„Opstanding is kern van christelijk geloof”
Bij de opstanding van Christus gaat het om de kern van het christelijke geloof, aldus ds. W. Schinkelshoek. „Als Hij uit de dood is opgestaan, is Hij geen gewoon mens.”
De hersteld hervormde predikant sprak maandagmiddag tijdens het jaarlijkse Paasappel in de Zuiderkerk te Ede. Het Paasappel is een interkerkelijk initiatief dat zich richt op jongeren uit heel Nederland. Het wordt georganiseerd onder verantwoordelijkheid van de hersteld hervormde gemeente te Ede, Bennekom en Wageningen en omstreken.
Het thema van de bijeenkomst, die ongeveer 200 jongeren trok, was dit jaar ”Tussen dood en leven”. Het kwam aan de orde in twee lezingen, beide vanuit 1 Korinthe 15, het hoofdstuk over de opstanding van Christus en de opstanding uit de doden. De lezing van ds. Schinkelshoek, de plaatselijke predikant, ging over de aardse denkwijze en die van prof. dr. M. J. Kater, hoogleraar aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, over het hemels perspectief.
Ds. Schinkelshoek zei dat er weinig discussie is over de vraag of Jezus echt heeft bestaan, maar wel over de vraag of de opstanding daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Hij begrijpt dat wel. „Als Hij uit de doden is opgestaan, is Hij geen gewoon mens. Dan zijn Zijn woorden woorden van de andere kant.”
De predikant merkte op dat Paulus er in 1 Korinthe 15 op wijst dat de opstanding van Christus behoort tot de kern van het christelijke geloof en dat het geloof in de opstanding wordt verbonden met het zalig worden. „We geloven niet in een dode maar in een levende Christus.”
De evangeliën geven, aldus ds. Schinkelshoek, een betrouwbaar verslag van het lege graf. Het feit dat de opstanding totaal niet verwacht werd door de leerlingen van Jezus, zegt ook veel, aldus de predikant. „Na Zijn dood waren Zijn leerlingen in vertwijfeling, ook al had Jezus tijdens Zijn leven Zelf gezegd dat Hij zou opstaan. Ze hadden in hun stoutste dromen niet verwacht dat het werkelijk zou gebeuren. De getuigenverslagen zitten vol verbijstering. Maria Magdalena dacht dat ze Jezus hadden weggenomen. Thomas kon het niet geloven, ook niet toen de anderen zeiden dat ze Hem gezien hadden. De Emmaüsgangers waren compleet in verwarring.”
De Edese predikant concludeerde dat er mensen zijn die ondanks alle ooggetuigenverslagen niet overtuigd worden. Voor hem is het echter 100 procent zeker dat Jezus is opgestaan. „Het is de zekerheid van de historie van de heilsfeiten en van het persoonlijk geloof in de Persoon van Jezus Christus. Houd je er rekening mee dat Hij leeft?”
Prof. Kater gaf aan dat het opgestane lichaam van Jezus anders was dan dat van de door Jezus opgewekte Lazarus. „Lazarus kwam aan dezelfde kant van het graf. Hij had hetzelfde lichaam. Jezus kwam aan de overkant van het graf en van de dood. Het lichaam van Jezus was een verheerlijkt lichaam. Een gesloten deur was toen geen probleem voor Hem en Hij kon zomaar op een bepaalde plaats verschijnen.”
De hoogleraar benadrukte dat het lichaam van Jezus tegelijkertijd een menselijk lichaam bleef. Hij voegde eraan toe dat datzelfde lichaam nu in de hemel is.
Zijn stelling was dat wie door het geloof aan Christus verbonden is, al iemand van de overkant is. „Wie in Christus is, is een nieuwe schepping. De toekomst is er nu al, in Christus. Een christen heeft een hemels perspectief. Er is een venster geopend waar je doorheen mag kijken vanuit de toekomst. Wie van Christus is, leeft vanuit deze toekomst. Dat is geen wegdromen. Het feit dat Hij is opgestaan, geeft de garantie dat het werkelijkheid is. Christus zegt: „Wie in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven.” Wie aan Christus verbonden is, deelt in het eeuwige leven, hier en nu, en straks ten volle.”