Slim en gezond, toch niet naar school
Het aantal kinderen en jongeren dat een vrijstelling van de leerplicht krijgt, is in enkele jaren tijd fors gestegen. Er zijn ook gezonde en intelligente kinderen die thuiszitten, soms zelfs voor de gehele duur van de leerplicht.
Dat bleek dinsdagavond uit onderzoek van het KRO-NCRV-programma De Monitor. Het weerspreekt daarmee de cijfers die onderwijsminister Slob in februari presenteerde. Volgens hem zaten er in het schooljaar 2016-2017 ruim 4000 leerlingen thuis, ongeveer evenveel als tijdens de voorgaande schooljaren. Volgens De Monitor groeide het aantal van 4444 in 2013 naar 5736 in 2017. Eenmaal vrijgesteld van de leerplicht, verdwijnen veel van deze kinderen uit beeld omdat er niet of nauwelijks toezicht op hen is, stellen de onderzoekers.
De vrijstelling –artikel 5.a van de Leerplichtwet– is eigenlijk bedoeld voor leerlingen met zware lichamelijke en psychische beperkingen. Samenwerkingsverbanden van scholen hebben een zorgplicht om een passende onderwijsplek te bieden, maar nog altijd lopen er kinderen volledig vast op school. Ouders kunnen dan voor hun kind een ontheffing aanvragen. Die moet gebaseerd zijn op de verklaring van een onafhankelijke arts.
Directeur Roozemond van Ingrado, een vereniging die zich bezighoudt met voortijdige schoolverlaters, verklaarde dinsdag dat de vrijstellingen afgeschaft moeten worden. Als een kind niet meer bij een school staat ingeschreven, is er volgens haar „nul toezicht”: „We zijn ze kwijt.” Kritiek uit ze met name op vrijstelling voor de gehele duur van de leerplicht, omdat dan niet meer wordt gekeken of het kind later wél enige vorm van onderwijs kan volgen.
Zorgboerderijen
Veel kinderen met een vrijstelling gaan naar dagbesteding op zorgboerderijen en krijgen jarenlang geen of nauwelijks onderwijs. Sommige van die boerderijen willen naast dagbesteding ook onderwijs geven, maar mogen dat niet van gemeenten of de onderwijsinspectie, omdat geld vanuit het budget voor jeugdzorg niet aan onderwijs mag worden besteed.
Minister Slob toont zich bezorgd over de toename van het aantal vrijstellingen van de leerplicht. Volgens de bewindsman is het onwenselijk dat een kind van de radar verdwijnt. Binnenkort komen hij en minister De Jonge van VWS met een plan om onderwijs en zorg beter op elkaar aan te laten sluiten voor kinderen die langdurig ziek zijn gemeld.
Noodgreep
Begin vorig jaar maakten de vier grote steden afspraken met de scholen om het aantal thuiszitters terug te dringen. De afspraken moeten ertoe leiden dat in 2020 in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht geen leerling meer thuiszit. Besloten werd dat scholen een stem krijgen in het besluit om een leerling vrij te stellen van de leerplicht. Te veel kinderen en jongeren die geen passend onderwijs kunnen vinden, doen nu een beroep op deze noodgreep, vinden de betrokkenen.
„In de Nederlandse samenleving geldt het uitgangspunt dat iedereen mee moet en mag doen”, stelde Nationale ombudsman Brenninkmeijer in 2011 in zijn rapport ”Hoera! Ik ga weer naar school”. „Daarvoor is het nodig dat alle kinderen onderwijs kunnen volgen. Dat is ook een recht van ieder kind. Respect voor het recht op onderwijs moet blijken uit een effectieve inspanning van de overheid om alle kinderen onderwijs te laten volgen.”
Voormalig kinderombudsman Dullaert ziet toe op de uitvoering van een pact dat het ministerie sloot om het aantal thuiszitters omlaag te brengen. Volgens het pact mag in 2020 geen enkel kind langer dan drie maanden thuiszitten zonder een passend onderwijsaanbod.