Noors debat over dienstweigeraar Israël
Een Israëlische tiener die is gevlucht omdat hij weigert als soldaat in de Palestijnse gebieden te dienen, heeft in Noorwegen een discussie losgemaakt over de vraag of gewetensbezwaren genoeg aanleiding vormen om iemand politiek asiel te geven.
De 19-jarige Aleksej Kornev vluchtte in juni 2002 samen met zijn ouders en twee broers naar Noorwegen, omdat zijn ouders verwachtten dat hij zou worden opgeroepen voor dienst in het Israëlische leger. Toen zijn oproep inderdaad kwam, weigerde de jongen zijn dienstplicht te vervullen en vaardigden de Israëlische autoriteiten een binnenlands arrestatiebevel uit. Een internationaal arrestatiebevel bleef achterwege.
Het Israëlische leger kent nog de dienstplicht. In de vier jaar sinds het begin van de tweede Palestijnse opstand hebben echter honderden Israëlische reservisten en dienstplichtigen geweigerd in het leger te dienen. De meesten van hen, onder wie Kornev, hebben bezwaar tegen het deelnemen aan militaire operaties in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever, gebieden waar de Palestijnen hun eigen staat willen vestigen. „Ik wil geen onschuldige vrouwen en kinderen die zichzelf niet kunnen verdedigen, doden”, zei Kornev onlangs in een verklaring. „Israël wil de oorlog, niet de Palestijnen.”
Desalniettemin werd deze week de asielaanvraag van Kornev in Noorwegen afgewezen. Volgens de Noorse Immigratie- en Naturalisatiedienst zijn gewetensbezwaren tegen de dienstplicht in het land van herkomst geen geldige reden om asiel te krijgen in Noorwegen. De dienst gaf vervolgens bevel tot deportatie van het hele gezin Kornev.
De advocaat van Kornev, Preben Kloevfjell, heeft aangekondigd dat zijn cliënt in hoger beroep gaat tegen de uitspraak van de dienst. Als de rechtbank oordeelt dat het hoger beroep gerechtvaardigd is, kan het nog meer dan een jaar duren voor de zaak opnieuw door een rechter wordt beoordeeld, aldus Kloevfjell. „Ik denk dat dit besluit in strijd is met het internationaal vluchtelingenrecht”, zegt de advocaat, die geldt als een specialist in vluchtelingenzaken. Volgens hem kunnen gewetensbezwaren tegen dienst in een leger dat er herhaaldelijk van beschuldigd wordt de mensenrechten te schenden in de bezette Palestijnse gebieden, wel degelijk gelden als reden voor het geven van politiek asiel. Bovendien heeft het christelijke gezin Kornev, dat in 1990 vanuit Oekraïne naar Israël verhuisde, ook op religieuze gronden bezwaar tegen de dienstplicht.
Kloevfjell verklaarde dat de Noorse IND er waarschijnlijk voor heeft gekozen de asielregels zo strikt mogelijk te interpreteren, omdat het verlenen van politiek asiel aan Kornev „zou kunnen worden gezien als een vorm van politieke kritiek op het Israëlische leger.” Directeur Terje Skjeggestad van de IND zegt echter dat de zaak voor hem heel duidelijk was. Er bestond volgens hem geen reden om de mensenrechten in de beoordeling te betrekken omdat het ontduiken van de dienstplicht in geen geval reden kan zijn voor het verlenen van politiek asiel.
Karin Andersen, lid van de socialistische oppositie in het Noorse parlement, heeft donderdag geëist dat de Noorse regering onderzoekt welke behandeling Kornev krijgt als hij naar Israël wordt gedeporteerd en daar wordt gearresteerd. Maar het rechtse parlementslid Jan Arild Ellingsen wees dat voorstel af en zei dat Kornev en zijn familie weg moeten om te voorkomen dat Noorwegen een vluchthaven voor dienstweigeraars wordt.
Noorwegen wist in 1993 Israël en de Palestijnen te overreden tot een vredesverdrag dat de geschiedenis zou ingaan als de Oslo-akkoorden. In 1994 gaf het Noorse Nobelcomité de Israëlische premier Yitzhak Rabin, minister van Buitenlandse Zaken Shimon Peres en de Palestijnse leider Yasser Arafat de Nobelprijs voor de vrede.