Kerk in Japan is klein, maar slinkt ook nog
Van de ruim 126 miljoen inwoners die Japan telt, is slechts 1 procent christen. En het aantal meelevende kerkleden neemt nog af, verzucht ds. Koichi Mino van de Reformed Church in Japan. „Het zou mooi zijn als er een zendeling naar ons land kwam.”
Ds. Koichi Mino luidt de noodklok. Van de 1,9 miljoen christenen in Japan bezoeken er volgens hem nog maar 350.000 trouw de wekelijkse kerkdiensten. „En dat aantal neemt af”, constateert de 68-jarige predikant, verbonden aan de Tokio Oncho Reformed Church of Japan. „Het aandeel leden van de protestantse kerken krimpt met 0,2 procent per jaar.”
Japan kent vrijheid van godsdienst, vertelt hij. Het grootste deel van de inwoners –zo’n 89 miljoen– is boeddhist; ongeveer 190.000 zijn er moslim. En het aantal christenen daalt dus.
De christenen zijn verdeeld over nogal wat verschillende kerken, verspreid over heel Japan. Naast de Reformed Church (die banden heeft met de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt) is er bijvoorbeeld de Presbyteriaanse Kerk, waarmee de Gereformeerde Zendingsbond binnen de Protestantse Kerk in Nederland contacten onderhoudt.
„Soms komen er mensen naar de kerk die inmiddels vijftig jaar geloven maar al die jaren geen kerk hebben bezocht”, zegt ds. Mino. „Japanse christenen staan vaak onder enorme druk van hun familieleden. Die willen niet dat zij op zondag een kerkdienst bijwonen, omdat dit de enige vrije dag van de week is en die moet worden gereserveerd voor familiebezoeken, sport en sportwedstrijden. Voor christenen is het ook erg lastig als hun partner niet gelooft, want dat betekent dat ze de enige vrije dag van de week grotendeels gescheiden moeten doorbrengen als ze een kerkdienst willen bezoeken.”
Gegrepen
„De kerken in Japan zijn niet missionair bezig”, stelt ds. Mino, „en hebben hulp nodig bij hun missionaire taken.” Veel Japanse predikanten kwamen volgens hem tot geloof tijdens de zogenoemde Campus Crusade for Christ, in de jaren zeventig, „maar zij zijn ondertussen met pensioen of gaan dat binnenkort. Tegelijkertijd zijn er weinig gezinnen met kinderen lid van onze kerken, waardoor die in rap tempo vergrijzen. Het zou mooi zijn als er een zendeling naar Japan kwam voor kerkplanting.”
„Je hart moet branden voor God”, vindt de Tokiose predikant. „Ik preek zelf evangelisch: Christus staat centraal. Ik bid dat nieuwe kerkleden gegrepen worden door het Woord. Als ik zonder overtuiging preek, zal ik een ander nooit raken. Het is belangrijk dat christenen weten wat het Evangelie inhoudt en dat predikanten weten waarom ze voorganger zijn. Ik wil graag jonge voorgangers opleiden die in de kerk zijn opgegroeid en daardoor geschikt zijn om het Evangelie aan anderen door te geven. Ik wil graag dat ze geraakt worden door het Evangelie om in Japan missionair actief te zijn.”
Bijbelse boodschap
„Honderdvijftig jaar geleden kwamen onbaatzuchtige missionarissen naar Japan om ons met vreugde over Jezus te vertellen”, weet ds. Mino, die momenteel gas moet terugnemen omdat hij ziek is. „De namen van de zendelingen zijn in de vergetelheid geraakt, maar het Evangelie dat zij ons brachten, leeft nog altijd in Japan.”
De predikant betreurt het dat Japanse evangelisten zich op hun beurt niet volledig hebben gestort op de verkondiging van de Bijbelse boodschap. „Japanse christenen hebben nauwelijks de drang om met het Evangelie aan de slag te gaan. Terwijl juist de gemeenschap met God het belangrijkste is voor het leven van christenen.”
Japanners zien de kerk vooral als een ontmoetingsplek waar ze veel leren over de Bijbel, zegt ds. Mino. „Tijdens de kerkdiensten moet ik veel uitleggen over de Bijbel, want mensen willen het Evangelie graag in hapklare brokken tot zich nemen. Daardoor dreigt het gevaar dat geloven een leer wordt, terwijl het Evangelie juist de harten van mensen moet raken met de liefde van God. Een Zuid-Afrikaanse hoogleraar vroeg mij tijdens mijn studie theologie wat het uiteindelijke doel is van al mijn kennis van God. Mijn kennis helpt mij het verhaal van Jezus beter te begrijpen, maar ik moet elke dag naar het wezen van het Evangelie: iedereen heeft Jezus nodig voor zijn behoud.”
Zwaar
„Helaas is onze samenleving erg op zichzelf gericht”, aldus de Japanse pastor. „Daardoor staan we nauwelijks open voor buitenlandse invloeden. Christenen moeten, net als andere Japanners, volgzaam zijn in hun werk en dragen amper eigen verantwoordelijkheid. Een baas kan in Japan gemakkelijk eisen stellen, ook aan zijn christelijke werknemers, waardoor ze soms in strijd met hun geloof moeten handelen, en in de knel komen.”
Christenen hebben het daardoor zwaar, zegt hij. Wel ziet hij dat jongeren individualistischer zijn ingesteld dan de oudere generaties, en wél de drang hebben om anders te zijn dan anderen. „Helaas resulteert dat meestal niet in kerkbezoek, want ook zij schikken zich, als puntje bij paaltje komt, naar een groep en onderwerpen zich aan groepsdwang.”
Shintoïsme
„Mijn moeder wilde niet dat ik met een Japanner zou trouwen”, lacht de 58-jarige Zuid-Afrikaanse Maretha Mino, echtgenote van ds. Mino. Als dertiger studeerde zij zeven jaar theologie aan de universiteit van Kaapstad. Maretha reisde haar geliefde Koichi achterna naar Japan en trouwde met hem, ruim 32 jaar geleden.
Maretha Mino vindt het bijzonder dat er in Japan christenen zijn, „omdat Japanners vaak beïnvloed worden door het shintoïsme, waarbij natuurverschijnselen worden aanbeden en verschillende goden gediend.” Bovendien leiden de vriendelijke, behulpzame en hardwerkende Japanners een leven dat mooier is dan dat van menig christen, stelt zij vast. „Ik zie het als een groot wonder als een Japanner in deze voorspoedige omstandigheden gelooft dat één God Schepper is van hemel en aarde. Daaraan herken ik Gods grootheid.”
„Ik vind het wel moeilijk om te weten of je als christen het ware verhaal van God doorgeeft”, peinst de predikantsvrouw. „Uit mijn jeugd in Zuid-Afrika herinner ik me nog dat apartheid door vrijwel alle kerkgangers gezien werd als goed en christelijk. De wetenschap dat we daar nu heel anders tegen aankijken maakt me bescheiden. Blijkbaar hebben wij de neiging onze overtuiging soms aan te passen aan onze eigen inzichten.”
Aardbeving
„Laat alles in de steek en volg Hem”, preekte ds. Mino vandaag vol vuur, in een kerkzaal met zo’n 300 gemeenteleden. „Het volgen van Jezus moet op de eerste plaats staan, hoewel familie en relaties ook niet onbelangrijk zijn”, verklaart hij na de kerkdienst. „God zal voorzien als je Hem volgt.”
De predikant geeft aan dat hij negentien was toen hij christen werd, en van de meeste Bijbelverhalen niets begreep. „Mijn vader had een eigen zaak, en die zou ik van hem overnemen. Ik volgde een opleiding bedrijfskunde en alles ging me voor de wind. Tijdens mijn studie kwam ik in contact met een leraar die me een bonus gaf als ik naar de kerk zou gaan. Dat deed ik, en ik werd geraakt door mensen die voor God wilden werken. Dat werd uiteindelijk ook mijn verlangen, want tot die tijd miste ik de zin van het leven. Ik ging vaker naar de kerk, ook toen me dat geen studiepunten meer opleverde, en liet me dopen.”
Ds. Mino vertelt dat zijn moeder lesgaf op een christelijke school en al gewend was aan het christendom. Zijn vader vond het weliswaar prima dat hij christen werd, maar wilde niet hij een „extreme keuze” voor God zou maken. „Toen ik vertelde dat ik voorganger wilde worden, was mijn vader faliekant tegen. Hij verstootte me zelfs. Op dat moment wist ik dat mijn beslissing goed was. Bijzonder! Ik ervoer grote vrede in mijn hart.”
Aardbeving
Ondertussen laat Yoko Tsuruta, geboren in 1986, de preek tot zich doordringen. Haar ouders zijn overtuigd boeddhist en niet geïnteresseerd in de christelijke religie, zegt ze. „Ik heb nooit geprobeerd hen van mijn geloof te overtuigen.”
Als kind ging Yoko naar een christelijke school – er zijn veel missiescholen in Japan. Later studeerde ze muziek aan de Geidai Tokyo National University, waar ze in aanraking kwam met de Bach Cantate Club, een amateurvereniging waarbij haar huidige echtgenoot orgel speelde. Zo raakte Yoko geïnteresseerd in het christelijk geloof en werd ze christen.
In het gedenkwaardige jaar 2011, toen Japan getroffen werd door een verwoestende aardbeving, werd Yoko Tsuruta gedoopt. „Ik vroeg me af waarom er zo veel mensen omkwamen, en God zulke vreselijke gebeurtenissen toeliet”, vertelt ze. „Maar mensen legden me uit dat God altijd bij ons is, ook in moeilijke omstandigheden. Dat geeft mij rust en troost.”
Dit is het eerste deel van een tweeluik over het christendom in Japan. Donderdag deel 2.
Kerkdienst zonder toehoorders
„Als je je leven overgeeft aan God, zal Hij je leiden”, weet ds. Koichi Mino. De Japanse predikant is er vast van overtuigd dat wie voor God dingen moet nalaten, driedubbel wordt beloond.
Ds. Mino, die over twee jaar met pensioen gaat, vertelt dat hij als jonge dominee graag het Woord van God wilde verkondigen en daarom na zijn opleiding dicht bij Hiroshima een gemeente stichtte. „Ik werkte er twee jaar en wist soms niet wat ik moest doen”, herinnert de grijze pastor zich. „Soms leidde ik een kerkdienst zonder toehoorders. Vertwijfeld vroeg ik me dan af wat ik moest doen: doorgaan met de eredienst of de prediking staken.”
In Hiroshima probeerde hij op allerlei manieren contact te leggen met de bevolking. „Ik gaf Engelse taalles en een van mijn studenten werd later lid van de kerk. Na twee jaar telde de kerk zestien leden.”