Kerk & religie

Ds. W. van ’t Spijker: hartstochtelijk zoeker naar eenheid

Een onvermoeid pleitbezorger voor kerkelijke eenheid, met een hart voor zending. Dat is ds. Willem van ’t Spijker. „Zending is urgent naarmate de dag van Christus’ wederkomst nadert. Er is geen tijd meer om elkaar op een paar millimeter verschil af te rekenen.”

Klaas van der Zwaag
30 May 2018 16:09Gewijzigd op 16 November 2020 13:24
Ds. W. van 't Spijker.  beeld CGK
Ds. W. van 't Spijker. beeld CGK

Een reeks van nieuwe functies diende zich in korte tijd in zijn leven aan. Ds. Van ’t Spijker wordt per 1 juni de nieuwe zendingsconsulent van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) en is sinds kort ook de nieuwe voorzitter van de Nederlandse Zendingsraad (NZR).

Het is geen nieuw gebied dat hij betreedt. Ds. Van ’t Spijker diende namens de CGK ruim zes jaar in Zuid-Afrika (KwaNdebele) en was lange tijd zendingsdeputaat binnen zijn kerkverband. Ook elders was hij actief in zendingsorganisaties. Zo was hij acht jaar bestuurslid van Interserve en sinds 2009 betrokken bij de NZR. Ds. Van ’t Spijker volgt ds. Arjan Hilbers, die per 1 september met pensioen gaat, op als zendingsconsulent. Deze zomer brengen beide consulenten een bezoek aan Botswana, een van de zendingsgebieden van de CGK, als onderdeel van de overdracht van werkzaamheden.

Wat trekt u zo aan in de zending?

„Dat het Evangelie in een soms geheel andere cultuur ingang vindt en vorm krijgt. Dat is iets wat kerken in Nederland moet motiveren om dat verhaal ook hier te vertellen. Zending is urgent naarmate je de tijd ziet verstrijken en de dag van Christus’ komst nadert. Als dat ons niets doet, kun je je afvragen: ben ik zelf wel echt geraakt? Zendelingen willen niets anders dan volgelingen van Jezus zijn. En dat brengt automatisch met zich mee dat je aanstekelijk uitdeelt wat je uit de milde handen van de Heere hebt ontvangen. De kerk leeft bij de zending van de Vader. Het viel me op dat in het Evangelie van Johannes maar liefst veertig keer door de Heere Jezus gezegd wordt dat Hij „gezonden” is. „Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik ook u.” Had de Vader Zijn Zoon niet gezonden, dan was de kerk er niet geweest.”

De uitdaging is echter wel om de boodschap van zending ook bij jongeren ingang te doen vinden en dat die door hen ook gedragen wordt, aldus ds. Van ’t Spijker. „Het is belangrijk om communicatiekanalen aan te boren via sociale media. Je moet daar zijn waar de jongeren zijn. Die bereik je niet met Facebook of LinkedIn maar met Instagram. Je kunt bij jongeren niet aankomen met een handdoek met daarop een Torajahuis. We hebben natuurlijk onze zendingsbladen en op synodedagen nodigen we onze broeders en zusters overzee uit. Dat is allemaal prachtig, maar je moet de mensen tegenwoordig actief benaderen. Dat gaat niet meer lukken met zendingsdagen waar nog nauwelijks mensen op af komen.”

Heerst er nog vaak een romantisch en geïdealiseerd beeld van zending?

„Ik denk van wel. Mensen kunnen opgewekt worden door enthousiast gezang en vrolijke dans in Afrika, maar de realiteit is anders. We weten van mensen die zich verrijken door contacten met Nederlanders. Het mooiste is wat ik ooit ergens las van een groep jongeren uit Nederland die Afrika bezocht. Ze wilden Afrika veranderen, maar uiteindelijk schreef iemand na afloop van de reis op: Afrika heeft óns veranderd. Het leven in het zendingsgebied is weerbarstig, maar verschilt wezenlijk niet van het leven van een predikant in Nederland. Al kost het hier geen dag om een auto van een evangelist weer aan de praat te krijgen.”

U hebt ook zelf jaren gewerkt in de zending. Wat is er intussen veranderd en heeft dat geleid tot verandering van uw inzichten?

„De kerken zijn zelfstandig geworden, dat is een belangrijke ontwikkeling geweest. Ik was getuige van dat proces in Venda en KwanNdebele. De kerken zelf vonden dat wel spannend en best lastig, maar dat betekende natuurlijk niet dat Nederland zich terugtrok. Je kunt zelfstandigheid dragen zonder de ander los te laten. Het zijn eigen kerken geworden, waarbij het werk door eigen mensen wordt overgenomen. Ik heb de indruk dat het proces van verzelfstandiging soepel is verlopen. Vooral bij de onafhankelijke Afrikaanse kerken gaat het gemakkelijk.”

Er is binnen de zendingswereld steeds meer aandacht voor de contextualiteit van het christelijke geloof. Een Afrikaan hoeft niet alles van zijn inheemse traditie weg te gooien maar mag dat inbrengen in zijn geloof. Positief of bedreigend?

„Het is nooit anders geweest in de geschiedenis van de kerk. Abraham heeft als een bedoeïen geleefd en Jezus sprak Aramees. In Europa hadden we ons kerkelijk jaar, dat je echter niet in de Bijbel terugvindt. Maar we beleefden zo wel de hele cyclus van het heil. Het Evangelie komt altijd in een specifieke context en dat is in Afrika niet anders.

Een collega stond eens met een predikant uit Venda bij het monument van omgekomen vissers in Urk, waar bloemen neergelegd waren. Wat is het verschil met voorouderverering, vroeg de predikant. Er zijn zendelingen geweest die opriepen om alle culturele tradities los te laten, maar dan krijg je steevast de reactie van de inheemse christenen: ze kennen onze cultuur niet.”

Vergeet niet dat Afrika niet door de verlichting is gegaan, zo benadrukt ds. Van ’t Spijker. „Deze verlichting heeft veel kapotgemaakt en de aarde als het ware plat gemaakt. Daardoor wordt ons geloof anders beleefd. Je komt in onze kerken in het Westen in een andere wereld, terwijl het leven daar in Afrika één is. Daarom kun je in een supermarkt in Afrika gewoon over God praten. Ik heb de idee dat de protestantse gereformeerde kerken kritischer staan tegenover de inheemse cultuur dan de onafhankelijke kerken.”

Ds. Van ’t Spijker is op dit moment predikant van de gecombineerde christelijke gereformeerde en vrijgemaakte gemeente De Verbinding in Hilversum. Kerkelijke eenheid is hem op het lijf geschreven. Hij was jaren voorzitter van deputaten kerkelijke eenheid van de CGK. Omdat de generale synode vorig jaar oktober besloot niet door te gaan met de Gereformeerde Theologische Universiteit (GTU), stapte ds. Van ’t Spijker per direct op als voorzitter van deputaten.

Waarom zo’n radicale stap?

„Ik was ervan overtuigd dat de GTU van wezenlijk belang was voor het voortbestaan van een goede gereformeerde theologische opleiding in Nederland. De eisen van accreditatie door de overheid zijn zo streng geworden dat er geen andere mogelijkheid bestaat dan een fusie van de theologische universiteiten in Apeldoorn en Kampen. Bovendien vrees ik nu dat Apeldoorn en Kampen in toenemende mate gaan concurreren. Daar komt bij dat het traject juist door de CGK was geïnitieerd. Toen puntje bij paaltje kwam werd in de CGK gezegd: we zeggen a, maar doen b. We willen eerst graag de krachten bundelen, maar we doen het uiteindelijk niet. Dat is mijn grote zorg over de gehele linie. Er gebeurt zo vaak iets dergelijks in de CGK. Eerst iets roepen, en dan weer terugdraaien en zeggen: we zijn er nog niet aan toe.”

