Buitenland

Hof doet uitspraak over rechten ongeboren leven

Mevrouw Thi-Nho Vo ging in 1991 voor een gewone zwangerschapscontrole naar het ziekenhuis in het Franse Lyon. De Vietnamese sprak wel geen Frans, maar dacht dat het wel goed zou komen. Totdat de arts haar verwarde met een andere Vietnamese vrouw met dezelfde achternaam en haar vrucht van zes maanden aborteerde.

8 July 2004 08:54Gewijzigd op 14 November 2020 01:24

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg doet donderdag uitspraak over de vraag of het Franse recht ongeboren leven moet beschermen. Aanvankelijk werd de gynaecoloog, François Golfier, wegens doodslag zonder voorbedachten rade veroordeeld. Maar het hof van cassatie, het hoogste rechtscollege in Frankrijk, draaide die veroordeling in 1999 terug omdat een foetus geen persoon is die recht heeft op wettelijke bescherming.

Mevrouw Vo eist nu bij het Europees mensenrechtenhof dat erkend wordt „dat elk menselijk leven begint bij de bevruchting”, aldus haar advocaat Bruno Le Griel.

Diverse pro-abortusorganisaties hebben gewaarschuwd dat een uitspraak in het voordeel van de Vietnamese een regelrechte bedreiging is voor de abortuswetten in veel van de 45 Europese landen die bij het EHRM zijn aangesloten. Het hof heeft twee van deze organisaties als belanghebbenden tot de zaak toegelaten. Anne Weyman, woordvoerster van de Britse Family Planning Association, zei enige tijd geleden het „extreem tragisch” te vinden wat Vo was overkomen. „Maar de genoegdoening die ze behoort te krijgen, moet ze niet zoeken door het veranderen van de wettelijke status van de foetus.”

Het hof zelf vindt de zaak belangrijk, blijkens het feit dat het in volledige zitting van zeventien rechters uitspraak doet. Ook mr. J. W. A. van Dommelen, advocaat in Utrecht en columnist van het blad Zorg van de Nederlandse Patiëntenvereniging (NPV), vindt het een belangrijke zaak, maar verwacht geen schokkende uitspraak.

„Al sinds de totstandkoming van het verdrag vijftig jaar geleden bestaat er discussie over de vraag of het recht op leven uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) vanaf de geboorte of vanaf de conceptie geldt. Daarover bestaan duidelijk twee opvattingen. Ook in uitspraken van het hof is deze knoop nooit doorgehakt. Er is wel eens uitgesproken dat een ongeboren vrucht het recht heeft geboren te worden, maar nooit is ondubbelzinnig uitgesproken dat ongeboren leven ook de rechten uit het verdrag heeft. Gezien die traditie verwacht ik ook nu geen heldere uitspraak.”

De verschillende opvattingen -of het leven nu vanaf de geboorte of de bevruchting rechtsbescherming geniet- bestaan niet alleen onder burgers, maar ook onder rechters. De Franse gynaecoloog bijvoorbeeld werd eerst veroordeeld en later vrijgesproken. Van Dommelen: „Ook in Nederland zijn er zulke tegenstrijdige uitspraken. In 1992 kende de rechtbank in Leeuwarden een ongeboren kind strafrechtelijke bescherming toe, toen het door een fout van een arts om het leven was gekomen. In een vergelijkbare situatie verleende de rechtbank in Den Bosch echter ontslag van rechtsvervolging. Er was ook een alternatief voorhanden, namelijk dat de moeder volgens de wet wel bescherming geniet. Deze tegenstrijdige uitspraken zijn nooit in hoger beroep gecorrigeerd.”

Volgens Van Dommelen liggen deze verschillende uitspraken voor de hand. „Het is een heel moeilijke vraag die een rechter daar moet beantwoorden. Vaak zie je dat men de opvatting heeft om pas van een strafbaar feit te spreken als de vrucht in beginsel levensvatbaar is, en dat is bij 24 weken. Maar in de praktijk is dat niet altijd zo helder en leidt dat tot tegenstrijdige uitspraken.”

Als het hof de Vietnamese in het gelijk stelt en het doden van ongeboren leven ontoelaatbaar noemt, betekent dat inderdaad een reële bedreiging voor de abortuswetten in veel landen. „Het Nederlandse strafrecht bijvoorbeeld beschermt de ongeboren vrucht na 24 weken. Het wordt dan beschermd tegen de moeder (ze mag het niet doden) en tegen de aborteur, voorzover deze niet in een legale abortuspraktijk werkt. Als het hof in de zaak-Vo deze bescherming niet afhankelijk stelt van een wekennorm, moet het strafrechtelijk beschermingssysteem in Nederland en in andere landen inderdaad op de helling.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer