Kerk & religie

Heerlijke voorstelling

Hebreeën 8:3

1 August 2018 11:09Gewijzigd op 16 November 2020 13:51

„Want een iegelijk hogepriester wordt gesteld om gaven en slachtoffers te offeren, waarom het noodzakelijk was dat ook Deze wat had dat Hij zou offeren.”

De apostel maakt verschil tussen de onbloedige offers, zoals koren, olie, spijzen en dranken. Die noemt hij „gaven.” Daarnaast zijn er de slachtoffers. Daarbij wordt een offerdier gedood en het bloed ervan uitgestort aan de voet van het altaar. We kunnen de slachtoffers en offeranden verdelen in drie soorten, aan de hand van de plaatsen waar zij gebracht werden: die van het voorhof op het geelkoperen altaar door bloed en vuur; vervolgens die van het heiligdom op het reukaltaar en de tafel der toonbroden; en ten slotte die van het heilige der heiligen voor de ark des verbonds, binnen het voorhangsel. De eerstgenoemde, waarbij het bloed gestort werd en het offer geheel of gedeeltelijk verbrandde, stelde de dood van Christus en Zijn offerande aan het kruis voor. De tweede is het ’s morgens en ’s avonds branden van wierook op het gouden altaar en het wekelijks offeren van de toonbroden op de tafel. Deze offers schaduwden Zijn tegenwoordige voorspraak in de hemel af. Het inbrengen van het bloed der kalveren en bokken in het heilige der heiligen ten slotte, samen met het kleingehakte reukwerk, stelde de uitwerking van lijden en verzoening en van die goddelijke handelingen voor. Dit wordt nu nog voortgezet door onze verheerlijkte Hogepriester, als onze Voorspraak bij de Vader.

J. C. Philpot, predikant te Stamford

(”Jezus, als de grote Hogepriester van het huis Gods”, 1862)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer