Waar komt intelligent leven vandaan?
Astronomen ontdekken de ene aardachtige exoplaneet na de andere. De ultieme vraag ”is er leven?” stimuleert onderzoek en fantasie. Maar het bestaan van een tweede ‘aarde’ met intelligent leven lijkt vooral een illusie.
Is de aarde de enige planeet waarop intelligent leven aanwezig is? Seth Shostak, directeur van het Amerikaanse SETI-instituut, dat onderzoek doet naar buitenaardse intelligentie, deed in 2010 een boekje open over de resultaten van de zoektocht naar intelligent leven elders in het heelal. Het tijdschrift National Geographic tekende op dat „hij en zijn collega’s nooit enig bewijs hebben gevonden dat er iemand, of iets, ergens in het heelal probeert contact te maken met de aarde.”
„Waar is iedereen?” vroeg de Amerikaanse natuurkundige Enrico Fermi zich in 1950 af. Een heelal van 15 miljard jaar oud zou volgens zijn berekeningen overbevolkt moeten zijn met hoogintelligente wezens, zogeheten aliens. Of roeit de mensheid ze uit voordat ze worden ontdekt, zoals natuurkundige Alexander Berezin van het Moscow Institute of Electronic Technology in mei beweerde op website Arxiv.org? Tja, dan zou de mensheid sowieso nooit iets van een alienbeschaving te zien krijgen.
Hoewel er nog nul aanwijzingen zijn dat er ergens in het heelal intelligent leven te vinden is, bestaan er volop speculaties en berekeningen over de kans dat het er wel is.
Bijvoorbeeld die van Jean-Paul Keulen in zijn boek ”Verstoppertje spelen met aliens”. De wetenschapsjournalist komt op 20 tot 40 miljard mogelijk bewoonbare aardachtige planeten in de Melkweg, met mogelijk nog eens tientallen miljarden mogelijk bewoonbare manen. Astronoom Frank Drake berekende in 1961 dat er 20 tot 50 miljoen beschavingen in de Melkweg zouden moeten zijn; collega Sara Seager kwam in 2013 niet verder dan twee planeten met detecteerbaar leven.
Ondanks al deze speculaties blijft het heelal stil. Waarom blijven wetenschappers dan toch zoeken? Simpelweg omdat ze het onvoorstelbaar achten dat intelligent leven alleen op aarde voorkomt.
Trefzeker
„Kan leven op meerdere plekken, onafhankelijk, en misschien zelfs gebaseerd op andere bouwstenen de kop opsteken? Op dit moment kennen we één succesverhaal: het ontstaan van leven op aarde.” Auteur Joris Janssen legt in zijn boek ”Exoplaneten” trefzeker een link tussen de zoektocht naar aardachtige planeten, het geloof in het spontaan ontstaan van leven en de evolutietheorie. Het idee is: als het heelal miljarden jaren ouder is dan de aarde, heeft intelligent leven ook elders in het heelal tijd genoeg gehad om te evolueren.
De evolutietheorie is de gangbare verklaring voor het bestaan van intelligent leven op aarde. Wetenschappers moeten zich dan ook strikt bepalen tot materiële oorzaken. „De natuur staat op zichzelf, is zelfvoorzienend, verklaart zichzelf, ordent zichzelf. De natuur is god. De wetenschappers zijn goden. Het materialisme is de afgodendienst van de moderne geest”, schrijft de Amerikaanse filosoof William Dembski in zijn boek ”Intelligent Design uncensored” (2010). De God van de Bijbel wordt in de wetenschap per definitie uitgesloten als Schepper van het leven. Daardoor plaatst de wetenschap zichzelf voor grote vragen (zie ”Is leven gezaaid door aliens?”).
Een tweede reden waarom astronomen vermoeden dat er elders in het heelal leven moet zijn, is het kosmologische, copernicaanse of middelmatigheidsprincipe. Voor de meeste sterrenkundigen is de aarde allang niet meer de speciale plaats in het heelal waarop God de mens heeft geschapen. Jean-Paul Keulen: „Nee, de aarde staat niet in het centrum van het heelal; hij is slechts één van de planeten die een baan rond de zon beschrijven. Nee, de zon is niet uniek; alle andere sterren zijn zonnen op zich. En nee, onze Melkweg is geen eiland van sterren temidden van een grote leegte; er zijn honderden miljarden andere stelsels.”
De enige intelligente wezens die zijn waargenomen in het heelal lopen echter op aarde rond. Kennelijk zijn de aardse omstandigheden toch wel ideaal voor leven. Wetenschappers zoeken daarom –trouw aan het copernicaanse principe– naar exoplaneten die lijken op waterplaneet aarde. De gedachtegang is als volgt: waar vloeibaar water is, is mogelijk leven, wellicht intelligent leven; en dat verwachten ze in principe overal in het heelal. Keulen: „Het voelt nogal vreemd om dan te roepen: Maar we zijn wel mooi het enige leven in het heelal!”
Waar eindigt bij dit soort speculaties de wetenschap en begint de fantasie? Feit is dat de natuurconstanten precies zo zijn ingesteld dat ze leven in het heelal mogelijk maken, de zogeheten finetuning of fijnafstelling van het heelal. „Als we de waarde van één van de fundamentele constanten aanpassen, gaat er vanalles fout. Het leidt tot een universum dat ongastvrij is voor het leven zoals wij dat nu kennen. Wanneer we daarom een tweede variabele aanpassen om deze problemen op te lossen, is het resultaat dat we drie nieuwe problemen genereren voor elk probleem dat we oplossen. De omstandigheden in ons universum schijnen werkelijk uniek te zijn voor levensvormen zoals wij, en wellicht voor elke vorm van organisch leven”, schreef de Britse kosmoloog Martin Rees in het tijdschrift American Scientist.
Multiversum
Dat opmerkelijke gegeven moet volgens de gedachtegang binnen de huidige wetenschap toeval zijn; het kán onmogelijk het resultaat zijn van een doelbewuste schepping door God.
Daarom breken veel kosmologen –alweer op basis van het copernicaanse principe– momenteel een lans voor het zogeheten multiversum: een eindige of oneindige verzameling van universums, waarvan het onze toevallig geschikt is voor leven. Wat hebben ze daarmee voor? „Zoals onze planeet geen speciale status heeft binnen ons zonnestelsel, en ons zonnestelsel geen speciale plaats binnen het universum, zo heeft ons universum geen speciale status binnen de kosmische melange van universums die samen ons multiversum vormen”, beweren de astronomen Fred Adams en Greg Laughlin in hun boek ”Five Ages of the Universe” (2000).
Maar klopt dat copernicaanse principe wel? Volgens de Amerikaanse astronoom Guillermo Gonzalez niet. In zijn boek ”The Privileged Planet” (2004) toont hij aan dat de aarde helemaal geen gemiddelde planeet is, die evenmin een gemiddelde plaats heeft in het heelal. Sterker, de aarde is buitengewoon voorbereid op menselijke bewoning. Zo beschikt de aarde onder meer over een magnetisch veld dat alle schadelijke straling uit de ruimte tegenhoudt; en over een grote maan die onder meer de draaiing van de aarde om zijn as stabiliseert, en via eb en vloed de klimaatzones op aarde beïnvloedt. Ook is de aardse atmosfeer stabiel en geschikt voor leven.
De zon beschikt –anders dan de meeste andere sterren– over eigenschappen die leven op aarde toelaten.
Ook blijkt de samenstelling van het zonnestelsel uniek, met gasplaneten zoals Jupiter die onder meer probleemloos ruimtebrokken kunnen opvegen die anders mogelijk de aarde zouden kunnen raken. De plaats van het zonnestelsel in de Melkweg is eveneens opmerkelijk: ver weg van het stoffige, onleefbare centrum, in een smalle bewoonbare zone in een van de spiraalarmen van de Melkweg.
Ten slotte spreekt de fijnafstelling van de natuurconstanten –die het bestaan van complex leven in het heelal mogelijk maken– het copernicaanse principe sterk tegen, concludeert Gonzalez. De kans op een tweede aardachtige planeet in ons heelal is volgens zijn berekeningen kleiner dan 1 op 10exp158, een 1 met 158 nullen. „Zelfs voor de slimste en meest fantasierijke wiskundige is dat een onvoorstelbaar kleine kans. Blind toeval maakt het dus onwaarschijnlijk dat er buitenaardse intelligentie bestaat.”
Slecht geloof
Een multiversum kan evenmin de verklaring zijn voor deze finetuning. De Amerikaanse astronoom acht het bestaan van zo’n multiversum onwaarschijnlijk en onbewijsbaar. Het is „een duidelijk voorbeeld van een slecht geloof. In geen enkel ander wetenschapsgebied zouden we zo’n redenering aanvaardbaar achten” (Zie ”Is er een Schepper aanwijsbaar?”).
Wat hem betreft gooit de astronomie het copernicaanse principe –en dus van een materieel universum dat per definitie niet door een intelligent Wezen is ontworpen– per direct overboord. De vele schijnbare toevalligheden in het heelal die complex leven mogelijk maken, staan kennelijk met elkaar in verband. „We leven in een rationeel, ordelijk universum.” Gonzalez concludeert ten slotte: „Het universum is doelbewust en doelgericht ontworpen.”
Alle bijzondere omstandigheden samen maken het voor de Amerikaan zeer waarschijnlijk dat intelligent leven zich uitsluitend op aarde bevindt, „geschapen door de meest waarschijnlijke intelligente Ontwerper, namelijk God.”
serie Buitenaards leven
Astronomen voeren de zoektocht naar buitenaards leven op. Wat treffen ze aan? Deel 2: finetuning wijst op bijzondere positie van de aarde. Woensdag deel 3: Kunnen we reizen door de ruimte?
Is leven gezaaid door aliens?
Nobelprijswinnaar Francis Crick, een van de wetenschappers die de structuur van DNA hebben ontdekt, stelde in 1973 dat leven te ingewikkeld is om spontaan op aarde te kunnen ontstaan; het moet volgens hem zijn gezaaid door buitenaardse beschavingen. Ergens moeten dus hoogontwikkelde buitenaardse beschavingen bestaan.
Deze zogeheten panspermie-theorie kent vandaag de dag allerlei varianten. Zo kan het leven op aarde terecht zijn gekomen via ruimtestof, meteoroïden, asteroïden, kometen, planetoïden of als onbedoelde besmetting door buitenaardse ruimteschepen.
Zo beweerde een internationaal team van biologen vorige maand in het wetenschappelijke tijdschrift ”Progress in Biophysics and Molecular Biology” dat inktvissen mogelijk aliens zijn. De dieren, die beschikken over camera-achtige ogen, negen breinen en een vorm van bewustzijn, zijn volgens de wetenschappers ontstaan uit bevroren eieren die vanuit de ruimte op aarde terecht zijn gekomen.
„Ik heb het artikel met verbazing gelezen, maar ik geloof er niet veel van”, stelde Naturalisbioloog en inktviskenner Auke-Florian Hiemstra in een reactie op radioprogramma Nieuws en Co. Volgens hem heeft de bizarre verklaring van het internationale team te maken met het wetenschappelijke onvermogen om de zogenoemde ”cambrische explosie” te duiden: 541 miljoen jaar geleden ontstonden er volgens de gangbare evolutietheorie in heel korte tijd heel veel nieuwe soorten en groepen dieren. „Het antwoord van deze onderzoekers is: we weten het niet, dus het zullen wel aliens zijn. Dat is geen echte wetenschap.”
Is er een Schepper aanwijsbaar?
Veel astronomen erkennen de fijnafstelling van natuurconstanten in het heelal niet als een intelligent ontwerp, schrijft de Amerikaan William Dembski, hoogleraar filosofie. „Uit pure onwil”, schrijft hij in zijn boek ”Intelligent Design uncensored” (2010) . „In plaats daarvan stellen ze: Natuurlijk is het universum precies afgesteld voor complex leven, anders hadden wij het geluk niet om dat mee te maken.”
In plaats van een ”noodzakelijke voorwaarde” wordt finetuning ”voldoende reden” voor het bestaan van complex leven, oordeelt Dembski. Hij vergelijkt die denklijn met de reactie van een gevangene die voor het vuurpeloton staat. „De geweren knallen. De gevangene bemerkt tot zijn verbazing dat hij niet is getroffen. In plaats daarvan beschrijven de kogelgaten in de muur achter hem precies de vorm van zijn lichaam. Zijn bewaker feliciteert hem: „Het lijkt wel of ze order hadden gekregen om je te niet te raken.” De gevangene schudt zijn hoofd en zegt: „Nee, puur geluk gehad. Als ze me niet hadden gemist, had ik dit nooit kunnen navertellen.”
Op deze manier omzeilen astronomen een fundamentele discussie over de oorzaak –fijnafstemming van de natuurconstanten– en het gevolg – het bestaan van complex leven.
Een tweede manier waarop astronomen de discussie over het intelligente ontwerp van het heelal ontlopen, is door te stellen dat ons heelal deel uitmaakt van een multiversum: er bestaan wellicht miljarden heelallen, waarvan het onze toevallig de goede waarden heeft om leven mogelijk te maken.
Dembski vergelijkt dit standpunt met dat van iemand die het kaartspel observeert van een maffiabaas en enkele andere pokeraars. Tot zijn verbazing heeft de maffioso drie keer achtereen de sterkste troeven in handen. Na enig rekenwerk achterhaalt hij de kans dat die situatie toevallig plaatsheeft: „Wauw, de kans op drie keer hartenaas is 1 op 274.294.315.000.000.000. Sommige mensen hebben nu eenmaal altijd geluk.”
De naïeve observator had volgens Dembski slechts één juiste conclusie kunnen trekken: intelligent design. De maffiabaas beïnvloedde het spel met opzet. „De observator maakte dezelfde fout als degenen die veronderstellen dat er nog meer niet waarneembare heelallen zijn en dat we geluk hebben dat we in het onze wonen. De enige reden om ‘bazeljoenen’ universums te veronderstellen, is het dogma dat intelligent design een illusie is.”
Mede n.a.v.
Exoplaneten. De zoektocht naar nieuwe werelden, Joris Janssen; uitg. Veen Media, Utrecht, 2018; ISBN 9789085716051; 96 blz.; € 10,-; Verstoppertje spelen met aliens. Hoe vind je een buitenaardse beschaving die niets van zich laat horen?, Jean-Paul Keulen; uitg. Unieboek/Het Spectrum, Houten, 2017; ISBN 9789000358724; 174 blz.; € 9,99.