Een politiewagen bij de Schipholtunnel, verscherpte paspoortcontrole op de luchthaven zelf en een politiehuisje bij het Binnenhof. Het zijn enkele van de maatregelen die sinds vrijdagavond voor iedereen zichtbaar zijn. Binnenlandse Zaken wil er niets over kwijt, maar wel is duidelijk dat als er vanaf nu aanvullende maatregelen nodig zijn, deze ook zeker zichtbaar worden.

De maatregelen die al waren getroffen in verband met het EU–voorzitterschap bestaan voornamelijk uit beveiliging van personen. Dat uit zich in politie–escortes als regeringsleiders zich over de weg verplaatsen, een helikopter boven een trein met ministers, en mannen met ’oortjes’ in de buurt van officiële delegaties. Verder is de beveiliging vooral gericht op de lokaties waar bijeenkomsten plaatsvinden.

„Het één hoeft absoluut niets met het ander te maken te hebben", aldus een woordvoerder van Binnenlandse Zaken. Het systeem van beveiliging rondom het voorzitterschap staat op zichzelf maar is wel op dezelfde leest geschoeid als het stelsel dat in werking treedt bij een algemene dreiging, zoals nu het geval is.

In beide gevallen worden op basis van informatie van politie, justitie en inlichtingendiensten regelmatig dreigingsanalyses gemaakt. De zogeheten evaluatiedriehoek van de Nationaal Coördinator Bewaken en Beveiligen en twee directeuren–generaal van de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken overleggen hierover, en nemen maatregelen als dat nodig is.

Die maatregelen variëren met de dreiging. Voor het voorzitterschap kan het gaan om bijvoorbeeld extra bewaking voor hooggeplaatsten of uitbreiding van de lijst van personen die bewaakt moeten worden, tot militaire aanwezigheid bij bijeenkomsten.

Het zijn dezelfde personen die putten uit dezelfde mogelijkheden om maatregelen te treffen maar de trajecten zijn gescheiden, aldus de woordvoerder van Binnenlandse Zaken. Dat kan er dus toe leiden dat de driehoek besluit om het algemene beveiligheidsniveau op te schalen, zoals dat in veiligheidstermen heet, maar tegelijkertijd die voor het voorzitterschap ongemoeid te laten.

Uit een onderzoek van bureau Intomart in opdracht van het RTL Nieuws blijkt dat de meerderheid van de Nederlandse bevolking niet erg onder de indruk is van het terreuralarm. Hoewel 74 procent van de ondervraagden zegt dat het alarm zinvol is, stelt 68 procent niet bang te zijn voor een aanslag. 84 procent van de Nederlanders zegt dat hun gedrag niet verandert door het alarm. Zo zeggen ze er geen afspraken voor af en vermijden ook geen plekken die gevaarlijk kunnen zijn.