Buitenland

Syrische Koerden door iedereen in de steek gelaten

Na de verovering van de Noord-Syrische stad Afrin op de Koerden, dreigt Turkije met een nieuw offensief in het oosten van Syrië. Daarna is volgens president Erdogan Noord-Irak aan de beurt.

Martin Janssen
26 March 2018 19:47Gewijzigd op 16 November 2020 12:54
Vanuit Afrin zijn duizenden op de vlucht geslagen. beeld AFP
Vanuit Afrin zijn duizenden op de vlucht geslagen. beeld AFP

Op 18 maart werd duidelijk dat de Syrische Koerden de strijd om Afrin verloren hadden. Vrijwel alle Syrië-experts die sinds acht jaar de burgeroorlog in dit land volgen, waren verbijsterd.

Eind januari was Turkije de militaire campagne met de codenaam Olijftak tegen de Koerden in Afrin begonnen. De Koerden beweerden toen nog vol vertrouwen dat dit een Turks ‘Vietnam’ zou worden. Vrijwel iedereen verwachtte een langdurige strijd tussen Turkije en de goed getrainde Syrische Koerden.

Jarenlang werd in het Westen de loftrompet gestoken over de Syrische Koerden, die de beste strijders tegen Islamitische Staat (IS) bleken te zijn. Ze werden daarom de belangrijkste bondgenoot van de Verenigde Staten. Dit versterkte het zelfvertrouwen van de Koerden, die in Syrië aan hun eigen Koerdische project werkten.

Aanvankelijk was dit geen probleem, omdat de oorlog in Syrië nog vrij overzichtelijk was. Iedereen, inclusief Turkije, probeerde de Syrische president Assad omver te werpen, en in een tweede fase werd IS ieders vijand.

Nadat de positie van Assad was veiliggesteld en het kalifaat van IS was verdwenen, bleek plotseling dat ook andere landen, waaronder Turkije, hun eigen agenda in Syrië hadden.

De Syrische Koerden hadden hun reputatie van onoverwinnelijkheid vooral te danken aan de voortdurende Amerikaanse luchtsteun. In Afrin was het luchtruim echter gevuld met Turkse straaljagers.

De Koerden in Afrin werden verraden door Rusland, dat Turkije het groene licht had gegeven om het noorden van Syrië binnen te trekken. Vervolgens werden ze in de steek gelaten door de Verenigde Staten omdat Washington tegen iedere prijs Turkije in de NAVO-boot wilde houden.

Woordvoerders van het Witte Huis kwamen niet verder dan het uitdrukken van hun „diepe bezorgdheid” over de snel verslechterende situatie in Afrin. Ook de internationale gemeenschap liet het afweten en reageerde zelfs niet toen Turkije in Afrin een ziekenhuis bombardeerde.

Momenteel voltrekt er zich in Afrin een humanitaire ramp die op de situatie in de Syrische regio Oost-Ghouta lijkt. Het enige verschil is het oorverdovende internationale zwijgen over Afrin, dat buitengewoon merkwaardig is.

Het kan niet worden ontkend dat er in het Westen momenteel sprake is van een anti-Poetinmentaliteit. Van het drama in Oost-Ghouta kon men Poetin de schuld geven omdat de Russische luchtmacht hier bombardeert. Assad kon men als medeplichtige aanwijzen omdat diens leger in Oost-Ghouta vocht.

Poetin en Assad waren echter de grote afwezigen in Afrin, waar de Turkse president Erdogan de regie in handen heeft. In Washington en Brussel wringen politici zich echter in alle mogelijke bochten om Erdogan vooral niet voor het hoofd te stoten.

Erdogan heeft al aangegeven ook de Koerden in oostelijk Syrië te zullen aanvallen. Vervolgens wil hij doorstoten naar het noorden van Irak. Er zijn berichten dat het Turkse leger daar al actief is.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer