Ds. De Greef: „Of zij nu uit Suriname, uit Malawi of uit de Friese Wouden komen, zij leren door Gods Geest allen dezelfde lessen: dat Jezus Christus Koning is, en dat tot verheerlijking van Gods lof.” De predikant van de hersteld hervormde gemeente in Wouterswoude sprak het openingswoord uit op de derde zendingsdag voor het Noorden. De door de gemeente belegde bijeenkomst trok zo’n 200 belangstellenden.

Aan alle wateren

Ds. De Greef stond stil bij Psalm 87, in het bijzonder vers 4. „Niet alleen Joden, maar ook heidenen zullen worden geroepen om Sion, de stad Gods te bevolken”, zo zei hij. „Maar omdat het geloof uit het gehoor is, zal het Woord Gods wel gepredikt moeten worden. Daarom is het een opdracht om door middel van zending en evangelisatie aan alle wateren te zaaien. Psalm 87 getuigt ervan hoe Israël-vijandige volken worden toegebracht. De toebrenging van allerlei heidense volken is verzekerd, want in Psalm 87 zegt de Heere „Ik zal” en dan is het vast.”

Wedergeboorte

Ds. W. Roos, emeritus predikant binnen de Hersteld Hervormde Kerk, nam Handelingen 2:45 als uitgangspunt voor zijn overdenking, het tekstgedeelte waarin staat dat de gelovigen na Pinksteren al hun goederen verkochten en het geld onder de armen verdeelden. Ds. Roos vergeleek deze passage met de geschiedenis van de „rijke jongeling”, die niet van zijn rijkdommen kon scheiden om Christus’ wil en bedroefd heenging. De predikant gaf aan dat de sympathieke rijke jongeling best wel goede en Bijbelse uitspraken deed, maar net als Nicodémus het meest noodzakelijke miste, namelijk de wedergeboorte. „Zijn wij als trouwe kerkbezoekers en als predikanten wel bereid onze welvaart, onze vakanties en al onze mooie dingen op te geven? Want wedergeboorte is toch alles verliezen, om Christus terug te winnen? Om zendingsgemeente te zijn, moet wel ingeleefd worden dat het geloof geen eigen werk is en gepaard gaat met verlies van alles” aldus de emeritus predikant, die erop wees dat de gelovigen uit Handelingen 2 op het Pinksterfeest alles hadden opgegeven om het leven in een Ander te vinden.

Jeruzalem

Ds. W. M. Mulder, predikant van de hersteld hervormde gemeente te Wijk en Aalburg, stond in zijn toespraak naar aanleiding van Micha 4:1-5 stil bij drie gedachten: een onmogelijke, een beloofde en ten derde een zichtbaar geworden werkelijkheid. „Nadat Micha in de voorgaande hoofdstukken de verwoesting van Jeruzalem en de tempel had aangekondigd, komt de profeet nu, in het vierde hoofdstuk, met een profetie van een heerlijk toekomstig herstel van de stad en de tempel. Dit heerlijke Jeruzalem zal tot het centrum van de wereld worden en de volkeren zullen dan tot de Berg des Heeren toevloeien. Deze profetie tekent een beeld van het zendingswerk, namelijk als allerlei soort van blinde heidenen met achterlating van al hun afgoden tot de God van Jakob komen.”

De predikant waarschuwde voor het gevaar dat zendingswerk teveel opgaat in diaconaal werk. Zendingswerk is voornamelijk Woordbediening, zei hij, hoewel er oog moet zijn voor lichamelijke nood. „De vrucht van de prediking blijkt uit de vredelievendheid en de gunning anderen te laten delen in de genade.”