Blijvende strijd tegen vooroordelen
Kennis van de islam is nodig, want er zijn nog steeds vooroordelen over deze godsdienst, zeggen Herman Takken en Jaap Bönker. Ze zijn de coördinators van de ”Zomerschool Moslims en het Evangelie”, die deze week in Voorthuizen wordt gehouden. Het doel van de zomerschool is tweeledig: het bijbrengen van kennis én het helpen bij het zoeken van relaties met moslims. „Dat kan variëren van directe evangelisatie tot het opbouwen van sociale contacten”, zegt Takken.
Zo’n dertig aanwezigen volgen deze week de cursus ”Zomerschool Moslims en het Evangelie”. Vijf dagen intensieve bezinning, studie en ontmoeting vormen de ingrediënten van een cursus die sinds halverwege de jaren tachtig niet meer weg is te denken. „Elk jaar is de cursus weer vol”, zegt Herman Takken. De achtergrond van de cursisten is divers: van charismatisch tot Gereformeerde Gemeenten. Een van de medewerkers die mede leidinggeeft aan de zomerschool heeft zelf een moslimachtergrond.
De zomerschool is een initiatief van stichting Evangelie en Moslims (E&M) en de Arabische Wereld Zending (AWZ). Directeur Jaap Bönker van de AWZ vindt dat beide organisaties elkaar prachtig aanvullen: Evangelie en Moslims is gespecialiseerd in de toerusting van moslims in Nederland, de AWZ heeft vooral haar werkterrein en expertise in het buitenland.
Sprekers deze week zijn, naast beide genoemde personen, onder meer Cees Rentier, Martin de Vries (gereformeerd vrijgemaakt predikant in Rotterdam en vrijgesteld voor het werk onder moslims), Dini van Os (voormalig evangeliste in Antwerpen), Jolanda Baars, Tineke Yürümez en de ’Nederlandse Amerikaan’ Jim Mellis.
Gisteravond stond een bezoek aan een moskee in Amersfoort op het programma, morgenavond gaan moslims en christenen met elkaar in gesprek. Onderwerpen tijdens de zomerschool van deze week zijn onder meer: kernbegrippen in Bijbel en koran, verhouding moslims en christenen, islamitische geloofspraktijk, vrouwenwerk en mogelijkheden en vormen van getuigenis en dienst onder moslims.
Het motief van mensen om deel te nemen aan de cursus is zeer divers, zeggen de coördinatoren, maar iedereen is hoe dan ook geïnteresseerd in de islam. Die interesse ontstaat doordat men moslims tegenkomt in schoolsituaties of werksituaties (soms als collega’s), of door activiteiten van de kerk in een buurt met moslims, zegt Takken. „We willen vooral interactief bezig zijn met de cursisten. We nodigen moslims uit en gaan ook naar een moskee. Naast pittige studies worden ervaringen uitgewisseld die mensen hebben in hun contacten met moslims. Er zijn ook deelnemers die meer willen doen op dit vlak, maar niet weten hoe. Zo is er een allochtone deelneemster die via haar werk te maken heeft met moslimvrouwen in haar stad en meer wil weten van hun achtergrond. We behandelen ook verschillende casussen en spreken daarover.”
Die uitwisseling is in veel gevallen best een spannend gebeuren. „Soms moeten bij de uitwisseling van verschillende visies op de islam meningen worden bijgesteld”, zegt Takken. Bönker: „Er leven in het land nog steeds veel vooroordelen ten aanzien van de islam. Er heerst een sterke anti-islammentaliteit. Soms hoor je nog het geluid dat de islam van de duivel is. Er is nog steeds veel onbegrip. Door meer kennis te vergaren, kunnen we vooroordelen gemakkelijker kwijtraken. Barrières worden soms door de kerk zelf opgeworpen. Bijvoorbeeld door de islam direct weg te zetten als een valse leer en een verkeerde religie, zonder recht te doen aan de positieve elementen die er ook zijn.”
Publicaties als ”De weg van de moslim” en de opkomst van het islamitisch fundamentalisme zijn debet aan een verkeerde beeldvorming van de islam, vinden de coördinators. Takken: „Ik denk dat mensen vaak, afgaande op hun gevoel en op wat ze horen of lezen over moslims, de stekels opzetten als het over hen gaat. Het wij-zijdenken is de laatste tijd ook weer versterkt. Velen zien de islam als een monolithisch blok en denken dat moslims op alle fronten hetzelfde denken en voelen en doen. We vergeten dat het kenmerk van de islam in het Westen juist zijn diversiteit is. Net als bij het christendom. Moslims denken soms dat alle christenen voorstanders zijn van het zegenen van homorelaties. Maar je kunt alle christenen toch ook niet op één hoop gooien?”
Doel van de zomerschool is dat de cursisten ook daadwerkelijk met moslims in contact komen, zegt Bönker. Takken: „Het zou jammer zijn als mensen wel veel kennis zouden ontvangen over de islam, maar daarmee niet aan de slag gaan. Kennis is nodig, niet om discussies te winnen, maar om mensen beter te begrijpen. Het mooiste zou zijn als cursisten door de zomerschool meer liefde voor moslims zouden krijgen.”
Het getuigende element moet volgens u wel een plaats hebben in de omgang met moslims?
Takken: „Of we al of niet moeten getuigen, is meestal op de zomerschool geen punt van discussie. Wel de wijze waarop er getuigd wordt. De meeste cursisten vinden het van belang dat we daarover nadenken. De zomerschool kan zo de kruisbestuiving van ideeën bevorderen.”
Bönker: „De manier waarop je het getuigenis verwoordt, is wel van belang. We gaan te kort door de bocht als we moslims gelijk het Evangelie vertellen. We staan bijvoorbeeld deze week stil bij het begrip ”genade”. Dan kunnen we uitleggen wat dat voor ons betekent, maar ook wat dat betekent in het leven van moslims. Moslims zijn religieuze mensen en je benadert hen anders dan niet-religieuze mensen.”
Takken: „Sommige moslims zijn fundamentalistisch en anti-westers. Maar verreweg de meesten hebben een andere opstelling en zoeken vanuit de islam een antwoord op de problemen die zij in het geseculariseerde Westen tegenkomen. Moslims en christenen leven in dezelfde samenleving en beide groepen hebben het gevoel naar de marge te zijn gedrukt. Moslims en christenen hebben gemeenschappelijk dat zij op hun geloofsovertuiging aangesproken kunnen worden en dat zij rekening willen houden met Gods geboden. Er is één God -dat is het vertrekpunt- en vandaar uit kun je met hen verder spreken over Wie God is en hoe Hij Zich heeft geopenbaard.”
Hoe komt het dat zo weinig ex-moslims de weg naar de christelijke gemeenten weten te vinden?
Takken: „Het onaantrekkelijke van Nederlandse gemeenten is voor velen het daar heersende individualisme. Moslims hebben veel meegekregen van een gemeenschapscultuur. Dat missen zij vaak als zij in een christelijke gemeenschap komen. Onderschat ook niet de gevolgen van de breuk met de familie als zij tot geloof komen. Daarom is het zo belangrijk dat zij een nieuwe gemeenschap vinden, als het ware een nieuwe familie ontvangen, waar ze zich echt thuis kunnen voelen.”