actief lid van het verzet tegen Hitler betrokken bij een samenzwering om de Duitse leider te doden. Ook probeerde Bonhoeffer Joden te helpen in een ontsnapping naar Zwitserland, wat leidde tot zijn arrestatie. Toen bleek dat Bonhoeffer betrokken was bij de mislukte aanslag op Hitler in juli 1944, werd hij ter dood veroordeeld. Het uiteindelijke doodvonnis werd voltrokken op 9 april 1945 in Flossenbürg, vlak voordat de stad werd bevrijd.
Boekgegevens
De levende kerk. Teksten over de kerk 1932-1933, Dietrich Bonhoeffer (vert. Edward van ’t Slot); uitg. Boekencentrum, Utrecht, 2018; ISBN 978 90 239 5085 1; 218 blz.; € 22,99.