Walchers recept voor Beatrix’ oude dag
Hard werken maar met beleid, gezond en op tijd eten en vroeg naar bed. Dat advies zouden Catharina Louws-Janse, Pieternella van Horssen-Jongepier en Bram Sturm prinses Beatrix geven, mocht de oud-koningin hun ooit vragen hoe zij zo oud zijn worden. De drie krasse bewoners van het Middelburgse zorgcentrum Eben-Haëzer zijn namelijk de negentig gepasseerd. Louws is zelfs net 100 geworden.
Hard werken heeft de in Zoutelande geboren Catharina Louws-Janse altijd gedaan. „Toen ik 36 jaar oud was, is mijn man overleden en kwam ik er alleen voor te staan, met tien kinderen. Mijn man was landarbeider. Toen de jongste naar de kleuterschool ging, ben ik als wasvrouw gaan werken bij Piet Lampert in Biggekerke, een boer voor wie mijn overleden man als landarbeider had gewerkt.
Hard werken moet je wel met beleid doen. Je moet zorgen dat je je niet overwerkt, dan merk je er niets van. En vroeg op en ’s avonds vroeg weer onder de wol. Prinses Beatrix was het als koningin natuurlijk gewoon dat alles naar haar toe werd gebracht, maar ze is een goede koningin geweest, denk ik. Ik heb daar eerlijk gezegd nooit zo erg bij stilgestaan. Maar het koningshuis moet zeker blijven bestaan, dat spreekt vanzelf. Ze hebben een voorbeeldfunctie voor de mensen.”
Beter dan een president
De 92-jarige Pieternella van Horssen-Jongepier, een geboren Middelburgse, voegt eraan toe: „Ons koningshuis hoort gewoon bij Nederland.” De eveneens 92-jarige Bram Sturm is er zeker van dat een koning of koningin meer contact heeft met de gewone mensen dan een president. „Een president staat verder af van het volk”, meent Sturm. „Bij een koningshuis kunnen de onderdanen gemakkelijker in contact komen met de vorst of vorstin.”
De drie bewoners van Eben-Haëzer kijken uit naar de tachtigste verjaardag van prinses Beatrix. Van Horssen is trots op haar. „Ze is een hartelijke, vriendelijke vrouw die als koningin altijd meeleefde met de mensen.” Haar tip voor Beatrix om nog heel lang te leven: „Doe alles op tijd. Ik heb dat ook altijd gedaan: op tijd eten, op tijd naar bed en veel groente en fruit eten. Daar vraagt je lichaam om.”
Boom foetsie
Sturm herinnert zich dat er ter gelegenheid van de geboorte van prinses Beatrix in 1938 een Beatrixboom werd geplant op het Oranjeplein in Oost-Souburg. Sturm komt uit West-Souburg, aan de andere kant van het kanaal. „Ik was twaalf jaar oud toen die boom werd geplant. Jammer genoeg staat hij er nu niet meer. Het Oranjeplein heeft ook nog onder water gestaan. De boom is in ieder geval foetsie.”
Sturm zat tijdens zijn werkzame leven altijd in de landbouwwerktuigen. Hij herstelde kapotte aardappel- en bietenrooiers en hielp bij het persen van balen stro. „Als een boer in de buurt met een kapot landbouwwerktuig zat, moest ik snel komen. Ik moest er bij wijze van spreken al wezen op het moment dat ze me belden”, memoreert hij glimlachend.
Hij heeft grote waardering voor Beatrix. Zou hij daarom een aantal jaren in een naar haar moeder koningin Juliana vernoemde straat in Middelburg hebben gewoond? „Als koningin heeft Beatrix veel goede dingen gedaan, ook voor invaliden”, vertelt Sturm. „Ze was echt een koningin voor het volk, een vorstin die dicht bij de mensen stond, en dat leverde haar veel sympathie op. En ze was een knappe vrouw.”
Duitse man
Louws, Van Horssen en Sturm herinneren zich dat het destijds voor velen wel even schrikken was toen prinses Beatrix kennis kreeg aan een Duitser. Maar het hoogbejaarde drietal is het onderling helemaal eens dat Claus van Amsberg een aardige man was met een goed karakter. „Hij heeft veel goede dingen gedaan”, benadrukt Louws.
Prinses Beatrix was „een echte vorstin”, volgens Louws. „Ik hoop oprecht dat het koningshuis nog lang blijft bestaan. Want we leven best in een rare tijd”, zegt de glasheldere 100-jarige beslist. „Veel mensen doen tegenwoordig precies waar ze zin in hebben, terwijl ondertussen de kerken leeglopen. Dat deugt toch niet? Op zondag moet je naar de kerk en thuisblijven. Na de kerk mag je wel de koeien melken. Maar tegenwoordig doen mensen op de zondag dingen die glad niet nodig zijn. Het is goed dat we nog een koningshuis hebben, misschien kunnen die zulke ontwikkelingen nog een beetje bijsturen. Want ik vraag me af of ze er aan het hof wel zo blij mee zijn…”