Vlootpredikant kijkt soldaat los van rang in de ogen
Hoe kunnen kerken inspelen op de behoefte aan geestelijke zorg onder militairen? Die vraag stond vrijdag centraal tijdens een werkbezoek van de Raad van Kerken, voorgangers van Noord-Hollandse kerken en medewerkers van de Dienst Geestelijke Verzorging aan de marinehaven in Den Helder.
De band tussen kerken en de geestelijk verzorgers bij de Koninklijke Marine wordt sterker, merkt ds. Klaas Henk Ubels, hoofdkrijgsmachtpredikant. Hij is er blij om: „In kerken moet aandacht zijn voor de uitzending van militairen. Daar zijn we als Nederlanders gezamenlijk verantwoordelijk voor. Juist als militairen lang van huis zijn en onder druk staan, spelen grote thema’s van het leven op. Vertrouwen, een thuis hebben, verantwoordelijkheid dragen, verdriet en kameraadschap komen dan naar boven. De vlootgeestelijken begeleiden hen op zulke momenten.”
Bij het begin van de maaltijd bidt ds. Ubels het Coventrygebed, dat internationaal bekend is onder soldaten. Daarin wordt vergeving gevraagd voor onder andere „de haat, die een muur optrekt tussen volken, rassen en klassen”, en „de trots die ons ertoe brengt op onszelf te vertrouwen en niet op God.”
Morele vorming van militairen is nodig, omdat een opleiding waarin je leert –als het moet– andere mensen te doden grote impact heeft op de militair als mens. Dat er blijvende behoefte is aan menselijke aandacht in de ruwe wereld van water en staal wordt duidelijk uit de ervaringen die geestelijk verzorgers op de bijeenkomst delen. Vlootpredikant Gert Pennekamp zet in zijn werk echter vooral niet de hulpverlenerspet op: „Ik kijk een militair in de ogen zonder dat het hulpverlenersgebeuren erom heen van hulpvraag en protocollen meespeelt. Dat is een Godsgeschenk.”
De wachtdiensten zijn voor ds. Pennekamp de momenten om militairen op te zoeken: „Tijdens die lange nachtelijke uren praat ik heel wat af. Over de zin en de onzin van het leven. Over schuld- en schaamtegevoelens. En over de verwarring over goed en kwaad in de wereld.” De vraag die altijd met hem meegaat is hoe hij de christelijke geloofstraditie en Bijbelse verhalen kan verbinden met de levens van militairen. Juist op de puinhopen in oorlogsgebied zag hij verbondenheid ontstaan.
Omdat geestelijk verzorgers buiten de hiërarchie van de militaire rangorde staan, kunnen zij van mens tot mens contact maken. Age Kramer, rooms-katholiek priester: „Door het zien van de mens áchter de militair kom je bij de diepere laag. En daar moet je naar toe in een gesprek.”
Uit de open houding van de geestelijk verzorgers tegenover militairen trekt Kramer lessen voor zijn eigen pastorale werk in de parochie. Er werkelijk voor iemand zijn en niet per se vanalles willen doen, is vaak het moeilijkst, erkent hij. De korte kerkdienst die de bijeenkomst afsluit, geeft een realistische indruk van een dienst op zee. Vlootaalmoezenier Frank Kamp leidt het moment van bezinning en gebed. Kaarsen worden gebrand om aan geliefden ver weg te denken. „Het klinkt soft, maar ik heb heel wat keren stoere jongens en meisjes kunnen troosten die graag bij een zieke oma of opa hadden willen zijn.”