Column (Van Klinken): Nasmaak
Aan de Amsterdamse grachten zou ik sowieso niet willen wonen, maar al helemaal niet op de dag van de gayparade. Het was zaterdag weer een gênante vertoning. De gemeenschappelijke noemer: schaars uitgedost. Een paar jaar verder en de eerste deelnemers lopen er helemaal naakt bij. En dan te bedenken dat er zich zelfs ministers onder dit gezelschap bevinden.
Wat ik nooit heb begrepen, is de boodschap die de gayparade ons wil overbrengen. Homo’s en lesbo’s horen er ook bij? Dat wisten we al. Daar hoef je niet een hele dag halfnaakt voor in een boot te varen. Bovendien heeft met name de tv al voor die acceptatie gezorgd. Allerlei bekende Nederlanders, razend populair bij het kijkerspubliek, kwamen en komen openlijk voor hun homoseksualiteit uit. Dat maakt het voor honderdduizenden anderen een stuk gemakkelijker om uit de kast te komen.
Wat is dan de functie van de gayparade? Overbrengen dat homo’s en lesbo’s graag publiekelijk in hun blootje lopen? Dat lijkt me een volstrekte vertekening van de werkelijkheid. Volgens mij lopen de gemiddelde homo en lesbo er juist heel fatsoenlijk bij en hoeven zij helemaal niet zo nodig in het openbaar uit de kleren. „Een homo is een man met een pak aan”, hoorde ik eens iemand zeggen. Hij wilde zeggen: het zijn mensen zoals u en ik. In die zin werkt de gayparade juist averechts. Het vestigt het beeld dat iedereen die niet hetero is er graag extravagant bij loopt. Wat bedoeld is als een steuntje in de rug, krijgt het effect van een boemerang.
Onder de deelnemers bevinden zich ook hiv-patiënten die zich als zodanig kenbaar maken. Ook daar begrijp ik geen snars van. Zij manifesteren zich als slachtoffers, maar dat zijn ze helemaal niet. Hiv is in Nederland –enkele uitzonderingen daargelaten– een gevolg van onveilig vrijen met wisselende partners. „Blijf bij één partner”, luidt het devies van Afrikaanse aidsbestrijders. Dat is heldere taal.
De kritiek zal me niet in dank worden afgenomen want hiv’ers zijn snel aangebrand. Zo mag niemand van de Hiv Vereniging het woord ”besmetten” nog gebruiken, ook al gaat het om een virus en is er in medische zin sprake van keiharde besmetting. Maar nee, dat woord heeft een vervelende nasmaak, zegt de vereniging op haar site, Daar moeten poliopatiënten eens mee aankomen!
Wat ook niet mag, is iemand in dit verband ”clean” (schoon) noemen, want dat zou betekenen dat hiv-lijders vies zijn. Het zal allemaal wel, maar er zal nog heel wat water door de Amsterdamse grachten moeten spoelen voordat ik de logica van dat alles doorgrond.