Het deputaatschap kerkelijke eenheid van de CGK werd in 1947 opgericht. „Als je de stukken leest, spreekt daaruit een geweldig elan”, aldus ds. Van ’t Spijker. „De kerken wilden niet meer terug naar de situatie van vóór de oorlog. Men zocht naar verbinding. Sinds de jaren zestig steeg het aantal samenwerkingsgemeenten. Maar eind jaren tachtig hoorden we steeds vaker het geluid: dit is niet de bedoeling. En zo wordt er twijfel gezaaid, zoals je ook weer ziet bij de GTU. De open houding in 1947 zie ik niet meer zo, maar ondertussen gaan de contacten tussen de verschillende kerken gelukkig gewoon door.”

Hoe ga je om met de spanning tussen landelijke richtlijnen voor eenheid en spontane vormen van lokale samenwerking?

„Er moeten landelijke regelingen zijn, maar het is de vraag of die de situatie op het grondvlak weerspiegelen. Datzelfde verhaal geldt voor de afspiegelingen van de synodale vergaderingen. Stemmingen kunnen soms zo plaatsvinden dat veel gemeenten zich niet vertegenwoordigd voelen.”

Is er in de jaren dat u deputaat kerkelijke eenheid was, veel bereikt op het terrein van de interkerkelijke samensprekingen?

„Gelukkig wel. Ik heb goede herinneringen aan mijn periode in Heerenveen en nu in Hilversum. Een pijnpunt blijft wel dat een vrijgemaakte predikant die een samenwerkingsgemeente dient niet naar een meerdere vergadering van de CGK afgevaardigd kan worden.”

Leeft het verlangen naar kerkelijke eenheid nog wel?

„Ja, vooral daar waar de geestelijke eenheid beleefd wordt aan de basis en men elkaar vindt in de kern van het geloof. De uitdaging is echter om die eenheid een vorm te geven in de kerkelijke structuren.”

Waarom is het streven naar eenheid zo belangrijk?

„Omdat we ons als kerk niet kunnen veroorloven om elkaar op de millimeter te beoordelen en af te rekenen. Leg dat maar eens uit aan de wereld, die alle kerken op één hoop gooit. De verdeeldheid van de kerk tast de geloofwaardigheid van haar getuigenis aan. Je kunt het bestaan van zoveel verschillende kerken ook niet uitleggen aan jongeren. Toch kruipt het bloed gelukkig waar het niet kan gaan. Het levende Water is niet tegen te houden. De vraag is wel of we dit ook láten gebeuren.”

Ds. W. van ’t Spijker

Willem van ’t Spijker werd geboren op 15 februari 1958 in Drogeham als zoon van Ienje Hovius en Willem van ’t Spijker. Na de middelbare school in Utrecht en Apeldoorn studeerde hij theologie aan de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) in Apeldoorn. Hij werd in 1983 bevestigd als predikant in Heerenveen, diende van 1989 tot 1996 de cgk in Stadskanaal en werd in 1997 uitgezonden als predikant voor gemeenteopbouw naar de Gereformeerde Kerken van KwaNdebele (Zuid-Afrika). In 2005 werd hij bevestigd als predikant van de cgk Hilversum-Pniël. Deze gemeente werd in 2014 onderdeel van samenwerkingsgemeente ”CGKV De Verbinding”. Ds. Van ’t Spijker was van 2007 tot 2017 voorzitter van deputaten voor de eenheid van gereformeerde belijders in Nederland. Van 2005 tot 2013 was hij lid van het bestuur van Interserve, een zendingsorganisatie die professionals uitzendt naar ‘gesloten’ landen. Van 2009 tot 2017 was hij lid van het bestuur van de Nederlandse Zendingsraad. Na een tussenjaar als adviseur trad hij in 2018 weer toe tot het bestuur van deze koepelorganisatie. Ds. Van ’t Spijker trouwde in 1981 met Dorothee van Genderen. Zij kregen vier kinderen en hebben een kleindochter.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer