Binnenland

Leren over water in doe-museum

Het Nederlands Watermuseum in Arnhem informeert over waterhuishouding, drinkwater en waterzuivering. Met interactieve presentaties en speelse opdrachten richt het zich in het bijzonder op kinderen.

Jan Kas
13 August 2018 20:15Gewijzigd op 16 November 2020 13:55
In het watermuseum geen talloze vitrinekasten, maar speelse opdrachten. beeld Niek Stam
In het watermuseum geen talloze vitrinekasten, maar speelse opdrachten. beeld Niek Stam

Veel gras heeft Pien (12) al neergelegd in de ”tuin van de toekomst” die ze aan het ontwerpen is in een bak van één vierkante meter. „Dan kun je er lekker voetballen”, verklaart ze. Tegels ontbreken. „Anders kan het water niet weg.” Van het dak van het huis legt ze goten naar een kuil in de tuin. „Dat wordt een zwembad. Zo benut je regenwater goed.”

Pien vermaakt zich wel in het Watermuseum. „Hier kun je veel leren over water in Nederland, over de dijken en sluizen bijvoorbeeld. Dat wordt op school ook uitgelegd, maar hier zie je hoe het werkt. En je kunt vooral ook zelf aan de slag.”

„We zijn echt een doe-museum. Aan het stereotiepe beeld van een museum met talloze vitrinekasten en objecten aan de muur voldoen we zeker niet”, reageert directeur Jos van den Mosselaar. „Lezen en kijken vinden kinderen minder interessant. Als ze allerlei opdrachten uitvoeren, ontdekken ze zelf van alles over water, en dat blijft veel beter hangen.”

De jonge bezoekers bedienen met knoppen sluizen en gemalen om een overstroming te voorkomen. En als ze op een weegschaal gaan staan leren ze dat hun eigen lichaam voor 60 procent uit water bestaat. Het waterniveau in een glazen kolom ernaast geeft dat beeldend aan.

Begijnemolen

Het museum bestaat sinds 2004. Toenmalig dijkgraaf mr. Henk van Brink van Waterschap Rijn en IJssel lanceerde zes jaar eerder het idee voor een voorlichtingscentrum over water. Van den Mosselaar: „Arnhem-Noord kwam toen bij het waterschap. De inwoners moesten waterschapsbelasting gaan betalen. Dan moeten we hun ook gaan vertellen wat we met hun geld doen, vond Van Brink.”

De vervallen Begijnemolen aan de Sint-Jansbeek in het Arnhemse Park Sonsbeek leek een geschikte locatie. De monumentenstatus verhinderde echter uitbreiding in het park. Onder het pand mocht er wel gebouwd worden. Daar werd 2000 vierkante meter expositieruimte gerealiseerd. „Deze warme zomer was het er heerlijk koel. Zo’n 18 graden”, aldus Van den Mosselaar.

In de ondergrondse museumzaal proberen Dennis (8) en Thomas (10) Gerkema uit Nieuw-Vennep met minizandzakken de waterstroom in een van de bakken te beïnvloeden. Het leukst, zo vertellen ze, vonden ze het spel waarin ze een schaarse hoeveelheid water moesten verdelen over diverse belanghebbenden, zoals een boer, een binnenschipper en een toerist. Zelf zijn ze met vakantie in de buurt. „De kinderen genieten. Water trekt altijd aan en spelenderwijs leren ze van alles”, zegt vader Martijn.

Kinderen zijn een belangrijke doelgroep voor het museum, dat vorig jaar bijna 60.000 bezoekers trok. „Bewustwording rond water begint bij de jeugd”, aldus Van den Mosselaar. „Via de kinderen hopen we echter ook de meegekomen ouders te bereiken. Nederland heeft het met de waterschappen en de drinkwatervoorziening prima voor elkaar, maar menigeen beseft te weinig dat er veel moet gebeuren om onder de zeespiegel te kunnen wonen en elke dag nog water uit de kraan te krijgen.”

Niet alleen Pien, ook haar moeder, Christie Hettinga uit Heerde, heeft veel van het museumbezoek opgestoken. „Ik weet nu onder meer hoeveel water een wasmachine verbruikt. Het museum maakt je wel bewust. Ik denk nu toch: Wordt het niet tijd voor een regenton in de tuin? We hebben er de ruimte voor. Dan kunnen we regenwater opvangen om dat in plaats van drinkwater aan de planten te geven.”

Zes liter drinkwater door het toilet

Enkele wetenswaardigheden uit het museum:

In Nederland gebruiken kinderen ongeveer 120 liter water per dag. Terwijl kinderen in een Afrikaans land gemiddeld 20 liter kunnen gebruiken.

De wc doorspoelen kost gemid- deld 6 liter schoon drinkwater per keer. Gemiddeld komt dat per persoon per jaar neer op 12.300 liter.

De tien drinkwaterbedrijven in Nederland produceren samen jaarlijks zo’n 1200 miljard kubieke meter kraanwater (1 kubieke meter is 1000 liter). Daarmee kun je gemakkelijk 480.000 zwembaden vullen.

Voor de productie van één poloshirt is gemiddeld 4000 liter water nodig.

zomerserie Water

Dit is de vijfde aflevering in een serie over water. Zaterdag deel 6.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer