Engelenbegeerte
1 Petrus 1:12c
„In welke dingen de engelen begerig zijn in te zien.”
In het heilige der heiligen staat de ark des verbonds. Daarop staan twee gouden cherubijnen die met gebogen aangezichten steeds zien op het met bloed besprengd gouden verzoendeksel. Daarop ziet de apostel Petrus als hij zegt dat engelen begerig zijn om in te zien in de geheimen van de gekruisigde Christus, die God voorgesteld heeft tot een verzoening door het geloof in Zijn bloed (Rom. 3:25), opdat wij door het geloof het leven zouden hebben in Zijn Naam. Terwijl ons echter de heilige engelen, die met gebogen aangezicht op het verzoendeksel zien, worden voorgesteld, hoe moet dan een door God bekeerde en door Jezus’ bloed verzoende zondaar neergebogen zijn om dit heilige in het allerheiligste te beschouwen! Want hier is de gekruisigde Christus het ware tegenbeeld van het verzoendeksel, in Wie zich openbaart het schouwtoneel van de Goddelijke volmaaktheden. In Hem zijn de diepten der Goddelijke wijsheid en liefde verborgen, Die zo’n wonderbaarlijk middel heeft uitgevonden tot verzoening voor arme, verloren zondaren. Daar ziet men Gods majestueuze heiligheid en wraakoefenende gerechtigheid verenigd tegen de zonden van Zijn volk, waarvoor de Zoon van Zijn liefde aan het kruis heeft moeten boeten. Zo wordt geopenbaard de rijkdom der goddelijke barmhartigheid, dat Hij voor hen, die toen nog Zijn vijanden waren, Zijn eniggeboren Zoon heeft overgegeven tot zo’n smartelijke dood.
David Bruinings, predikant te Amsterdam
(”Leerredenen”, 1751)