Drietal Colombiaanse christenen bij GZB-dag ziet werk op straat liggen
In het door drugsgeweld geteisterde Colombia verrichtten protestantse christenen diaconaal werk onder de vele armen in het land. Op de jaarlijkse GZB-dag zaterdag in Barneveld vertellen drie betrokkenen erover.
De Gereformeerde Zendingsbond (GZB) is al zo’n veertig jaar actief in Latijns-Amerika. In Colombia werkt de organisatie samen met twee protestantse kerken. Die hebben hun handen vol aan het ondersteunen van kansarmen.
Ds. German Suarez (53) bijvoorbeeld vangt kinderen op uit probleemgezinnen in zogeheten invasiewijken in Bogota. Het zijn stadsdelen die veel weg hebben van krottenwijken. Ook ds. Dionicio Guerrero (44) zet zich in voor mensen in nood. Hij is sinds een jaar landelijk coördinator van diaconale projecten van de Colombiaanse Presbyteriaanse Kerk. Martha Raquel Niño Duran (44) is synodevoorzitter van deze kerk. In het dagelijks leven werkt ze als advocaat.
Synodevoorzitter Niño Duran studeerde rechten aan de universiteit van Bogota en volgde cursussen theologie. Suarez volgde een theologische opleiding aan een gereformeerd seminarie in Colombia. Ds. Guerrero kon met ondersteuning van de GZB een vierjarige academische studie theologie doen. Inmiddels reist hij met zijn motor en auto heel Colombia af voor begeleiding van diaconale projecten. Ds. Guerrero zegt dat hij van de Nederlandse zendingsorganisatie geleerd heeft wat diaconaat inhoudt.
Colombia is berucht vanwege de brutale en gewelddadige liquidaties tussen de elkaar bestrijdende drugskartels. Ds. Guerrero en Niño Duran maakten het geweld van nabij mee. Ds. Guerrero: „In 2010 werd er een pistool op mij gericht toen ik op weg was naar de kerk. Het was niet omdat ik als christen naar een kerkdienst ging, maar omdat die kerk in contact stond met een Amerikaanse organisatie. Dat was voor de drugsbendes bedreigend. Later –ik was net predikant van de gemeente Valencia Nazareth– werd ik opnieuw bedreigd. Ditmaal ging het alleen om het afpersen van geld.”
Advocate Niño Duran functioneerde soms als onderhandelaar tussen families en ontvoerders. „Meestal moest een flinke losprijs worden betaald. Aansluitend diende de familie jarenlang periodiek een geldbedrag aan de guerrilla’s te betalen”, zegt zij.
Zijn de Colombianen blij met de vredesovereenkomst tussen de regering en de terreurbeweging FARC?
Niño Duran vertrouwt het niet. „Dissidente splintergroeperingen trekken zich niets aan van de ontwapeningsovereenkomst en zullen doorgaan met geweld.” Suarez is wat positiever. „Sinds het akkoord zijn er door de FARC geen moorden meer gepleegd of mensen ontvoerd. Dat is een merkbaar resultaat van de onderhandelingen met de regering.”
Heeft de kerk in Colombia een taak in het proces van verzoening?
Ds. Guerrero: „In Colombia behoort het verzoeningsproces niet tot de taak van de kerk. Uiteraard kunnen de individuele leden in het persoonlijke vlak wel verzoeningsgezind zijn. Maar het zou goed zijn als er vanuit de kerk bezinning ontstond op het leveren van een bijdrage aan verzoening.” Synodevoorzitter Niño Duran wijst op de geringe invloed van protestantse kerken in Latijns-Amerika. Toch denkt ook zij dat de kerk kan bijdragen aan een maatschappelijke verandering. „De gereformeerde kerk in Colombia zou toch de uitdaging moeten aangaan om te tonen dat het Evangelie een gunstig effect heeft op de maatschappij.”
Is het werk van de kerk diaconaal van aard of gericht op evangelisatie, of misschien beide?
Ds. Suarez: „Al veertien jaar doen we in de hoofdstad Bogota aan opvang van kinderen uit probleemgezinnen. Driekwart van de ouders moet in het levensonderhoud voorzien door te stelen. Veel moeders werken in de prostitutie en hebben kinderen van onbekende vaders. Ondersteund door de GZB konden wij in probleemwijken opvangcentra openen. Wat is dan diaconaal en wat evangelisatie? Dat gaat hand in hand. In het opvangcentrum wordt minimaal eens per week, bijvoorbeeld bij weekopeningen, een Bijbelverhaal verteld met een praktische toepassing. Dankzij de naschoolse opvang gingen drie gezinnen naar de kerk. Iets minder duidelijk maar toch indirect waren er nog vijf gezinnen die ook naar de kerk kwamen. Het diaconale werk is tot zegen geweest.”