Rubriek prof. Selderhuis: Zorgen over de kerk
De Duitse journalist Klaus-Rüdiger Mai vraagt zich in ”Geht der Kirche der Gaube aus?” af of de kerk niet een beetje de weg kwijt is. Een beetje erg misschien zelfs. Mai richt zich tot de kerk in zijn land, maar de boodschap is ook voor de kerk in Nederland van toepassing.
Volgens Mai is de kerk te veel bezig met zaken die niets met het geloof te maken hebben. Terwijl ze druk bezig is om de wereld te verbeteren vergeet ze dat allereerst de mens in de kerk verbeterd en bekeerd moet worden. Het afbreken van tradities en een gebrek aan missionaire inzet zijn zo langzamerhand kenmerken van de kerk geworden. Als dat zo blijft zal dit zorgen voor de ondergang van de kerk. Gewoon terug naar de kern en teruggaan naar het geloof is de remedie die de kerk weer geloofwaardig maakt, aldus Mai.
Dat te bereiken en te bevorderen was altijd het doel van kerkordes. Kerkordelijke regelingen zijn de eeuwen door vastgelegd om te zorgen dat het Woord bij de mensen kon komen en de mensen bij het Woord bewaard bleven. Dat was dan ook wat direct na de Reformatie weer werd opgepakt; er zijn honderden kerkordes die daarvan getuigen. Een aantal daarvan –namelijk die uit Sleeswijk-Holstein– is nu verschenen in deel 23 van de serie ”Die Evangelischen Kirchenordnungen des XVI. Jahrhunderts”.
De grondtoon van alle bepalingen is de zorg voor de zuivere verkondiging van het Woord, vanuit de overtuiging dat de kerk uit dat Woord geboren is en alleen kan bestaan en groeien als dat Woord gepreekt wordt. De Reformatie nam afscheid van het canonieke (rooms-katholieke) kerkrecht, maar niet van het kerkrecht als zodanig. Bijbelse ordes en regels zijn nodig om kerk van Christus te kunnen zijn.
Kerken
De zorg die er in ons land over de kerk bestaat heeft betrekking op de kerk in den brede, maar wordt die zorg ook kerkbreed gedeeld? Vroeger was zeker niet alles beter, maar wie kennis neemt van de serie ”Konziliengeschichte” die bij uitgeverij Schöningh verschijnt, kan toch met enige weemoed terugdenken aan een tijd waarin er in West-Europa nog één kerk was. Het nieuwste deel in deze serie bevat de geschriften van Konrad von Gelnhausen, een kerkrechtdeskundige uit de veertiende eeuw.
In deze geschriften vinden wij de bezinning op het kerk-zijn in Konrads tijd en komen wij veel vraagstukken tegen die wij vandaag nog steeds kennen: Hoe houden we de mensen bij het Evangelie? Hoe kan een synode heilzaam werken? Hoe bereiken we geestelijke eenheid? Maar die vragen werden door Gelnhausen nog gesteld binnen een relatieve kerkelijke eenheid die ‘slechts’ te maken had met de scheiding tussen de westerse en de oosterse kerk.
Sindsdien is er een enorm aantal scheidingen en scheuringen bijgekomen en dat heeft niet echt als reclame voor de kerk gediend. De Duitse theoloog Ulrich Körtner geeft in zijn nieuwste boek een behulpzaam overzicht van wat er aan christelijke denominaties in de loop van de geschiedenis is ontstaan. Hierbij richt hij zich met name op wat daarvan in Duitsland te vinden is.
De bedoeling van het boek is om mensen en kerken dichter bij elkaar te brengen. Dit kan wanneer de één enige kennis heeft van waar de ander vandaan komt en waar hij of zij voor staat. Alle vertakkingen van de Nederlandse familie van de Reformatie blijven buiten beschouwing, wellicht ook omdat Körtner niemand kon vinden die nog in staat was hem de verschillen tussen al die Nederlandse gereformeerden uit te leggen.
Kerkje
Zou de zorg over de kerk minder kunnen worden als we wat meer aandacht zouden geven aan de kerk dichtbij? Enno Bünz, hoogleraar geschiedenis in Leipzig, is deskundige op het gebied van de middeleeuwse parochie. De artikelen die hij daar in de loop van de jaren over schreef, zijn nu in één dik boek bij elkaar gebracht.
Nu klinkt zijn thema ver weg en wellicht weinig spannend, maar het gaat hier wel over een actueel onderwerp. In de middeleeuwen hield men zich bezig met vragen als hoe groot een gemeente moet zijn, hoeveel ambtsdragers een gemeente moet hebben en hoe het pastoraat geregeld moet worden als de gemeente geografisch nogal uitgestrekt is. Achter al deze vragen zat de overtuiging van het enorme belang van de plaatselijke kerk. Het heil wordt verkondigd en ontvangen in de gemeente en niet in het kerkverband of in de kerk wereldwijd.
Essentieel in dit verband is de rol van het gezin. Onder redactie van de Amerikaanse hoogleraar John Witte jr. en historicus Gary S. Hauck verscheen bij Cambridge een bundel waarin van 25 theologen van de Vroege Kerk tot de kerk van vandaag verteld wordt hoe zij over het gezin geschreven en gesproken hebben. Augustinus, Calvijn en Abraham Kuyper komen aan het woord, maar ook Thomas van Aquino en twee meer recente pausen.
Allen leggen de verbinding tussen gezin en kerk. Het gezin is het kerkje in de kerk. Daar begint de geloofsopvoeding met het Woord en daar wordt de liefde voor Gods kerk voorgehouden en aangeleerd. Het boek is niet alleen van belang voor een tijd waarin het traditionele gezin onder druk staat, maar ook voor een tijd waarin het belang van de band tussen gezin en kerk niet altijd even nadrukkelijk aan de orde komt. Als we ter harte zouden nemen wat in de loop der eeuwen vanuit de Schrift over het gezin gezegd is, zou de zorg over de kerk best weleens een stuk minder kunnen worden.
”Geht der Kirche der Gaube aus? Eine Streitschrift”, Klaus-Rüdiger Mai; uitg. Evangelische Verlagsanstalt, Leipzig; ISBN 978 3 374 05305 6; 192 blz.; € 15,- ; ”Die Evangelischen Kirchenordnungen des XVI. Jahrhunderts, begründet von Emil Sehling, Band 23. Schleswig-Holstein”, Eike Wolgast, Gerald Dörner, Sabine Arend; uitg. Mohr Siebeck, Tübingen; ISBN 978 3 16 155914 3; 554 blz.; € 199,-; ”Konziliengeschichte”, Konrad von Gelnhausen; uitg. Verlag Schöningh, Paderborn; ISBN 978 3 506 78866 5; 404 blz.; € 99,-; ”Ökumenische Kirchenkunde”, Ulrich H. J. Körtner; uitg. Evangelische Verlagsanstalt, Leipzig; ISBN 978 3 374 05285 1; 376 blz.; € 38,-; ”Die mittelalterliche Pfarrei”, Enno Bünz; uitg. Mohr Siebeck, Tübingen; ISBN 978 3 16 153874 2; 864 blz.; € 109,-; ”Christianity and Family Law. An Introduction”, John Witte jr. & Gary S. Hauk (red.); uitg. Cambridge University Press, Cambridge; ISBN 978 1 108 40119 7; 468 blz.; £ 31,99.