„Ik wist niet dat ik broer getuige doodde”
De veertigjarige Shurandy S. wist niet dat hij op 29 maart de broer van kroongetuige Nabil B. doodschoot. Dat heeft hij in zijn bekentenis gezegd. Dat bleek donderdag op een eerste inleidende zitting in de strafzaak tegen S. Hij was zelf niet aanwezig en liet zich vertegenwoordigen door zijn advocaten.
S. heeft in zijn schriftelijke bekentenis van vier pagina’s verklaard dat hij in het najaar van 2017 al was benaderd voor het plegen van een liquidatie. Daarmee heeft hij toen ingestemd. In januari heeft hij een garagebox gehuurd voor een vluchtauto. Twee dagen vóór de moord ontving hij informatie over het slachtoffer en kreeg hij instructies.
S. heeft niet verklaard over zijn opdrachtgever(s). Nabil B. meldde zich vorig jaar bij justitie na een liquidatie in Utrecht, waarbij de verkeerde persoon is doodgeschoten. B. kreeg wroeging en werd bovendien bedreigd door de organisatie die achter deze vergismoord zou hebben gezeten. Deze zou worden aangestuurd door Redouan T. en Saïd R., die internationaal worden gezocht.
Volgens het het OM is er veel bewijs tegen Hilversummer Shurandy S. Behalve zijn bekentenis beschikt het OM over tal van sporen. Ook zijn er heldere camerabeelden van S. op de plaats delict. Tegelijkertijd met S. werden twee andere verdachten aangehouden, maar volgens het OM hebben zij niets met de liquidatie te maken.
Een van hen, een 34-jarige man, stond donderdag terecht wegens wapenbezit. Zijn DNA is aangetroffen op een wapen dat in het liquidatieonderzoek uit het water is gevist. Het was niet het moordwapen. Bij deze verdachte werden later nog andere vuurwapens gevonden. Hij hoorde een celstraf van 3,5 jaar tegen zich eisen.
Het OM zei dat de moord op de broer van Nabil B. „is ingeslagen als een bom”. Niet eerder is een „volstrekt onschuldige burger doelbewust geliquideerd”, aldus de officier van justitie.