Nieuwe leden EU meer in voor religie dan oude
Voor de bevolking van de meeste nieuwe lidstaten van de Europese Unie hebben religie en spiritualiteit meer waarde dan voor de inwoners van de oude EU-lidstaten.
Dat blijkt uit een enquête waarvan de stichting ”Identity foundation” de resultaten dinsdag in Düsseldorf heeft bekendgemaakt. In opdracht van de stichting heeft een onderzoeksbureau in Neurenberg het afgelopen jaar aan 500 mannen en vrouwen in acht nieuwe en zes oude EU- staten gevraagd welke waarden voor hen belangrijk zijn.
Voor de meerderheid van de Polen (58 procent), de Slowaken (53 procent) en de Litouwers (52 procent) -allen nieuwe EU-burgers- hebben religie en spiritualiteit een grote betekenis.
Ook voor de burgers van EU-nieuwelingen Hongarije (46 procent), Letland (41 procent) en Slovenië (38 procent) heeft religie meer waarde dan voor de inwoners van het westen van Europa.
Van de oude EU-lidstaten Spanje en Frankrijk hecht ongeveer eenderde van de bevolking veel waarde aan religie (34, respectievelijk 31 procent). Slechts 27,4 procent van de Duitsers acht godsdienst belangrijk. Tsjechen (27,1 procent), Britten (25,5 procent) en Zweden (23,1 procent) hechten de minste waarde aan religie.
Uitzondering bij de oude EU-lidstaten is Italië, waar maar liefst 55 procent religie heel belangrijk vindt.
In de enquête konden de ondervraagden bij twaalf waarden aangeven hoe belangrijk ze die vinden. Religie en spiritualiteit kregen de minste bijval. Bijzonder belangrijk vinden EU-burgers een „leven met familie en kinderen.” Deze waarde scoorde in de verschillende lidstaten tussen de 83 (Zweden) en de 95 procent (Hongarije). Waarden zoals vrede, vrijheid en verantwoordelijkheid scoorden ook hoog. Vooral burgers uit de voormalige communistische landen achten ook plichtsbesef van zeer grote waarde.