De grootste kerk van China
„Ik denk dat de christelijke gemeenschap gedijt doordat de Chinese economie razendsnel groeit”, peinst de 45-jarige Grace, die met haar echtgenoot een jaar lang in Engeland woonde. „Veel Chinezen zijn rijker dan ooit, maar met die rijkdom groeit tegelijkertijd de leegte in hun hart. In tijden van materialisme realiseren mensen zich dat ze iets fundamenteels missen.”
Mensen met relatieproblemen gaan dan op zoek naar iets beters, zegt ze. „En ouderen denken na over het leven na de dood. Ze komen met hun levensvragen terecht in de kerk, waar ze horen dat God hen wil helpen en leiden. Ze worden gesterkt door de preek of door de geestelijke liederen die we samen zingen. Door God te aanbidden leggen mensen contact. Soms raakt dit hen zo dat ze van blijdschap in tranen uitbarsten.”
Het christendom groeit in China, vooral in de provincie Zhejiang. Het land telt naar schatting 20 miljoen christenen die lid zijn van de staatskerk en 80 miljoen christenen die lid zijn van de ondergrondse kerk. Het geloof is er al lang niet meer alleen weggelegd voor oudere vrouwen, maar wordt ook populair onder jongeren.
In de enorme, door de overheid erkende Chong-Yi-kerk in de zuidoostelijke miljoenenstad Hangzhou zingen jongeren deze ochtend van harte Opwekkingslied 461 mee: „Mijn Jezus, mijn Redder, Heer er is niemand als U. Laat elk moment, al wat ik denk, vol zijn van Uw liefde Heer.”
De Chong-Yi-kerk richt zich met haar activiteiten ook op jongeren. Om drie uur ’s middags organiseert de gemeente een Engelstalige dienst, voor buitenlanders én Chinezen die hun Engels willen bijspijkeren.
„Ik denk dat veel jonge mensen zich aansluiten bij een christelijke kerk om bij het Westen te horen”, vermoedt een 20-jarige vierdejaarsstudent rechten, die de morgendienst bijwoont. „Jongeren worden christen omdat ze westers willen zijn; het is geen keuze vanuit het hart”, oordeelt hij. „In mijn eigen vrienden- en kennissenkring zijn weinig christenen of mensen die christen willen worden. Een van mijn klasgenoten is katholiek, maar dat leeft niet bij hem. Hij weet het verschil niet tussen het woord christen en katholiek.”
Godsdienstvrijheid
De Chong-Yi-kerk biedt plaats aan ruim 7000 bezoekers. „Ik zal mij houden aan Uw wet, voor eeuwig en altijd”, zingt de gemeente onder begeleiding van een groot koor. De kerk is onderdeel van de officiële, protestantse Drie-Zelfkerk, waarmee de overheid greep wil houden op haar religieuze onderdanen.
Een paar jaar geleden wilde de provinciale overheid het opvallende kruis van het dak van de kerk laten verwijderen om de zichtbaarheid van de kerk te verkleinen, maar de kerkelijke gemeente protesteerde –tot nu toe met succes– tegen dit besluit door te wijzen op het wetsartikel waarin de vrijheid van godsdienst is vastgelegd.
De overheid bemoeide zich niet alleen met kruizen, ook kerkgebouwen werden als illegaal bestempeld en afgebroken. Eind december moesten gemeenteleden van de rooms-katholieke kathedraal van Sint-Franciscus, in de provincie Shaanxi, met lede ogen toezien hoe het kruis van hun kerk werd vernietigd, samen met de schilderijen van de lijdensweg van Christus, het sacramentshuis en andere liturgische voorwerpen. Knielbanken werden uit de kerk gedragen en weggereden.
Op 11 januari ging in Linfen de niet door de overheid erkende Gouden Kandelaarkerk tegen de vlakte. Ook predikanten blijven niet buiten schot: ds. Gu van de Chong-Yi-kerk werd door de overheid op non-actief gesteld omdat hij corrupt zou zijn. De gemeenteleden betwijfelen dat: de predikant protesteerde tegen de overheidsbemoeienis met de kerken.
Preken
„Ik kom uit een christelijk geslacht en ben enig kind”, zegt de student. Hij laat de preek van ds. Lou Shibo tot zich doordringen. „Het is goed om de Bijbel te laten uitleggen, want het Woord van God is je kompas: het geeft je leven richting.”
De jonge christen zocht een jaar lang naar een geschikte kerk en kwam uit bij de protestantse kerk. „Ik bezocht andere kerken, maar daar draaide het vooral om contacten en minder om de Bijbelse boodschap”, zegt hij. „De kerkdiensten leken er gezellige, leuke familiebijeenkomsten, waarin eigen ervaringen werden gedeeld en waarbij de Bijbel een ondergeschikte rol speelde. In de Chong-Yi-kerk preekt men vanuit de Bijbel, daarom bezoek ik vandaag de dienst in deze kerk.”
Zijn familie komt uit de havenstad Canton, het huidige Guangzhou, dicht bij Hongkong. „Mijn betovergrootvader emigreerde in 1890 naar de Verenigde Staten. Dat kon nog in die tijd. Hij keerde later naar China terug, waar mijn grootvader is geboren. Mijn grootouders verloren in 1941 alle contact met familieleden die niet vanuit de VS terugkeerden naar China, en dat contact kon pas in 1970 worden hersteld.
Ik denk dat het in China vroeger moelijker was om te geloven dan tegenwoordig. Mijn grootouders zijn christen, net als mijn ouders en ik. Toen ik vijf jaar was, mocht ik van mijn ouders kiezen wat ik wilde geloven. Ik geloof in God, maar ik ben nog niet gedoopt. Ik weet nog niet van welke kerk ik lid word. Ik wil nog meer leren over God.”
Fopspeen
Chinese christenen kunnen zonder problemen naar de kerk gaan en hun geloof belijden, zegt gemeentelid Grace van de Chong-Yi-kerk. „In China wordt het zelfs de zogenoemde verborgen christenen niet moeilijk gemaakt. Er is volgens mij ook weinig verschil tussen de geregistreerde kerken en de ondergrondse kerk. Wij organiseren ook doordeweekse bijeenkomsten bij gemeenteleden thuis; om te zingen, te bidden en de Bijbel te bestuderen. Maar op zondag komen we openlijk bijeen in de kerk. Ondergrondse kerken zijn erg gericht op wonderen. Ze blijven wellicht ondergronds omdat ze charismatisch zijn, maar misschien ook wel sektarisch. In elk geval kunnen alle Chinezen in vrijheid geloven.”
Ze heeft veel respect voor de leiders van haar land. „De Chinese overheid heeft veel mooie ontwikkelingen in gang gezet. Hangzhou wordt steeds belangrijker en organiseerde onlangs zelfs de G20-top. De regering is op veel fronten actief: ook de corruptie wordt aangepakt, hoewel ik begrijp dat corruptie nooit helemaal kan worden uitgebannen. Ik heb een portret van onze president op mijn telefoon staan, want ik bewonder hem.”
Een „onrealistische preek”, moppert Maria na afloop van de kerkdienst. Ze bezoekt, op uitnodiging van een kennis, voor de eerste en waarschijnlijk ook de laatste keer de Chong-Yi-kerk. „De overheid controleert alle stappen die je zet, zelfs in de kerk. Deze kerkdienst was voor mij daarom een grote fopspeen waarmee grote mensen zich in slaap laten sussen.”
Saamhorigheid
„Wat moeten we doen als we in moeilijkheden komen?” vraagt predikant ds. Lou Shibo zich af op het preekgestoelte. De 48-jarige accountant Nan Ping Ping hangt aan zijn lippen, net als honderden andere gemeenteleden. Nan Ping Ping is sinds een paar jaar lid van de Chong-Yi-kerk en liet zich twee jaar geleden dopen. „Ik ging jarenlang niet naar de kerk, maar toen mijn dochter naar de VS verhuisde om daar te studeren, werd het stil in huis”, vertelt ze na de dienst. „Ik voelde me eenzaam en ging op zoek naar een zinvolle invulling van mijn leven. Ik bewaar warme herinneringen aan vroeger, toen mijn ouders mij meenamen naar de plaatselijke kerk in mijn geboortedorp. Mensen zorgden in die tijd voor elkaar en ik denk nog altijd aan de saamhorigheid van de gemeenteleden. Ik vind het belangrijk om weer naar de kerk te gaan: mijn geloof helpt me om dankbaar in het leven te staan.”
Christenen in China
De Chinese partijleider Mao Zedong richtte de Drie-Zelfbeweging op toen hij in 1949 de Volksrepubliek China stichtte. Hij dacht dat religie de jonge, communistische en atheïstische republiek zou vergiftigen. Deze Drie-Zelfbeweging kreeg drie taken: zelfbestuur, zelfonderhoud en zelfverbreiding. Ze moest kerken controleren en beteugelen. Ondertussen werden kerken gesloten en zendelingen en missionarissen het land uitgezet.
„Voor Chinezen blijft het christendom iets wat uit het buitenland komt en niet bij China hoort”, weet een 20-jarige student die een kerkdienst bijwoont in de enorme, door de overheid erkende, protestantse Chong-Yi-kerk in Hanghzou. „China is vaak geconfronteerd met invasies van Britten en Amerikanen, die hier dan ook kerken bouwden”, zegt een jonge kerkganger. „Bovendien werden Chinezen die het niet eens waren met het beleid van de Chinese overheid gesteund door buitenlanders.”
Protestantse kerken zijn in China legaal als ze lid zijn van de officiële protestantse Drie-Zelfkerk, de staatskerk die door de regering wordt gecontroleerd. Voor het rooms-katholicisme geldt dat dit moet worden beleden binnen de Chinese Patriottische Katholieke Vereniging.
China telt officieel vijf erkende godsdiensten: het boeddhisme, de islam, het rooms-katholicisme, het protestantisme en het taoïsme. Deze godsdiensten kennen volgens de Chinese grondwet vrijheid, mits ze zich alleen bezighouden met religieuze activiteiten. Geloofsgemeenschappen mogen geen onderwijs geven, de openbare orde verstoren of de volksgezondheid in gevaar brengen. Kerken die zich niet willen onderwerpen aan de overheid –zoals rooms-katholieke en protestantse huiskerken– zijn illegaal. Zij kunnen rekenen op beperkende maatregelen van de overheid.
Ook de bewegingsvrijheid van de officiële staatskerken werd begin vorige maand verder ingeperkt. De huidige president Xi Jinping wil, net als zijn verre voorganger Mao, religie onder controle houden en integreren in de Chinese cultuur. Kerken mogen maximaal 15.000 dollar per jaar ontvangen uit het buitenland, religieus onderwijs is uit den boze en de boetes bij overtreding van de regels gaan omhoog. Chinese christenen zijn nog altijd niet welkom in de communistische partij en kunnen geen belangrijke overheidsfuncties vervullen.